◄ Verhandeling 58
  Deel 3 ▲
Verhandeling 60 ►
Verhandeling 59

De era van het zeeleven op Urantia

Het vroege zeeleven in de ondiepe zeeën—Het tijdperk van de trilobieten  •  Het eerste stadium der continentale overstromingen—Het tijdperk der ongewervelde dieren  •  Het tweede stadium der grote overstromingen—De koraal-periode—Het tijdperk van de brachiopoden  •  Het grote stadium van het droogvallen van land—De periode van vegetatief landleven—Het tijdperk der vissen  •  Het stadium der aardkorstverschuiving—Het carboon van de varenwouden—Het tijdperk der kikvorsen  •  Het klimatologische overgangsstadium—De zaadplanten-periode—Het tijdperk van biologische rampspoed

DE geschiedenis van Urantia begint volgens onze telling ongeveer één miljard jaar geleden, en omvat vijf grote era’s:

59:0.2

1. De era vóór het leven bestond omvat de eerste vierhonderdvijftig miljoen jaar, ongeveer vanaf de tijd dat de planeet zijn huidige omvang kreeg, tot de tijd dat er leven tot stand werd gebracht. Uw geleerden hebben deze periode aangeduid als het Archeozoïcum.

59:0.3

2. De era van de dageraad van het leven strekt zich uit over de volgende honderdvijftig miljoen jaar. Dit tijdvak valt tussen het voorafgaande tijdvak vóór er leven was, ofwel het tijdperk van de cataclysmen, en de volgende periode van hoger ontwikkeld zeeleven. Dit tijdvak staat bij uw onderzoekers bekend als het Proterozoïcum.

59:0.4

3. De era van het zeeleven beslaat de volgende tweehonderdvijftig miljoen jaar en is bij u het best bekend als het Paleozoïcum.

59:0.5

4. De era van het eerste landleven duurt de volgende honderd miljoen jaar en staat bekend als het Mesozoïcum.

59:0.6

5. De era der zoogdieren beslaat de laatste vijftig miljoen jaar. Dit tijdvak van de recente tijden staat bekend als het Kaenozoïcum.

59:0.7

De era van het zeeleven beslaat aldus ongeveer een kwart van uw planetaire geschiedenis. Het kan worden onderverdeeld in zes lange perioden die elk worden gekenmerkt door bepaalde goed omschreven ontwikkelingen, op zowel geologisch als biologisch gebied.

59:0.8

Bij de aanvang van deze era zijn de bodems van de zeeën, de uitgestrekte continentale plateaus en de talrijke bij de kust gelegen ondiepe bekkens, bedekt met een overvloedige vegetatie. De meer eenvoudige en primitieve vormen van dierlijk leven hebben zich al ontwikkeld uit voorgaande plantaardige organismen, en de vroege dierlijke organismen hebben geleidelijk hun weg gevonden langs de uitgestrekte kusten van de diverse landmassa’s, totdat het in de vele binnenzeeën wemelt van primitief zeeleven. Aangezien slechts enkele van deze jonge organismen schelpen hadden, zijn er niet vele als fossielen bewaard gebleven. Desalniettemin zijn alle voorbereidingen getroffen voor de eerste hoofdstukken van het grote ‘stenen boek’ waarin de vastgelegde feiten van het leven worden bewaard en dat gedurende de volgende eeuwen zo methodisch werd bijgehouden.

59:0.9

Het continent van Noord-Amerika heeft een wonderbaarlijke rijkdom aan fossielen-bevattende afzettingen uit de hele era van het zeeleven. De allereerste, oudste lagen worden gescheiden van de latere lagen van de voorafgaande periode door uitgestrekte erosie-afzettingen, die deze twee stadia van planetaire ontwikkeling duidelijk van elkaar scheiden.


 
 
59:1 ►
Het Urantia Boek