◄ 75:0
Verhandeling 75
75:2 ►

De nalatigheid van Adam en Eva

1. Het probleem van Urantia

75:1.1

De opdracht van Adam op het experimentele, door de rebellie verharde en geïsoleerde Urantia was een ontzagwekkende onderneming. De Materiële Zoon en Dochter werden zich al spoedig bewust van de moeilijkheid en ingewikkeldheid van hun planetaire opdracht. Niettemin begonnen zij vol goede moed aan de taak om hun veelvuldige problemen tot oplossing te brengen. Toen zij zich echter richtten op het allerbelangrijkste werk, het elimineren van de zwakzinnigen en gedegenereerden uit de menselijke nakomelingschap, werden zij heel wanhopig. Zij zagen geen uitweg uit dit dilemma en konden geen raad vragen aan hun meerderen op Jerusem of Edentia. Hier stonden zij nu, geheel alleen, en dag aan dag geconfronteerd met een nieuwe, gecompliceerde ontwikkeling, een nieuw vraagstuk dat onoplosbaar leek.

75:1.2

Onder normale omstandigheden zou de eerste taak van een Planetaire Adam en Eva bestaan uit het coördineren en vermengen der rassen. Maar op Urantia leek zo’n plan welhaast hopeloos, want de rassen verkeerden weliswaar biologisch in goede conditie, maar waren nog nooit gezuiverd van hun achtergebleven en gedegenereerde erfelijk materiaal.

75:1.3

Adam en Eva zagen zich in een wereld geplaatst die volstrekt niet was voorbereid op de afkondiging van de broederschap der mensen, een wereld die in rampzalige geestelijke duisternis rondtastte en gebukt ging onder een verwarring die nog verdubbeld was door het mislukken van de missie van het voorgaande bewind. Het denken en de zeden stonden op een laag peil, en in plaats van te kunnen beginnen aan de taak om religieuze eenheid tot stand te brengen, moesten zij het werk van het bekeren der bewoners tot de eenvoudigste vormen van religieus geloof geheel opnieuw ter hand nemen. In plaats van één taal die zij konden overnemen, zagen zij zich geconfronteerd met een wereldwijde spraakverwarring van vele honderden plaatselijke dialecten. Geen enkele Adam van de planetaire dienst is ooit op een moeilijker wereld geplaatst; de hindernissen schenen onoverkomelijk en de problemen leken door geen schepsel te kunnen worden opgelost.

75:1.4

Zij waren ge ï soleerd, en het enorme gevoel van eenzaamheid dat hen zwaar drukte, werd nog sterker door het vroege vertrek van de Melchizedek-curatoren. Slechts indirect, door middel van de orden der engelen, konden zij met een wezen buiten de planeet communiceren. Langzaam verminderde hun moed, hun geestkracht kwijnde en soms werd hun geloof haast tot wankelen gebracht.

75:1.5

Dit nu is het juiste beeld van de ontsteltenis van deze twee nobele zielen wanneer zij de taken waarvoor zij zich gesteld zagen, overdachten. Zij waren zich beiden scherp bewust van de enorme onderneming die de uitvoering van hun planetaire opdracht inhield.

75:1.6

Waarschijnlijk zijn geen Materiële Zoon en Dochter van Nebadon ooit voor zo’n moeilijke en ogenschijnlijk hopeloze taak gesteld als die waarvoor Adam en Eva zich geplaatst zagen met betrekking tot de benarde toestand van Urantia. Doch eens zouden zij succes hebben geboekt indien zij verder vooruit hadden gezien en geduldig waren geweest. Beiden, maar vooral Eva, waren over het algemeen te ongeduldig; zij waren niet bereid zich rustig te onderwerpen aan de zeer lange beproeving van hun geduld. Zij wilden enig direct resultaat zien, en dat gelukte hun, maar de aldus verkregen resultaten bleken uiterst rampzalig, zowel voor henzelf als voor hun wereld.


◄ 75:0
 
75:2 ►