HET culturele verval en de geestelijke armoede die het gevolg waren van de val van Caligastia en de sociale verwarring die eruit voortvloeide, hadden weinig uitwerking op de fysieke of biologische status van de volken op Urantia. De organische evolutie ging snel door, geheel onbeïnvloed door de culturele en morele terugval die zo snel op de afvalligheid van Caligastia en Daligastia volgde. Bijna veertigduizend jaar geleden kwam er dan ook een moment in de geschiedenis van de planeet, waarop de dienstdoende Levendragers vaststelden dat vanuit een zuiver biologisch standpunt gezien, de ontwikkeling van de rassen op Urantia zijn hoogtepunt naderde. De Melchizedek-curatoren deelden deze mening en stemden er zonder aarzeling in toe zich aan te sluiten bij een verzoek van de Levendragers aan de Meest Verhevenen van Edentia om een inspectie uit te voeren op Urantia, zodat er opdracht zou kunnen worden gegeven tot het zenden van een Materiële Zoon en Dochter, ten behoeve van de biologische verheffing van deze wereld.
Dit verzoek werd gericht tot de Meest Verhevenen van Edentia omdat zij na de val van Caligastia en gedurende de tijdelijke vacatie van het gezag op Jerusem, directe jurisdictie over vele zaken op Urantia hadden uitgeoefend.
Tabamantia, de soevereine supervisor van de reeks decimale of experimentele planeten, kwam de planeet inspecteren en toen hij de vooruitgang der rassen had bezien, adviseerde hij onverwijld Materiële Zonen aan Urantia te verlenen. Iets minder dan honderd jaar na het tijdstip van deze inspectie arriveerden Adam en Eva, een Materiële Zoon en Dochter van het plaatselijk stelsel, en namen de moeilijke taak ter hand om orde te gaan scheppen in de verwarde zaken van een planeet die door rebellie was achtergebleven en waarover de ban van geestelijk isolement was afgeroepen.