◄ Verhandeling 126
  Deel 4 ▲
Verhandeling 128 ►
Verhandeling 127

De jongelingsjaren

Het zestiende jaar (A.D. 10)  •  Het zeventiende jaar (A.D. 11)  •  Het achttiende jaar (A.D. 12)  •  Het negentiende jaar (A.D. 13)  •  Rebekka, de dochter van Ezra  •  Zijn twintigste jaar (A.D. 14)

BIJ de aanvang van zijn adolescentie was Jezus het hoofd en de enige kostwinner van een groot gezin geworden. Binnen enkele jaren na de dood van zijn vader was al hun bezit verdwenen. Naarmate de tijd voorbijging, werd hij zich steeds meer bewust van zijn voorbestaan; tegelijkertijd begon hij steeds duidelijker te beseffen dat hij in het vlees en op aarde was met het uitdrukkelijke doel om zijn Paradijs-Vader te openbaren aan de kinderen der mensen.

127:0.2

Geen enkele opgroeiende jongen die ooit op deze wereld of enige andere wereld heeft geleefd of zal leven, heeft zwaarwichtiger problemen behoeven op te lossen, of complexere moeilijkheden behoeven te ontwarren. Geen enkele jonge man op Urantia zal ooit gevraagd worden een strengere toets van moeilijke conflicten en lastige omstandigheden te ondergaan dan Jezus zelf moest doorstaan gedurende deze moeizame jaren van zijn vijftiende tot zijn twintigste.

127:0.3

Doordat de Zoon des Mensen aldus daadwerkelijk de ervaring heeft gesmaakt van deze jaren van adolescentie op een wereld belegerd door kwaad en verontrust door zonde, heeft hij een brede kennis verworven van de levenservaring van de opgroeiende jeugd in alle gebieden van Nebadon, en zo is hij voor altijd de begrijpende toevlucht geworden van de verdrietige en verbijsterde adolescenten van alle eeuwen, op alle werelden in het gehele plaatselijk universum.

127:0.4

Langzaam maar zeker, en door daadwerkelijke ervaring, is deze goddelijke Zoon bezig het recht te verdienen om soeverein van zijn universum te worden, de onbetwiste, allerhoogste regeerder van alle geschapen denkende wezens op alle werelden van het plaatselijk universum, de begrijpende toevlucht voor de wezens van alle leeftijden en van alle graden van persoonlijke begaafdheid en ervaring.


 
 
127:1 ►
Het Urantia Boek