◄ Verhandeling 106
  Deel 3 ▲
Verhandeling 108 ►
Verhandeling 107

De oorsprong en natuur der Gedachtenrichters

De oorsprong van de Gedachtenrichters  •  De klassificatie van de Richters  •  Het thuis van de Richters op Divinington  •  De natuur en tegenwoordigheid van de Richters  •  De Richter en zijn bewustzijn  •  Richters als zuivere geesten  •  Richters en persoonlijkheid

HOEWEL de Universele Vader persoonlijk op het Paradijs resideert, precies in het middelpunt van de universa, is hij ook op de werelden in de ruimte daadwerkelijk aanwezig in het bewustzijn van zijn talloze kinderen in de tijd, want hij woont bij hen in als hun Geheimnisvolle Mentor. De eeuwige Vader is tegelijkertijd het verst verwijderd van, en het innigst verbonden met, zijn planetaire sterfelijke zonen.

107:0.2

De Richters zijn de actualiteit van de liefde van de Vader geïncarneerd in de ziel van de mens; zij zijn, gevangen in het bewustzijn van de sterveling, de onbetwistbare belofte van ’s mensen eeuwige loopbaan. Zij zijn de essentie van ’s mensen vervolmaakte persoonlijkheid als volkomene, welke hij reeds in de tijd kan smaken naargelang hij steeds meer de goddelijke techniek leert beheersen, waardoor hij de wil van de Vader kan gaan leven, stap voor stap, via de opklimming van het ene universum naar het volgende, totdat hij daadwerkelijk de goddelijke tegenwoordigheid van zijn Paradijs-Vader bereikt.

107:0.3

God, die de mens heeft bevolen volmaakt te zijn zoals hij zelf volmaakt is, is neergedaald als de Richter om ’s mensen experiëntiële partner te worden bij het bereiken van de hemelse bestemming die zo is ingesteld. Het fragment van God dat in het bewustzijn van de mens woont, is de absolute, onbeperkte verzekering dat de mens de Universele Vader kan vinden, in samenwerking met deze goddelijke Richter die van God is uitgegaan om de mens te zoe- ken en zich in zoonschap bij hem te voegen, ook reeds in de dagen van zijn bestaan in het vlees.

107:0.4

Iedere sterveling die een Schepper-Zoon heeft gezien, heeft de Universele Vader gezien, en in een ieder in wie een goddelijke Richter woont, woont de Paradijs-Vader. Iedere sterveling die bewust of onbewust de leiding volgt van de Richter die bij hem inwoont, leeft overeenkomstig de wil van God. Het besef van de tegenwoordigheid van de Richter is het besef van de tegenwoordigheid van God. De eeuwige fusie van de Richter met de evolutionaire ziel van de mens is de feitelijke ervaring van de eeuwige verbintenis met God als een universum-partner van de Godheid.

107:0.5

Het is de Richter die in de mens die onstilbare hunkering en dat niet aflatend verlangen schept om zoals God te zijn, om het Paradijs te bereiken, en daar vóór de werkelijke persoon der Godheid de oneindige oorsprong van het goddelijke geschenk te aanbidden. De Richter is de levende tegenwoordigheid die daadwerkelijk de sterveling-zoon met zijn Paradijs-Vader verbindt en hem steeds nader tot de Vader trekt. De Richter is onze compenserende vereffenaar van de enorme universum-spanning die wordt veroorzaakt door de afstand waarmee de mens van God is verwijderd, en door zijn graad van gedeeltelijkheid, in tegenstelling tot de alomvattendheid van de eeuwige Vader.

107:0.6

De Richter is een absolute essentie van een oneindig wezen, gevangen in het bewustzijn van een eindig schepsel, die afhankelijk van de keuze van zulk een sterveling, deze tijdelijke verbintenis van God en mens uiteindelijk tot voltooiing kan brengen en waarlijk een wezen van een nieuwe orde kan actualiseren, dat voor altijd in het universum kan dienen. De Richter is de goddelijke universum-werkelijkheid die de waarheid dat God de Vader van de mens is, feitelijk maakt. De Richter is ’s mensen onfeilbare kosmische kompas, dat de ziel altijd feilloos de richting wijst naar God.

107:0.7

Op de evolutionaire werelden doorlopen wilsschepselen drie algemene ontwikkelingsstadia van zijn: van de komst van de Richter totdat zij betrekkelijk volwassen zijn geworden, op Urantia op de leeftijd van ongeveer twintig jaar, worden de Mentoren soms aangeduid als Gedachtenveranderaars. Van dan af aan tot het bereiken van de jaren des onderscheids, op ongeveer veertigjarige leeftijd, worden de Geheimnisvolle Mentoren Gedachtenrichters genoemd. Van het bereiken van de jaren des onderscheids tot aan de bevrijding uit het vlees worden zij vaak aangeduid als Gedachtenbeheersers. Deze drie fasen in het leven van een sterveling houden geen verband met de drie stadia van vooruitgang die de Richter kent bij het dupliceren van het bewustzijn en de ontwikkeling van de ziel.


 
 
107:1 ►
Het Urantia Boek