HANDELEND onder toezicht van een commissie van twaalf leden van de Verenigde Broederschap van Urantia-Middenwezens, onder de gezamenlijke auspiciën van het presiderend hoofd van onze orde en van de Melchizedek die wij vermeld hebben, ben ik, het secundaire middenwezen dat eens toegevoegd was aan de Apostel Andreas, gemachtigd het relaas op te stellen van wat Jezus van Nazaret in zijn leven verrichtte, zoals werd waargenomen door mijn orde van schepselen op aarde en zoals later gedeeltelijk werd vastgelegd door de mens over wie ik tijdelijk moest waken. Andreas wist hoe zorgvuldig zijn Meester had vermeden geschriften na te laten en weigerde daarom getrouw afschriften te maken van zijn geschreven verslag. Doordat de andere apostelen van Jezus een overeenkomstig standpunt innamen, werd het schrijven van de Evangeliën ernstig vertraagd.