◄ 75:5
Verhandeling 75
75:7 ►

De nalatigheid van Adam en Eva

6. Adam en Eva verlaten de hof

75:6.1

Toen Adam ter ore kwam dat de Nodieten oprukten, zocht hij raad bij de Melchizedeks, maar zij weigerden hem te adviseren en zeiden alleen dat hij naar beste weten moest handelen en beloofden hem, voorzover mogelijk, hun vriendschappelijke medewerking op de weg die hij zou besluiten te bewandelen. Het was de Melchizedeks verboden zich te bemoeien met de persoonlijke plannen van Adam en Eva.

75:6.2

Adam wist dat hijzelf en Eva hadden gefaald; de aanwezigheid van de Melchizedek-curatoren maakte hem dat duidelijk, hoewel hij nog steeds niet wist wat hun persoonlijke status of toekomstig lot zou zijn. Hij beraadslaagde gedurende een gehele nacht met ongeveer twaalfhonderd loyale volgelingen die zich verbonden hun leider te volgen, en op het middaguur van de volgende dag verlieten deze pelgrims Eden, op zoek naar nieuwe woonplaatsen. Adam hield niet van oorlog en verkoos bijgevolg de eerste hof zonder verzet aan de Nodieten over te laten.

75:6.3

De karavaan uit Eden werd op de derde dag na het vertrek uit de Hof tot staan gebracht door de aankomst van de serafijnse transporten uit Jerusem. Voor het eerst werden Adam en Eva nu op de hoogte gesteld van wat er met hun kinderen zou gebeuren. Terwijl de transporten gereedstonden, werd aan de kinderen die de leeftijd des onderscheids hadden bereikt (twintig jaar) de keuze gegeven bij hun ouders op Urantia te blijven, of pupillen te worden van de Meest Verhevenen van Norlatiadek. Twee derden van hen verkozen naar Edentia te gaan; ongeveer een derde deel verkoos bij hun ouders te blijven. Alle kinderen die nog niet de jaren des onderscheids hadden bereikt, werden meegenomen naar Edentia. Niemand zou de droeve scheiding van deze Materiƫle Zoon en Dochter van hun kinderen hebben kunnen aanschouwen zonder te beseffen dat de weg van de overtreder hard is. Deze nakomelingen van Adam en Eva zijn nu nog op Edentia; wij weten niet welke beschikkingen er voor hen zullen worden getroffen.

75:6.4

Het was een indroevige karavaan die zich gereedmaakte om verder te reizen. Zij konden zich geen grotere tragedie voorstellen. Naar een wereld te zijn gekomen met zulke hoge verwachtingen, zo veelbelovend te zijn ontvangen en vervolgens in schande uit Eden te vertrekken en bovendien meer dan driekwart van hun kinderen te moeten verliezen, zelfs nog voordat zij een nieuwe woonplaats hadden gevonden!


◄ 75:5
 
75:7 ►