◄ 22:8
Verhandeling 22
22:10 ►

De Getrinitiseerde Zonen van God

9. De Hemelse Bewaarders

22:9.1

De door schepselen getrinitiseerde zonen worden door de Paradijs-Triniteit omhelsd in klassen van zevenduizend. Deze getrinitiseerde afstammelingen van volmaakt geworden mensen en Paradijs-Havona-persoonlijkheden worden allen gelijkelijk door de Godheden omhelsd, doch worden aan de superuniversa toegewezen overeenkomstig het advies van hun voormalige leraren, de Leraar-Zonen van de Triniteit. Zij die op zeer goede wijze gediend hebben, worden benoemd tot Hoge Zoon-Assistenten, terwijl zij die zich in iets mindere mate hebben onderscheiden tot Hemelse Bewaarders worden benoemd.

22:9.2

Wanneer deze unieke wezens door de Triniteit zijn omhelsd, worden zij waardevolle adjuncten bij de regeringen van de superuniversa. Zij zijn doorkneed in de aangelegenheden van de opklimmingsloopbaan, niet doordat zij persoonlijk zijn opgeklommen, maar tengevolge van hun dienst bij de Leraar-Zonen van de Triniteit op de werelden in de ruimte.

22:9.3

Er zijn in Orvonton bijna een miljard Hemelse Bewaarders benoemd. Zij zijn voornamelijk toegewezen aan de bestuurscolleges van de Volmaakten der Dagen op de hoofdkwartieren van de grote sectoren en worden op bekwame wijze bijgestaan door een korps van stervelingen in opklimming die met de Zoon zijn gefuseerd.

22:9.4

De Hemelse Bewaarders zijn de functionarissen van de rechtscolleges van de Ouden der Dagen, en treden op als boodschappers van deze rechtscolleges en als bodes van de dagvaardingen en beslissingen van de verschillende rechtbanken van de regeringen der superuniversa. Zij nemen ook persoonlijkheden in hechtenis voor de Ouden der Dagen; zij gaan uit van Uversa om wezens te halen die voor de rechters van de superuniversa moeten verschijnen; bevelen om persoonlijkheden in het superuniversum in verzekerde bewaring te stellen worden door hen uitgevoerd. Ook begeleiden zij de met de Geest gefuseerde stervelingen van de plaatselijke universa wanneer hun aanwezigheid om de een of andere reden vereist is op Uversa.

22:9.5

De Hemelse Bewaarders en hun medewerkers, de Hoge Zoon-Assistenten, hebben nimmer de inwoning van een Richter genoten. Evenmin zijn zij gefuseerd met de Geest of de Zoon. De omhelzing door de Paradijs-Triniteit compenseert echter wel de niet-gefuseerde status van de Getrinitiseerde Zonen van Volmaaktheid. De omhelzing door de Triniteit kan uitsluitend inwerken op de idee die in een door schepselen getrinitiseerde zoon is gepersonifieerd en de omhelsde zoon verder onveranderd laten, doch een dergelijke beperking doet zich slechts voor wanneer aldus is beraamd.

22:9.6

Deze tweemaal getrinitiseerde zonen zijn wonderbare wezens, maar zij zijn niet zo veelzijdig en betrouwbaar als hun medewerkers in opklimming; zij missen die geweldige, diep ingrijpende persoonlijke ervaring die de andere tot deze groep behorende zonen hebben verworven door daadwerkelijk vanuit de duistere gebieden der ruimte op te klimmen naar de heerlijkheid. Wij, die de loopbaan naar omhoog kennen, hebben hen lief en doen alles wat in ons vermogen ligt om het hun ontbrekende te compenseren, doch zij stemmen ons immer dankbaar voor onze lage afkomst en ons vermogen tot ervaren. Hun bereidheid om hun tekorten in de ervaarbare werkelijkheden van de opklimming in het universum te onderkennen en te accepteren, is vol transcendente schoonheid en soms zeer ontroerend en aandoenlijk.

22:9.7

Getrinitiseerde Zonen van Volmaaktheid zijn beperkt in tegenstelling tot andere door de Triniteit omhelsde zonen, doordat hen de experiëntiële capaciteit in tijd en ruimte is ontzegd. Het ontbreekt hun aan ervaring, ondanks hun langdurige opleiding bij de Allerhoogste Bestuurders en de Leraar-Zonen, en indien dit niet zo zou zijn, zouden zij door een oververzadiging van ervaring niet in reserve kunnen worden gehouden om in een toekomstig universum-tijdperk ervaring op te doen. Er is eenvoudig niets in heel het universele bestaan dat daadwerkelijke persoonlijke ervaring kan vervangen, en deze door schepselen getrinitiseerde zonen worden in reserve gehouden om in een toekomstig universum-tijdperk experiëntieel te functioneren.

22:9.8

Op de woningwerelden heb ik deze waardige functionarissen van de hoge rechtscolleges van het superuniversum zo dikwijls verlangend en smekend zien kijken naar zelfs degenen die pas kort tevoren uit de evolutionaire werelden in de ruimte waren aangekomen, dat ik wel moest beseffen dat deze bezitters van niet-experiëntiële trinitisatie werkelijk hun vermeend minder fortuinlijke broeders benijdden, hun broeders die de opwaartse weg door het universum stap voor stap afleggen, in echte ervaring en daadwerkelijke beleving. Ondanks hun handicaps en beperkingen vormen zij een wonderbaarlijk nuttig en immer bereidwillig korps van werkers wanneer het erop aankomt om de ingewikkelde bestuurlijke plannen van de regeringen der superuniversa tot uitvoering te brengen.


◄ 22:8
 
22:10 ►