◄ 45:3
Verhandeling 45
45:5 ►

Het bestuur van het Plaatselijk Stelsel

4. De vierentwintig raadslieden

45:4.1

In het centrum van de zeven kringen op Jerusem waar de engelen wonen, ligt het hoofdkwartier van de adviserende raad van Urantia, bestaande uit de vierentwintig raadslieden. In de Openbaring van Johannes worden zij de vierentwintig ouderlingen genoemd: ‘en rond de troon waren vierentwintig zetels en op de zetels zag ik vierentwintig ouderlingen zitten, gekleed in witte gewaden.’ De troon in het midden van deze groep is de rechterstoel van de voorzittende aartsengel, de troon van het opstandingsappèl van barmhartigheid en gerechtigheid voor geheel Satania. Deze rechterstoel is altijd op Jerusem geweest, maar de vierentwintig zetels die eromheen staan, zijn daar pas negentienhonderd jaar geleden geplaatst, kort nadat Christus Michael was verhoogd tot de volle soevereiniteit over Nebadon. Deze vierentwintig raadslieden zijn zijn persoonlijke vertegenwoordigers op Jerusem: zij zijn gemachtigd om de Meester-Zoon te vertegenwoordigen in alle zaken aangaande de appèls van Satania, en in vele andere fasen van het plan voor de opklimming van stervelingen op de geïsoleerde werelden van het stelsel. Dit zijn de vertegenwoordigers die zijn aangewezen om de speciale verzoeken van Gabriël en de buitengewone opdrachten van Michael uit te voeren.

45:4.2

De vierentwintig raadslieden zijn aangetrokken uit de acht rassen op Urantia, en de laatsten van deze groep werden verzameld ten tijde van het opstandingsappèl van Michael, negentienhonderd jaar geleden. Deze adviserende raad van Urantia bestaat uit de volgende leden:

45:4.3

1. Onagar, het genie van het tijdperk vóór de Planetaire Vorst, die zijn metgezellen voorging in de aanbidding van ‘De Schenker van de Adem.’

45:4.4

2. Mansant, de grote leraar op Urantia van het tijdperk na de Planetaire Vorst, die zijn metgezellen richtte op de verering van ‘Het Grote Licht.’

45:4.5

3. Onamonalonton, een leider van de rode mensen uit het verre verleden, hij door wie dit ras van de aanbidding van vele goden tot de verering van ‘De Grote Geest’ werd gebracht.

45:4.6

4. Orlandof, een vorst van de blauwe mensen, die dezen voorging in de erkenning van de goddelijkheid van de ‘De Allerhoogste Leider.’

45:4.7

5. Porshunta, het orakel van het uitgestorven oranje ras, en de leider van dit volk in de aanbidding van ‘De Grote Leraar.’

45:4.8

6. Singlanton, de eerste onder de gele mensen die zijn volk onderrichtte aangaande de ‘Ene Waarheid’ in plaats van vele waarheden, en hen voorging in de aanbidding daarvan. Duizenden jaren geleden wist de gele mens reeds van de ene God.

45:4.9

7. Fantad, die de groene mensen verloste uit de duisternis, en hen voorging in de aanbidding van ‘De Ene Bron van Leven.’

45:4.10

8. Orvonon, die de indigo rassen verlichtte en hen tot de voormalige dienst van ‘De God der Goden’ leidde.

45:4.11

9. Adam, de planetaire vader van Urantia die in diskrediet raakte maar gerehabiliteerd is, een Materiële Zoon van God die werd gedegradeerd tot de gelijkenis van het sterfelijke vlees, maar die tot overleving kwam en vervolgens tot deze positie werd verhoogd bij decreet van Michael.

45:4.12

10. Eva, de moeder van het violette ras van Urantia, die met haar gezel de straf van hun nalatigheid onderging, en ook met hem werd gerehabiliteerd en aangesteld om dienst te doen als lid van deze groep van tot overleving gekomen stervelingen.

45:4.13

11. Henoch, de eerste sterveling op Urantia die met de Gedachtenrichter fuseerde tijdens zijn leven als sterveling in het vlees.

45:4.14

12. Mozes, de bevrijder van een restant van het verdwenen violette ras, die de aanzet gaf tot de hernieuwde aanbidding van de Universele Vader onder de naam van ‘De God van Israel.’

45:4.15

13. Elia, een overgebrachte ziel die schitterende geestelijke prestaties leverde in het tijdperk na de Materiële Zoon.

45:4.16

14. Machiventa Melchizedek, de enige Zoon van deze orde die zich aan de rassen van Urantia heeft geschonken. Terwijl hij nog steeds tot de Melchizedeks behoort, is hij ‘voor immer een dienaar van de Meest Verhevenen’ geworden, waarbij hij voor eeuwig de opdracht heeft aanvaard dienst te doen als sterveling in opklimming, aangezien hij in de dagen van Abraham, in de gelijkenis van het sterfelijke vlees, te Salem op Urantia heeft vertoefd. Deze Melchizedek is onlangs uitgeroepen tot waarnemend Planetair Vorst van Urantia, met zijn hoofdkwartier op Jerusem en gezag om op te treden namens Michael, die feitelijk de Planetaire Vorst is van de wereld waar hij zijn laatste zelfschenking in menselijke gedaante heeft doorgemaakt. Desondanks staat Urantia nog steeds onder de supervisie van opeenvolgende residerende gouverneurs-generaal, leden van de raad van vierentwintig raadslieden.

45:4.17

15. Johannes de Doper, de voorloper van Michaels zending op Urantia en in het vlees een verre neef van de Zoon des Mensen.

45:4.18

16. 1-2-3 de Eerste, de aanvoerder van de getrouwe middenschepselen in de dienst van Gabriël ten tijde van het verraad van Caligastia, door Michael tot deze positie bevorderd spoedig nadat deze de onbeperkte soevereiniteit had verworven.

45:4.19

Deze zorgvuldig gekozen persoonlijkheden zijn op Gabriëls verzoek voorlopig vrijgesteld van het regime van de opklimming en wij hebben geen idee hoe lang zij nog als raadslieden dienst zullen doen.

45:4.20

De zetels met de nummers 17, 18, 19 en 20 zijn niet permanent bezet. Met de unanieme toestemming van de zestien permanente leden zijn ze slechts tijdelijk bezet, en worden ze opengehouden om later te kunnen worden toegewezen aan opklimmende stervelingen uit het huidige tijdperk op Urantia, het tijdperk na de zelfschenking-Zoon.

45:4.21

De nummers 21, 22, 23 en 24 zijn eveneens tijdelijk bezet, en worden onderwijl in reserve gehouden voor de grote leraren van andere, latere tijdperken die ongetwijfeld op het huidige zullen volgen. Tijdvakken van de Magistraat-Zonen en Leraar-Zonen en de tijdperken van licht en leven zijn op Urantia te verwachten, ongeacht onverwachte visitaties van goddelijke Zonen, die al dan niet kunnen plaatsvinden.


◄ 45:3
 
45:5 ►