◄ Verhandeling 161
  Deel 4 ▲
Verhandeling 163 ►
Verhandeling 162

Op het Loofhuttenfeest

De gevaren van het bezoek aan Jeruzalem  •  De eerste toespraak in de tempel  •  De vrouw die op overspel was betrapt  •  Het loofhuttenfeest  •  De prediking over het licht der wereld  •  De toespraak over het water des levens  •  De toespraak over geestelijke vrijheid  •  Het gesprek met Marta en Maria  •  In Betlehem met Abner

JEZUS ging met de tien apostelen op weg naar Jeruzalem met het plan door Samaria te gaan, omdat dit de kortste route was. Dus trokken zij langs de oostelijke oever van het meer en passeerden via Skytopolis de grens met Samaria. Tegen de avond zond Jezus Filippus en Matteüs naar een dorp op de oostelijke helling van de berg Gilboa om voor het gezelschap onderdak te vinden. Toevallig waren deze dorpelingen zeer vooringenomen tegen de Joden, meer nog dan de gemiddelde Samaritanen, en deze gevoelens werden juist in deze tijd van het jaar nog versterkt omdat zo velen op weg waren naar het loofhuttenfeest. Deze mensen wisten heel weinig van Jezus af en zij weigerden hem onderdak omdat hij en zijn metgezellen Joden waren. Toen Matteüs en Filippus zich verontwaardigd toonden en deze Samaritanen meedeelden dat zij weigerden de Heilige Israels gastvrij te ontvangen, joegen de woedend geworden dorpelingen hen met stokken en stenen het stadje uit.

162:0.2

Toen Filippus en Matteüs bij hun metgezellen terugkwamen en vertelden hoe ze het dorp uitgejaagd waren, gingen Jakobus en Johannes naar Jezus toe en zeiden: ‘Meester, wij verzoeken u ons toe te staan te vragen dat er vuur uit de hemel neerdaalt om deze onbeschaamde, onboetvaardige Samaritanen te verslinden.’ Toen Jezus deze wraakzuchtige woorden vernam, keerde hij zich tegen de zonen van Zebedeüs en berispte hen streng: ‘Jullie beseffen niet wat voor instelling jullie aan de dag leggen. Wraak heeft niet de geur van het koninkrijk des hemels. Laten wij in plaats van ruzie te maken, liever naar het dorpje gaan bij de oversteekplaats van de Jordaan.’ Aldus ontzegden de Samaritanen zich vanwege hun sek-tarische vooroordeel de eer gastvrijheid te verlenen aan de Schepper-Zoon van een univer- sum.

162:0.3

Jezus en de tien bleven die nacht in het dorp bij de oversteekplaats van de Jordaan. De volgende morgen vroeg staken zij de rivier over en reisden verder naar Jeruzalem langs de grote weg op de oostelijke oever van de Jordaan, en woensdagavond laat kwamen ze in Betanië aan. Tomas en Natanael arriveerden vrijdag, omdat zij opgehouden waren door hun gesprekken met Rodan.

162:0.4

Jezus en de twaalf bleven in de omstreken van Jeruzalem tot het eind van de volgende maand (oktober), ongeveer vier en een halve week. Jezus zelf kwam slechts enkele malen in de stad, en deze korte bezoeken vonden plaats op de dagen van het loofhuttenfeest. Een groot deel van oktober bracht hij door bij Abner en diens metgezellen in Betlehem.


 
 
162:1 ►
Het Urantia Boek