GOD is overal tegenwoordig; de Universele Vader regeert de cirkelgang der eeuwigheid. In de plaatselijke universa echter, regeert hij door de personen van zijn Schepper-Zonen uit het Paradijs, zoals hij ook leven schenkt door deze Zonen. ‘God heeft ons eeuwig leven gegeven, en dit leven is in zijn Zonen.’ Deze Schepper-Zonen zijn Gods persoonlijke uitdrukking van zichzelf in de sectoren van de tijd en aan de kinderen van de wervelende planeten in de evoluerende universa der ruimte.
Deze Zonen van God, die sterk zijn gepersonaliseerd, zijn duidelijk waarneembaar voor de geschapen denkende wezens van de lagere orden, en zo vormen zij een compensatie voor de onzichtbaarheid van de oneindige, en derhalve minder waarneembare Vader. De uit het Paradijs afkomstige Schepper-Zonen van de Universele Vader zijn een openbaring van een overigens onzichtbaar wezen, onzichtbaar vanwege de absoluutheid en oneindigheid die inherent zijn aan de cirkelgang der eeuwigheid en aan de persoonlijkheden van de Paradijs-Godheden.
Dat hij een Schepper is, kan men moeilijk een eigenschap van God noemen, het is veeleer het samenstel van zijn handelende natuur. En deze universele functie van zijn schepper-zijn, wordt eeuwig gemanifesteerd zoals zij wordt bepaald en beheerst door alle gecoördineerde eigenschappen der oneindige, goddelijke werkelijkheid van de Eerste Bron en Centrum. Wij betwijfelen ten zeerste of er één kenmerk van de goddelijke natuur als voorafgaand aan de andere kan worden beschouwd, doch indien zulks het geval zou zijn, dan zou het schepper-zijn van de Godheid aan al zijn andere naturen, activiteiten en eigenschappen voorafgaan. En het schepper-zijn van de Godheid culmineert in de universele waarheid van het Vaderschap van God.