◄ 64:1
Verhandeling 64
64:3 ►

De evolutionaire gekleurde rassen

2. De Foxhall-mensen

64:2.1

900.000 jaar geleden waren de kennis en vaardigheden uit de tijd van Andon en Fonta en de beschaving van Onagar bezig van de aardbodem te verdwijnen: de cultuur, de religie, en zelfs het bewerken van vuursteen waren op een dieptepunt aangeland.

64:2.2

In deze tijd kwamen vele groepen inferieure bastaarden vanuit het zuiden van Frankrijk naar Engeland. Deze stammen waren dermate met de aapachtige schepselen uit de bossen vermengd, dat zij amper menselijk waren. Zij hadden geen godsdienst, maar konden wel enigszins vuursteen bewerken en bezaten voldoende intelligentie om vuur te maken.

64:2.3

Zij werden in Europa opgevolgd door een vruchtbaar volk dat op iets hoger peil stond, en welks afstammelingen zich al spoedig over het gehele continent verspreidden—van het ijs in het noorden tot de Alpen en de Middellandse Zee in het zuiden. Deze stammen zijn de zogenoemde Heidelberg-mens.

64:2.4

Tijdens deze lange periode van achteruitgang in beschaving bleven de Foxhall-volken in Engeland en de Badonan-stammen in het noordwesten van India vasthouden aan sommige tradities van Andon en aan bepaalde overblijfselen van de beschaving van Onagar.

64:2.5

De Foxhall-volken waren het verst naar het westen gegaan en slaagden er in veel van de cultuur der Andonieten in stand te houden; ook bewaarden zij hun kennis over het bewerken van vuursteen en droegen die over aan hun afstammelingen, de oude voorzaten van de Eskimo’s.

64:2.6

Hoewel de overblijfselen van de Foxhall-volken in Engeland het laatst werden ontdekt, waren deze Andonieten in werkelijkheid de eerste menselijke wezens die in deze gebieden leefden. In die tijd waren Frankrijk en Engeland nog door de landbrug met elkaar verbonden, en aangezien de meeste eerste nederzettingen van de afstammelingen van Andon langs de rivieren en zeekusten uit die vroege tijden lagen, bevinden deze zich nu onder water in het Kanaal en de Noordzee; er liggen echter nog steeds drie of vier boven water aan de Engelse kust.

64:2.7

Veel van de meer intelligente en geestelijk gezinde Foxhall-volken hielden de superioriteit van hun ras in stand en zetten hun primitieve religieuze gebruiken voort. En deze mensen, vermengd met andere rassen die zich nadien bij hen aansloten, trokken later, na opnieuw door het ijs bezocht te zijn, vanuit Engeland naar het westen en zijn blijven voortleven als de Eskimo’s van onze tijd.


◄ 64:1
 
64:3 ►