◄ Verhandeling 146
  Deel 4 ▲
Verhandeling 148 ►
Verhandeling 147

Het tussentijdse bezoek aan Jeruzalem

De dienaar van de hoofdman over honderd  •  De reis naar Jeruzalem  •  Bij het bad Betesda  •  De levensregel  •  Op bezoek bij Simon de Farizeeër  •  De terugreis naar Kafarnaüm  •  Terug in Kafarnaüm  •  Het feest van geestelijke goedheid

JEZUS en de apostelen kwamen woensdag 17 maart te Kafarnaüm aan en brachten twee weken door in hun hoofdkwartier te Betsaïda alvorens naar Jeruzalem te vertrekken. Deze twee weken onderrichtten de apostelen het volk aan de oever van het meer, terwijl Jezus veel tijd alleen in de heuvels doorbracht, bezig met de dingen zijns Vaders. Gedurende deze periode maakte Jezus, vergezeld door Jakobus en Johannes Zebedeüs, in het geheim twee tochten naar Tiberias, waar ze de gelovigen ontmoetten en onderricht gaven in het evangelie van het koninkrijk.

147:0.2

Velen van de hofhouding van Herodes geloofden in Jezus en woonden deze bijeenkomsten bij. Het was de invloed van deze gelovigen onder de officiële familie van Herodes die ertoe had bijgedragen de vijandschap van die regeerder jegens Jezus te verminderen. Deze gelovigen in Tiberias hadden het Herodes volkomen duidelijk gemaakt dat het ‘koninkrijk’ dat Jezus verkondigde geestelijk van aard was en niet een politieke onderneming. Herodes stelde nogal wat vertrouwen in deze leden van zijn eigen hofhouding en daarom liet hij zich niet al te zeer verontrusten door de berichten die zich door het land verspreidden inzake het onderricht en het genezingswerk van Jezus. Hij had geen bezwaren tegen het werk van Jezus als genezer of godsdienstleraar. Ondanks de welwillende instelling van vele adviseurs van Herodes, en zelfs van Herodes zelf, was er echter ook een groepering onder zijn ondergeschikten die zo beïnvloed was door de godsdienstige leiders in Jeruzalem, dat zij bittere en bedreigende vijanden bleven van Jezus en de apostelen, en er later veel toe bijdroegen dat zijn activiteiten in het openbaar werden belemmerd. De godsdienstige leiders in Jeruzalem vormden echter het grootste gevaar voor Jezus, en niet Herodes. Dit nu was de reden dat Jezus en de apostelen zoveel tijd doorbrachten in Galilea en daar hun meeste openbare prediking verrichtten, liever dan in Jeruzalem en Judea.


 
 
147:1 ►
Het Urantia Boek