◄ 73:5
Verhandeling 73
73:7 ►

De Hof van Eden

6. De boom des levens

73:6.1

In het midden van de tempel in de Hof plantte Van de lang bewaakte boom des levens, wiens bladeren voor de ‘genezing der volkeren’ waren en wiens vruchten hemzelf zo lang hadden staande gehouden op aarde. Van wist heel goed dat Adam en Eva ook van deze gave van Edentia afhankelijk zouden zijn voor de instandhouding van hun leven, wanneer ze eenmaal in materiële vorm op Urantia zouden zijn verschenen.

73:6.2

De Materiële Zonen op de hoofdwerelden der stelsels hebben de boom des levens niet nodig als voedsel. Alleen wanneer zij op de planeten gerepersonaliseerd worden, zijn zij afhankelijk van deze toevoeging aan hun lichamelijke onsterfelijkheid.

73:6.3

De ‘boom der kennis van goed en kwaad’ moge een stijlfiguur zijn, een symbolische benaming die een menigte van menselijke ervaringen aanduidt, doch ‘de boom des levens’ was geen mythe: hij was echt en is lange tijd op Urantia aanwezig geweest. Toen de Meest Verhevenen van Edentia de benoeming van Caligastia als Planetair Vorst van Urantia en die van de honderd burgers van Jerusem als zijn bestuurlijke staf goedkeurden, stuurden zij door bemiddeling van de Melchizedeks, een struik van Edentia naar de planeet en deze plant groeide uit tot de boom des levens op Urantia. Deze vorm van niet-intelligent leven is inheems op de hoofdkwartierwerelden van de constellaties en wordt ook aangetroffen op de hoofdwerelden van de plaatselijke universa en de superuniversa, evenals op de Havona-werelden, maar niet op de hoofdwerelden der stelsels.

73:6.4

Deze superplant sloeg bepaalde ruimte-energieën op die een tegengif vormden tegen de elementen die de ouderdom in het dierlijk bestaan veroorzaken. De vrucht van de boom des levens was als een superchemische accumulatorenbatterij die wanneer zij werd gegeten, op mysterieuze wijze de kracht van het universum, die het leven verlengt, vrijgaf. Deze vorm van voeding was volkomen nutteloos voor de gewone evolutionaire wezens op Urantia, maar met name nuttig voor de honderd gematerialiseerde leden van de staf van Caligastia en voor de honderd gemodificeerde Andonieten die iets van hun levensplasma aan de stafleden van de Vorst hadden afgestaan en op hun beurt in het bezit waren gesteld van het levenscomplement dat hen in staat stelde gebruik te maken van de vrucht van de boom des levens teneinde hun overigens sterfelijke bestaan voor onbepaalde tijd te verlengen.

73:6.5

Gedurende de tijd dat de Vorst regeerde, groeide de boom in de grond van de centrale ronde binnenhof van de tempel van de Vader. Bij het uitbreken van de opstand werd hij door Van en zijn metgezellen in hun tijdelijke kamp opnieuw opgekweekt uit de binnenste kern. Later werd deze struik van Edentia meegenomen naar hun toevluchtsoord in het hoogland, waar hij zowel Van als Amadon meer dan honderdvijftigduizend jaar ten dienste stond.

73:6.6

Toen Van en zijn metgezellen de Hof voor Adam en Eva in gereedheid brachten, plantten zij de boom uit Edentia over naar de Hof van Eden, waar hij opnieuw in een centrale ronde binnenhof van een tweede tempel voor de Vader groeide. En Adam en Eva aten periodiek van zijn vruchten om hun tweevoudige vorm van lichamelijk leven in stand te houden.

73:6.7

Toen de plannen van de Materiële Zoon misliepen, kregen Adam en zijn familie geen toestemming de kern van de boom uit de Hof mee te nemen. Toen de Nodieten Eden binnenvielen, werd hun verteld dat zij zouden worden als ‘goden, wanneer zij van de vruchten van de boom aten.’ Tot hun grote verbazing troffen zij de boom onbewaakt aan. Jarenlang aten ze vrijelijk van de vruchten, maar het baatte hun niets; zij waren allen materiële stervelingen van dit gebied; zij misten de eigenschap die als complement voor de vrucht van de boom functioneerde. Zij werden woedend dat zij niet in staat waren van de boom des levens te profiteren en in een van hun onderlinge oorlogen werden de tempel en de boom door vuur verwoest; alleen de stenen muur bleef staan tot de Hof later onder water raakte. Dit was de tweede tempel van de Vader die verging.

73:6.8

En nu moet alle vlees op Urantia de natuurlijke loop van leven en dood volgen. Adam, Eva, hun kinderen en kleinkinderen en al hun metgezellen zijn in de loop der tijd gestorven, en vielen aldus onder het opklimmingsplan van het plaatselijk universum, waarin de opstanding op de woningwerelden volgt op de materiële dood.


◄ 73:5
 
73:7 ►