◄ Verhandeling 119
  Deel 4 ▲
Verhandeling 121 ►
Verhandeling 120

De zelfschenking van Michael op Urantia

De commissie inzake de zevende zelfschenking  •  De beperkingen van de zelfschenking  •  Verdere raad en adviezen  •  De incarnatie—het maken van twee tot een

AANGESTELD door Gabriël om toezicht te houden op de herformulering van het leven van Michael toen deze in de gelijkenis van het sterfelijk vlees op Urantia verkeerde, ben ik, de Melchizedek die de leiding heeft van de openbaringscommissie aan welke deze taak is toevertrouwd, gemachtigd u het volgende relaas aan te bieden over bepaalde gebeurtenissen die onmiddellijk voorafgingen aan de aankomst van de Schepper-Zoon op Urantia, waar hij aan de slotfase van zijn zelfschenkingservaring in het universum zou beginnen. Het leiden van dezelfde levens die hij oplegt aan de denkende wezens van zijn eigen schepping, het aldus schenken van zichzelf in de gelijkenis der verschillende orden van zijn geschapen wezens, is een deel van de prijs die iedere Schepper-Zoon moet betalen voor de volle, allerhoogste soevereiniteit over het universum van dingen en wezens dat hij zelf gemaakt heeft.

120:0.2

Vóór de gebeurtenissen die ik nu ga beschrijven, had Michael van Nebadon zich zes maal geschonken in de gelijkenis van zes verschillende orden van zijn gevarieerde schepping van denkende wezens. Vervolgens maakte hij zich gereed om neer te dalen op Urantia in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, de laagste orde van zijn intelligente wilsschepselen, en om als zulk een mens van het materiële gebied het laatste bedrijf op te voeren in het drama van de verwerving van de soevereiniteit over zijn universum, conform de mandaten van de goddelijke Paradijs-Regeerders van het universum van universa.

120:0.3

In de loop van elk der voorgaande zelfschenkingen verwierf Michael telkens niet alleen de eindige ervaring van een bepaalde groep van zijn geschapen wezens, maar tevens die essentiële ervaring in de samenwerking met het Paradijs, die er op zichzelf en vanzelf verder toe zou bijdragen hem tot soeverein te maken van zijn zelfgeschapen universum. Op ieder moment in het hele verleden van het plaatselijk universum had Michael zijn persoonlijke soevereiniteit als Schepper-Zoon kunnen laten gelden, en had hij, als Schepper-Zoon, zijn universum kunnen regeren op een zelfgekozen wijze. Als iets dergelijks had plaatsgevonden, zouden Immanuel en de verenigde Paradijs-Zonen het universum hebben verlaten. Maar Michael wenste Nebadon niet alleen te regeren krachtens zijn persoonlijke, geïsoleerde recht als Schepper-Zoon. Hij wenste door daadwerkelijke ervaring in coöperatieve ondergeschiktheid aan de Paradijs-Triniteit op te klimmen tot die hoogte in universum-status, waar hij bevoegd zou zijn om zijn universum te regeren en de zaken ervan te besturen met die volmaaktheid van inzicht en mate van wijsheid in de uitvoering, die eens de verheven heerschappij van de Allerhoogste zal kenmerken. Hij streefde niet naar de volmaakte heerschappij van een Schepper-Zoon, maar naar het allerhoogste bestuurlijke bewind als de verpersoonlijking van de universele wijsheid en de goddelijke ervaring van de Allerhoogste.

120:0.4

Michael had derhalve een tweeledige bedoeling terwijl hij deze zeven zelfschenkingen aan de verschillende orden van schepselen in zijn universum verrichtte. Ten eerste completeerde hij zo de vereiste ervaring in het begrijpen van zijn schepselen, die alle Schepper-Zonen moeten verwerven alvoren zij de volledige soevereiniteit op zich mogen nemen. Een Schepper-Zoon mag te allen tijde zijn universum krachtens zijn persoonlijke recht regeren, maar pas als hij de zeven zelfschenkingen als een schepsel uit zijn eigen universum heeft doorgemaakt, kan hij regeren als de allerhoogste vertegenwoordiger van de Paradijs-Triniteit. Ten tweede streefde hij naar het privilege om het maximale gezag van de Paradijs-Triniteit te vertegenwoordigen dat in het rechtstreekse, persoonlijke bestuur van een plaatselijk universum kan worden uitgeoefend. Dienovereenkomstig maakte Michael zich gedurende de ervaring van elke zelfschenking aan zijn universum, vrijwillig, op aanvaardbare wijze en met goed gevolg, ondergeschikt aan de op verschillende wijzen gevormde wil van de uiteenlopende associaties van de personen van de Paradijs-Triniteit. Dat wil zeggen, bij de eerste zelfschenking was hij onderworpen aan de gecombineerde wil van de Vader, de Zoon en de Geest; bij de tweede zelfschenking aan de wil van de Vader en de Zoon; bij de derde zelfschenking aan de wil van de Vader en de Geest; bij de vierde zelfschenking aan de wil van de Zoon en de Geest; bij de vijfde zelfschenking aan de wil van de Oneindige Geest; bij de zesde zelfschenking aan de wil van de Eeuwige Zoon, en gedurende de zevende en laatste zelfschenking, die op Urantia, aan de wil van de Universele Vader.

