HET Triniteitsbegrip van de geopenbaarde religie moet niet worden verward met het geloof in triaden dat in allerlei vormen in de evolutionaire religies voorkomt. De ideeën over triaden zijn ontstaan uit velerlei suggestieve betrekkingen, maar hoofdzakelijk vanwege de drie gewrichten van de vingers, omdat dat drie poten het minimum is om een krukje vast te laten staan, en omdat men met drie stutpalen een tent kan opzetten. Bovendien kon de primitieve mens lange tijd slechts tot drie tellen.
Afgezien van bepaalde natuurlijke begrippenparen, zoals verleden en heden, dag en nacht, heet en koud, en mannelijk en vrouwelijk, heeft de mens over het algemeen de neiging om in triaden te denken: gisteren, vandaag en morgen; zonsopgang, middag en zonsondergang; vader, moeder en kind. Men roept een overwinnaar een driewerf hoera toe. De doden worden op de derde dag begraven, en de schim wordt gunstig gestemd door drie afwassingen met water.
Deze natuurlijke associaties in de ervaring van de mens hadden tot gevolg dat de triade ook haar intrede deed in de religie, en wel lang voordat de Paradijs-Triniteit van Godheden, of zelfs ook maar een van hun vertegenwoordigers, aan het mensdom was geopenbaard. Later hadden de Perzen, Hindoes, Grieken, Egyptenaren, Babyloniërs, Romeinen en Skandinaviërs allen triadische goden, maar dit waren nog geen echte triniteiten. Triadische godheden zijn allen van natuurlijke oorsprong en zijn te eniger tijd wel bij de meeste intelligente volken van Urantia voorgekomen. Soms is het beeld van een evolutionaire triade vermengd geraakt met dat van een geopenbaarde Triniteit; in deze gevallen is het dikwijls onmogelijk het een van het andere te onderscheiden.