NA zich meer dan honderd jaar te hebben ingespannen op Urantia, kon Adam buiten de Hof slechts zeer weinig vooruitgang bespeuren: de wereld in haar geheel leek er niet veel beter op te worden. De verwezenlijking van de verbetering der rassen leek nog ver verwijderd, en de toestand scheen zo uitzichtloos, dat er iets nodig leek dat verlichting kon geven, ook al was het niet voorzien in de oorspronkelijke plannen. Dit is althans wat Adam vaak door het hoofd speelde, en zo liet hij zich vele malen tegenover Eva uit. Adam en zijn gezellin waren loyaal, doch zij hadden geen contact met hun soortgenoten en waren ernstig verontrust door de treurige toestand waarin hun wereld verkeerde.