120:0.5

In zijn persoonlijke soevereiniteit combineert Michael derhalve de goddelijke wil van de zevenvoudige fasen van de universele Scheppers met de begripvolle ervaring van zijn schepselen in het plaatselijk universum. Aldus vertegenwoordigt zijn bestuur nu de grootst mogelijke macht en autoriteit, hoewel het ontbloot is van alle willekeurige assumpties. Zijn macht is onbeperkt, aangezien zij stoelt op de associatie met de Godheden van het Paradijs die hij heeft ervaren; zijn gezag is onaanvechtbaar, aangezien het is verworven door daadwerkelijke ervaring in de gelijkenis van schepselen van zijn universum; zijn soevereiniteit is allerhoogst, aangezien deze tegelijkertijd het zevenvoudige gezichtspunt van de Paradijs-Godheid en het gezichtspunt van het schepsel in tijd en ruimte belichaamt.

120:0.6

Toen hij het tijdstip van zijn laatste zelfschenking had vastgesteld en de planeet had uitgekozen waarop deze buitengewone gebeurtenis zou plaatsvinden, hield Michael de gebruikelijke bespreking met Gabriël die aan elk van zijn zelfschenkingen voorafging, en verscheen hij vervolgens voor Immanuel, zijn oudere broeder en raadsman uit het Paradijs. En juist vóór Michaels vertrek om aan de Urantia-incarnatie te beginnen, nam Immanuel voor de duur van de Urantia-zelfschenking de zorg op zich voor het universum, en gaf hij Michael vervolgens de zelfschenkingsraadgevingen die hem als leidraad konden dienen in zijn incarnatie, wanneer hij aanstonds op Urantia zou opgroeien als een sterveling van dat gebied.

120:0.7

In dit verband dient ge in gedachten te houden dat Michael had verkozen deze zelfschenking uit te voeren in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, onderworpen aan de wil van de Paradijs-Vader. De Schepper-Zoon had van niemand instructies nodig om deze incarnatie te verwezenlijken als het er alleen om ging de soevereiniteit over het universum te verwerven, maar hij was begonnen aan een programma ter openbaring van de Allerhoogste, dat inhield dat hij in samenwerking met de wil van de diverse Paradijs-Godheden zou functioneren. Zo zou zijn soevereiniteit, wanneer hij deze ten slotte persoonlijk en definitief zou hebben verworven,de zevenvoudige wil van de Godheid, zoals culminerend in de Allerhoogste, daadwerkelijk en geheel omsluiten. Hij was daarom reeds zes maal eerder geïnstrueerd door de persoonlijke vertegenwoordigers van de verschillende Paradijs-Godheden en van hun associaties, en nu werd hij geïnstrueerd door de Unie der Dagen, de ambassadeur van de Paradijs-Triniteit in het plaatselijk universum Nebadon, die optrad namens de Universele Vader.

120:0.8

Onmiddellijke voordelen en enorme compensaties waren het gevolg van de bereidheid van deze machtige Schepper-Zoon om zich nogmaals vrijwillig ondergeschikt te maken aan de wil van de Paradijs-Godheden, ditmaal aan die van de Universele Vader. Door het nemen van de beslissing tot deze nauwe associatieve ondergeschiktheid, zou Michael in deze incarnatie niet alleen de natuur van de sterfelijke mens ervaren, maar ook de wil van de Paradijs-Vader van allen. Voorts kon hij deze unieke zelfschenking niet alleen aanvangen in de volkomen zekerheid dat tijdens zijn afwezigheid voor de Urantia-zelfschenking Immanuel het volledige gezag van de Paradijs-Vader zou uitoefenen in het bestuur van het universum, maar ook in de troostende wetenschap dat de Ouden der Dagen van het superuniversum voor de gehele periode van de zelfschenking de veiligheid van zijn gebied hadden verordend.

120:0.9

Dit nu was de achtergrond van de gewichtige gelegenheid waarbij Immanuel de commis- sie inzake de zevende zelfschenking presenteerde. Uit de opdracht van Immanuel, die voorafging aan de zelfschenking van de regeerder van het universum die vervolgens Jezus van Nazaret (Christus Michael) op Urantia werd, is mij toegestaan de volgende excerpten weer te geven:


 
 
120:1 ►
Het Urantia Boek