◄ 75:6
Verhandeling 75
75:8 ►

De nalatigheid van Adam en Eva

7. De degradatie van Adam en Eva

75:7.1

Terwijl de karavaan uit Eden tot staan werd gebracht, werden Adam en Eva op de hoogte gesteld van de aard van hun overtredingen en ingelicht aangaande hun lot. Gabriël verscheen om vonnis te wijzen. De gerechtelijke uitspraak luidde: de Planetaire Adam en Eva van Urantia zijn schuldig bevonden aan nalatigheid; zij hebben de overeenkomst van hun mandaat als regeerders van deze bewoonde wereld geschonden.

75:7.2

Hoewel terneergeslagen door schuldgevoel, werden Adam en Eva zeer bemoedigd door de aankondiging dat hun rechters op Salvington hen vrijspraken van alle beschuldigingen van ‘minachting van de regering van het universum.’ Zij waren niet schuldig bevonden aan rebellie.

75:7.3

Het paar uit Eden werd medegedeeld dat zij zichzelf hadden gedegradeerd tot de status van stervelingen van dit gebied; dat zij zich voortaan moesten gedragen als een man en vrouw van Urantia, en de toekomst van de rassen der wereld moesten beschouwen als hun toekomst.

75:7.4

Lang voordat Adam en Eva Jerusem verlieten, hadden hun opdrachtgevers hun reeds volledig de gevolgen van iedere wezenlijke afwijking van het goddelijk plan uiteengezet. Ik had hen persoonlijk herhaaldelijk gewaarschuwd, zowel vóór als na hun aankomst op Urantia, dat degradatie tot de status van sterfelijk vlees het onvermijdelijke gevolg, de zekere straf, zou zijn die zonder enige twijfel zou volgen wanneer zij nalatig zouden zijn in hun planetaire missie. Een zeker begrip van de onsterfelijkheidsstatus van de materiële orde van zoonschap is echter noodzakelijk om de gevolgen van de nalatigheid van Adam en Eva goed te kunnen begrijpen.

75:7.5

1. Adam en Eva bezaten, evenals hun soortgenoten op Jerusem, de status van onsterfelijkheid door verstandelijke associatie met het bewustzijnszwaartekrachtcircuit van de Geest. Wanneer deze vitale ondersteuning wordt verbroken door mentale splitsing, gaat de status van onsterfelijkheid verloren ongeacht het geestelijke bestaansniveau van het schepsel. De status van sterveling en de hieruit voortvloeiende fysieke ontbinding was het onvermijdelijke gevolg van de verstandelijke nalatigheid van Adam en Eva.

75:7.6

2. De Materiële Zoon en Dochter van Urantia waren, omdat zij ook gepersonaliseerd waren naar het evenbeeld van het sterfelijk vlees van deze wereld, voorts afhankelijk van het instandhouden van een tweevoudig circulatie-systeem, het ene ontleend aan hun fysieke natuur, het andere aan de superenergie die was opgeslagen in de vrucht van de boom des levens. Steeds had de aartsengel die deze bewaakte, Adam en Eva gewaarschuwd dat, indien zij in gebreke zouden blijven hun opdracht na te komen, dit zou eindigen in degradatie in status, en na hun nalatigheid werd de toegang tot deze bron van energie hun dan ook ontzegd.

75:7.7

Caligastia slaagde erin Adam en Eva in de val te laten lopen, maar hij bereikte niet zijn doel om hen tot openlijke opstand tegen het bestuur van het universum te brengen. Wat zij gedaan hadden, was inderdaad slecht, maar zij maakten zich nooit schuldig aan geringschatting der waarheid en ook namen zij niet welbewust deel aan een rebellie tegen het rechtvaardige bewind van de Universele Vader en zijn Schepper-Zoon.


◄ 75:6
 
75:8 ►