◄ 147:7
Verhandeling 147
148:0 ►

Het tussentijdse bezoek aan Jeruzalem

8. Het feest van geestelijke goedheid

147:8.1

Lang nadat de gewone toehoorders zich hadden teruggetrokken, ging Jezus die avond voort met het onderrichten van zijn apostelen. Hij begon dit speciale onderricht met een aanhaling uit de Profeet Jesaja:

147:8.2

‘“Waarom hebt gij gevast? Waarom kwelt gij uw ziel terwijl gij genoegen blijft vinden in verdrukking en behagen blijft scheppen in ongerechtigheid? Zie, tot twist en tot strijd vast gij en om te slaan met snode vuist. Maar gij zult niet op deze manier vasten om uw stem in den hoge te doen horen.

147:8.3

‘“Is dit het vasten dat ik heb verkozen—een dag voor een mens om zijn ziel te kwellen? Is het om zijn hoofd neder te buigen als een bieze, om in het stof te kruipen in zak en as? Zult ge dit een vasten durven noemen en een dag die de Here welgevallig is? Is niet dit het vasten dat ik zou wensen: de boeien der goddeloosheid te ontbinden, de knopen van zware lasten los te maken, de verdrukten vrij heen te laten gaan, en ieder juk te verbreken? Is het niet om mijn brood met de hongerigen te delen en arme zwervelingen in mijn huis te brengen? En wanneer ik een naakte zie, zal ik hem kleden.

147:8.4

‘“Dan zal uw licht doorbreken als de morgen, terwijl uw gezondheid snel aan de dag zal treden. Uw rechtvaardigheid zal voor u uit gaan terwijl de heerlijkheid des Heren uw achterhoede zal zijn. Dan zult ge de Heer aanroepen en hij zal antwoorden; gij zult roepen en hij zal zeggen: Hier ben ik. En dit alles zal hij doen indien gij u weerhoudt van verdrukking, veroordeling, en ijdelheid. De Vader verlangt veeleer dat uw hart uitga naar de hongerige en dat gij de gekwelde zielen behulpzaam zijt; dan zal uw licht schijnen in het donker en zelfs uw duisternis zal zijn als de volle middag. Dan zal de Heer u voortdurend leiden, uw ziel bevredigen, en uw kracht vernieuwen. Gij zult worden als een welbesproeide tuin, als een bron die nimmer zonder water is. En zij die deze dingen doen, zullen de verwoeste heerlijkheden herstellen; zij zullen de fundamenten leggen voor vele generaties; zij zullen de herbouwers van gebroken muren genaamd worden, de herstellers van veilige paden waarop men gaan kan.”’

147:8.5

Vervolgens hield Jezus tot ver in de nacht zijn apostelen de waarheid voor dat het hun geloof was dat hun veiligheid gaf in het koninkrijk van de tegenwoordige en de toekomende tijd, en niet de kwelling van hun ziel of lichamelijk vasten. Hij riep zijn apostelen op om althans in overeenstemming met de gedachten van de profeet uit de oudheid te leven en drukte de hoop uit dat zij veel verder zouden komen dan zelfs de idealen van Jesaja en de oude profeten. Zijn laatste woorden die nacht waren: ‘Groei in genade door middel van dat levende geloof dat het feit vastgrijpt dat jullie zonen van God zijn, terwijl het tezelfdertijd iedere mens als broeder erkent.’

147:8.6

Het was na tweeën in de vroege ochtend toen Jezus ophield met spreken en iedereen zich ter ruste begaf.


◄ 147:7
 
Verhandeling 148 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.