◄ 65:2
Verhandeling 65
65:4 ►

Het opperbestier over de evolutie

3. De Bevordering der evolutie

65:3.1

Het is bijna onmogelijk de vele grillige en schijnbaar groteske gebeurtenissen uit de vroegste evolutionaire ontwikkeling aan het hedendaagse menselijk verstand uit te leggen. In al deze ogenschijnlijk vreemde ontwikkelingen van levende wezens werd een doelbewust plan uitgewerkt, maar het is ons niet toegestaan willekeurig tussenbeide te komen in de ontwikkeling van de levenspatronen nadat zij eenmaal in werking zijn gebracht.

65:3.2

Levendragers kunnen alle mogelijke natuurlijke hulpmiddelen aanwenden en gebruik maken van alle toevallige omstandigheden welke de voortgang van de ontwikkeling van het levensexperiment bevorderen, maar wij mogen niet mechanisch ingrijpen in, of willekeurig invloed uitoefenen op, de opzet en het verloop der evolutie, noch bij planten noch bij dieren.

65:3.3

U is medegedeeld dat de stervelingen op Urantia zijn geëvolueerd via de ontwikkeling van d e primitieve kikvors, en dat dit opklimmende element, in potentie in één enkele kikvors aanwezig, bij een bepaalde gelegenheid ternauwernood aan de ondergang is ontsnapt. Dit houdt echter niet in dat de evolutie der mensheid op dit kritieke ogenblik door een ongeluk tot een einde zou zijn gekomen. Op datzelfde ogenblik observeerden en verzorgden wij niet minder dan duizend verschillende, ver van elkaar verwijderde, muterende levenselementen die voor meerdere verschillende patronen van voormenselijke ontwikkeling gebruikt hadden kunnen worden. Deze specifieke voorvaderlijke kikvors was onze derde keus, toen de twee eerdere levenselementen verloren waren gegaan ondanks al onze pogingen hen in stand te houden.

65:3.4

Zelfs indien Andon en Fonta verloren zouden zijn gegaan voordat ze nakomelingen hadden gekregen, zou dit de menselijke evolutie wel hebben vertraagd, doch niet verijdeld. Na de verschijning van Andon en Fonta en nog voordat de mogelijkheden tot mutatie van dierlijk tot menselijk leven waren uitgeput, evolueerden er niet minder dan zevenduizend gunstige elementen waarmee de ontwikkeling van een of ander menselijk type bereikt hadden kunnen worden. En vele van deze betere stammen werden later opgenomen in de verschillende takken van de zich uitbreidende menselijke soort.

65:3.5

Lang voordat de Materiële Zoon en Dochter, de biologische verheffers, op een planeet aankomen, is het potentieel tot menselijk leven bij de zich ontwikkelende diersoorten uitgeput. Deze biologische toestand van het dierlijke leven wordt de Levendragers onthuld door het verschijnsel van de derde fase van de mobilisatie der assistent-geesten, welke automatisch tegelijkertijd optreedt met het uitgeput geraken van de capaciteit van de gehele fauna om het mutante potentieel van voormenselijke individuen voort te brengen.

65:3.6

De mensheid op Urantia moet haar problemen met de ontwikkeling der stervelingen oplossen met de rassen die er nu zijn—in de gehele verdere toekomst zullen er geen nieuwe rassen meer evolueren uit voormenselijke bronnen. Maar dit feit sluit de mogelijkheid niet uit om enorm hogere niveaus van menselijke ontwikkeling te bereiken door op intelligente wijze het evolutionaire potentieel dat nog in de rassen der stervelingen aanwezig zijn, te cultiveren. Wat wij, de Levendragers, doen om de levenselementen te stimuleren en in stand te houden voordat de menselijke wil aan de dag treedt, moet de mens hierna, en nadat wij ons hebben teruggetrokken uit de actieve deelname aan de evolutie, verder voor zichzelf doen. In algemene zin ligt het evolutionaire lot van de mens in zijn eigen handen, en vroeg of laat moet het willekeurige functioneren van de onbeheerste, natuurlijke selectie en toevallige overleving worden vervangen door natuurwetenschappelijke intelligentie.

65:3.7

En nu wij spreken over het zorgen voor de evolutie, is het niet misplaatst u erop te wijzen dat ge in de verre toekomst, als ge ooit mocht worden verbonden aan een korps Levendragers, overvloedig en ruimschoots gelegenheid zult krijgen suggesties te doen en alle mogelijke verbeteringen voor te stellen ten aanzien van de plannen en technieken om het leven te sturen en te transplanteren. Weest geduldig! Als ge goede ideeën hebt, als ge vruchtbare gedachten hebt inzake betere bestuursmethoden voor welk domein van het universum dan ook, zult ge zeker de gelegenheid krijgen deze in de nog komende tijdperken aan uw metgezellen en medebestuurders voor te leggen.


◄ 65:2
 
65:4 ►