MATERIËLE noodzaak heeft het huwelijk ingesteld, seksuele honger heeft het verfraaid, de religie heeft het bekrachtigd en geadeld, de staat heeft het geëist en gereguleerd, terwijl de evoluerende liefde in latere tijden het huwelijk begint te rechtvaardigen en te roemen als voorloper en schepper van de nuttigste en meest verheven instelling van de beschaving, het huisgezin. En het vormen van een gezin moet centraal staan bij en de essentie uitmaken van alle opvoedkundige inspanningen.
De paarvorming is zuiver een daad van zelfbestendiging die gepaard met bevrediging in uiteenlopende graad; het huwelijk, de gezinsvorming, is grotendeels een zaak van zelfhandhaving en impliceert de evolutie der samenleving. De samenleving zelf is het samenstel van alle gezinseenheden. Individuen hebben als planetaire factoren een zeer tijdelijk karakter—alleen families zijn blijvende factoren in de sociale evolutie. De familie is de bedding waardoor de rivier van cultuur en kennis van de ene generatie naar de volgende stroomt.
Het huisgezin is in de grond een sociologisch instituut. Het huwelijk is gegroeid uit samenwerking bij de instandhouding van het zelf en uit het partnerschap bij de zelfbestendiging, waarbij het element van bevrediging grotendeels bijkomstig was. Niettemin omvat het gezin alledrie de essentiële functies van het menselijk bestaan, terwijl de voortplanting het tot het fundamentele menselijke instituut maakt en het door seksuele omgang van alle andere sociale activiteiten wordt onderscheiden.