◄ Verhandeling 186
  Deel 4 ▲
Verhandeling 188 ►
Verhandeling 187

De kruisiging

Op weg naar Golgota  •  De kruisiging  •  Zij die de kruisiging zagen  •  De dief aan het kruis  •  Het laatste uur aan het kruis  •  Na de kruisiging

TOEN de twee struikrovers klaar waren gemaakt, gingen de soldaten, onder aanvoering van een hoofdman over honderd, op weg naar de plaats van de kruisiging. Deze centurion die de leiding had over de twaalf soldaten, was dezelfde kapitein die de Romeinse soldaten de vorige nacht had aangevoerd bij de arrestatie van Jezus in Getsemane. De Romeinen waren gewoon vier soldaten aan te stellen voor iedere persoon die gekruisigd moest worden. De twee rovers waren naar het gebruik gegeseld vóór zij naar buiten werden gebracht om gekruisigd te worden, maar Jezus behoefde geen verdere kastijding te ondergaan: de kapitein vond ongetwijfeld dat hij vóór zijn veroordeling reeds voldoende gegeseld was.

187:0.2

De twee dieven die met Jezus gekruisigd werden, waren kameraden van Barabbas en zouder later samen met hun leider ter dood zijn gebracht, indien deze niet was vrijgekomen doordat Pilatus hem ter gelegenheid van het Paasfeest zijn straf had kwijtgescholden. Jezus werd dus in de plaats van Barabbas gekruisigd.

187:0.3

Wat Jezus nu op het punt staat te doen, zich onderwerpen aan de kruisdood, doet hij uit eigen vrije wil. Hij voorzegde deze ervaring met de woorden: ‘De Vader heeft mij lief en schraagt mij, omdat ik bereid ben mijn leven af te leggen. Maar ik zal het weer opnemen. Niemand kan mij mijn leven ontnemen—ik leg het uit mijzelf af. Ik heb het recht het af te leggen en het recht het op te nemen. Dit gezag heb ik van mijn Vader ontvangen.’

187:0.4

Het was even voor negenen toen de soldaten Jezus uit het praetorium naar buiten brachten en met hem op weg gingen naar Golgota. Zij werden gevolgd door velen die heimelijk met Jezus sympathiseerden, maar de meesten in deze groep van ruim tweehonderd mensen waren òf zijn vijanden, òf nieuwsgierige leeglopers die alleen belust waren op de schok van het bijwonen van de kruisigingen. Slechts enkelen van de Joodse leiders kwamen de stad uit om Jezus aan het kruis te zien sterven. Nu de leiders wisten dat Jezus door Pilatus aan de Romeinse soldaten was overgedragen en dat hij ter dood was veroordeeld, waren zij druk aan het vergaderen in de tempel, en beraadslaagden wat er met zijn volgelingen diende te gebeuren.


 
 
187:1 ►
Het Urantia Boek