◄ Verhandeling 105
  Deel 3 ▲
Verhandeling 107 ►
Verhandeling 106

Werkelijkheidsniveaus in het Universum

De primaire associatie van eindige functionele werkelijkheden  •  De secundaire allerhoogste eindige integratie  •  De transcendentale tertiaire werkelijkheidsassociatie  •  De ultieme quartaire integratie  •  De Co-Absolute of vijfde fase-associatie  •  De Absolute of zesde ease-integratie  •  De finaliteit van bestemming  •  De Triniteit der Triniteiten  •  Existentiële oneindige unificatie

HET is niet voldoende dat de opklimmende sterveling iets weet over de wijzen waarop de Godheid is betrokken bij de genese en manifestaties der kosmische werkelijkheid, hij moet ook iets begrijpen van de betrekkingen die bestaan tussen hemzelf en de vele niveaus van existentiële en experiëntiële werkelijkheden, van potentiële en actuele werkelijkheden. ’s Mensen oriëntatie op aarde, zijn kosmische inzicht en de mate waarin hij door de geest wordt gericht, worden alle verhoogd door een beter verstaan van de werkelijkheden van het universum en de technieken waardoor deze onderling worden verbonden, geïntegreerd en geünificeerd.

106:0.2

Het huidige groot universum en het wordende meester-universum bestaan uit vele vormen en fasen van werkelijkheid, die op hun beurt op verscheidene niveaus van functionele activiteit bestaan. Deze veelvuldige existente en latente werkelijkheden zijn reeds eerder in deze verhandelingen te berde gebracht, maar terwille van een beter begrip brengen wij deze nu in de volgende categorieën onder:

106:0.3

1. Onvoltooide eindige werkelijkheden. Dit is de huidige status van de opklimmende schepselen in het groot universum, de huidige status van stervelingen van Urantia. Dit niveau omvat de bestaansvorm van schepselen van de planetaire mens tot aan, maar niet inclusief, degenen die hun bestemming hebben bereikt. Het is eigen aan universa vanaf hun eerste aanvang tot aan, maar niet inclusief, hun bestendiging in licht en leven. Dit niveau vormt de huidige periferie der creatieve activiteit in tijd en ruimte. Het blijkt zich vanuit het Paradijs naar buiten toe te bewegen, want bij het afsluiten van het huidige universum-tijdperk, wanneer het groot universum tot licht en leven zal zijn gekomen, zal er stellig tevens een nieuwe orde van ontwikkelingsgroei verschijnen in het eerste niveau van de buitenruimte.

106:0.4

2. Maximale eindige werkelijkheden. Dit is de huidige status van alle experiëntiële schepselen die hun bestemming hebben bereikt—de bestemming zoals geopenbaard binnen het bestek van het huidige universum-tijdperk. Zelfs universa kunnen de maximale status bereiken, zowel geestelijk als fysisch. Doch de term ‘maximaal’ is een relatief begrip—maximaal in verhouding tot wat? En wat in het huidige universum-tijdperk maximaal is, schijnbaar finaal, is misschien niet meer dan een actueel begin in termen van de toekomstige tijdperken. Sommige fasen van Havona lijken van de maximale orde te zijn.

106:0.5

3. Transcendentale werkelijkheden. Dit boveneindige niveau volgt (als antecedent) op de progressie van het eindige. Het houdt de preëindige genese van eindige aanvangen in en het posteindige belang van alle ogenschijnlijk eindige einden of bestemmingen. Een groot deel van Paradijs-Havona lijkt van de transcendentale orde te zijn.

106:0.6

4. Ultieme werkelijkheden. Dit niveau omvat al wat van belang is voor het meester-universum en wat het bestemmingsniveau van het voltooide meester-universum raakt. Paradijs-Havona (vooral het circuit van de werelden van de Vader) is in vele opzichten van ultieme betekenis.

106:0.7

5. Co-absolute werkelijkheden. Dit niveau houdt de projectie in van experiëntiële werkelijkheden op een veld van creatieve expressie in een super-meester-universum.

106:0.8

6. Absolute werkelijkheden. Dit niveau suggereert de eeuwigheidstegenwoordigheid van de zeven existentiële Absoluten. Wellicht houdt het ook een bepaalde graad van associatieve experiëntiële verworvenheid in, maar in dat geval begrijpen wij niet hoe—misschien door het contact-potentieel van persoonlijkheid.

106:0.9

7. De oneindigheid. Dit niveau is preëxistentieel en postexperiëntieel. De ongekwalificeerde eenheid der oneindigheid is een hypothetische werkelijkheid vóór alle aanvang en na alle bestemming.

106:0.10

Deze werkelijkheidsniveaus zijn compromis-symboliseringen die passend zijn in het huidige universum-tijdperk en voor het perspectief van stervelingen. Er bestaat een aantal andere manieren om de realiteit te beschouwen vanuit een niet-sterfelijk perspectief en vanuit het standpunt van andere universum-tijdperken. Ge dient u dus rekenschap te geven van het feit dat de denkbeelden die wij hier aanbieden, geheel relatief zijn, relatief in de zin dat zij bepaald en beperkt zijn door:

106:0.11

1. de beperkingen van de taal van stervelingen;

106:0.12

2. de beperkingen van het sterfelijk bewustzijn;

106:0.13

3. de beperkte ontwikkeling van de zeven superuniversa;

106:0.14

4. uw onbekendheid met de zes voornaamste bedoelingen van de ontwikkeling der super- universa die niet in verband staan met de opklimming van stervelingen naar het Paradijs;

106:0.15

5. uw onvermogen om een eeuwigheidsgezichtspunt zelfs maar gedeeltelijk te begrijpen;

106:0.16

6. de onmogelijkheid om kosmische evolutie en bestemming te beschrijven in verband met alle universum-tijdperken, niet alleen met betrekking tot het huidige tijdperk van de evolutionaire ontvouwing der zeven superuniversa;

106:0.17

7. het onvermogen van ieder schepsel om te begrijpen wat werkelijk wordt bedoeld met preëxistentiële of postexperiëntiële werkelijkheden—dat wat vóór alle aanvang en na alle bestemming ligt.

106:0.18

De groei der werkelijkheid wordt bepaald door de omstandigheden in de opeenvolgende universum-tijdperken. Het centrale universum heeft in het Havona-tijdperk geen evolutionaire verandering ondergaan, maar in de huidige tijdvakken van het superuniversum-tijdperk ondergaat het wel bepaalde progressieve veranderingen die worden teweeggebracht door coördinatie met de evolutionaire superuniversa. De zeven superuniversa die thans evolueren, zullen eens tot de bestendigde status van licht en leven komen, zullen de grens van hun groei in het huidige universum-tijdperk bereiken. Maar het lijdt geen twijfel dat het volgende tijdperk, het tijdperk van het eerste niveau der buiten-ruimte, de superuniversa zal verlossen uit de bestemmingsbeperkingen van het huidige tijdperk. Vervulling wordt voortdurend gesuperponeerd op voltooiing.

106:0.19

Dit zijn enkele van de beperkingen die wij ondervinden wanneer wij trachten u een geünificeerd idee te geven van de kosmische groei van dingen, betekenissen en waarden, en van de synthese daarvan op steeds hoger stijgende niveaus van werkelijkheid.


 
 
106:1 ►
Het Urantia Boek