◄ 83:3
Verhandeling 83
83:5 ►

Het huwelijk als instituut

4. De huwelijksceremonie

83:4.1

De huwelijksceremonie ontstond uit het feit dat het huwelijk oorspronkelijk een zaak was van de gemeenschap, niet het culminatiepunt van een beslissing van twee individuen. Paarvorming was zowel een groepsaangelegenheid als een persoonlijke functie.

83:4.2

Magie, ritueel en ceremonieel omringden het gehele leven van de mensen in de oudheid, en het huwelijk vormde daarop geen uitzondering. Toen de beschaving voortschreed en het huwelijk met meer ernst werd beschouwd, werd de huwelijksceremonie steeds ostentatiever. Het oude huwelijk vormde, net als nu, een factor in de eigendomsbelangen en behoefde daarom een wettelijke ceremonie, terwijl de sociale status van latere kinderen de grootst mogelijke ruchtbaarheid vereiste. De primitieve mens had geen archieven; daarom moesten vele mensen getuige zijn van de huwelijksceremonie.

83:4.3

Aanvankelijk was de huwelijksceremonie zoiets als een verloving, en bestond zij slechts uit de publieke mededeling van het voornemen samen te gaan leven; later bestond zij uit formeel samen eten. Bij sommige stammen brachten de ouders hun dochter eenvoudigweg naar de echtgenoot; in andere gevallen bestond de enige ceremonie uit de formele uitwisseling van geschenken, waarna de vader van de bruid haar aan de bruidegom aanbood. Bij vele volken in de Levant was het de gewoonte alle formaliteiten terzijde te zetten, en werd het huwelijk voltrokken door seksuele omgang. De rode mens was de eerste die de meer uitgebreide huwelijksviering ontwikkelde.

83:4.4

Kinderloosheid werd zeer gevreesd, en daar onvruchtbaarheid werd toegeschreven aan samenspannende geesten, leidden de pogingen om vruchtbaarheid te verzekeren ertoe dat het huwelijk ook gepaard ging met bepaalde magische of religieuze ceremoniën. Bij deze pogingen om een gelukkig en vruchtbaar huwelijk te garanderen werden er vele tovermiddelen aangewend; zelfs de astrologen werden geraadpleegd om de geboortesterren van de contracterende partijen vast te stellen. Op een bepaald moment kwam het offeren van mensen regelmatig voor bij alle huwelijken van welgestelden.

83:4.5

Men zocht geluksdagen uit, waarbij de donderdag als het gunstigst werd beschouwd, en huwelijken die bij volle maan werden gevierd werden uitzonderlijk gunstig geacht. Bij vele volken in het Nabije Oosten was het de gewoonte om graan over de pasgehuwden uit te strooien; dit was een magische rite die geacht werd de vruchtbaarheid te garanderen. Bepaalde oosterse volken gebruikten rijst voor dit doel.

83:4.6

Vuur en water werden altijd beschouwd als de beste middelen om spoken en kwade geesten te weerstaan—vandaar bij de meeste huwelijken het opvallend gebruik van altaarvuren en brandende kaarsen en het dopen met heilig water. Lange tijd was het gebruikelijk een valse trouwdag vast te stellen en dan plotseling de gebeurtenis uit te stellen om spoken en geesten te misleiden.

83:4.7

Het plagen van pasgehuwden en de streken die werden uitgehaald met mensen in de wittebroodsweken zijn allemaal overblijfselen uit de langvervlogen dagen toen men dacht dat men zich in de ogen der geesten het best ellendig en slecht op zijn gemak kon voordoen, om te voorkomen dat hun afgunst werd opgewekt. Het dragen van de bruidssluier is een overblijfsel uit de tijd toen het nodig werd geacht de bruid te vermommen zodat de geesten haar niet zouden herkennen, en ook om haar schoonheid voor de blikken van de anders jaloerse en afgunstige geesten te verbergen. De voeten van de bruid mochten, kort voor de ceremonie, nooit de grond raken. Zelfs in de twintigste eeuw is het nog de gewoonte volgens de Christelijke zeden om een loper neer te leggen van de plaats waar het rijtuig stopt naar het altaar in de kerk.

83:4.8

Een van de oudste vormen van de huwelijksceremonie was dat een priester het huwelijksbed kwam zegenen om de vruchtbaarheid van het huwelijk te verzekeren; dit werd gedaan reeds lang voordat enig formeel huwelijksritueel was ingesteld. Gedurende deze periode van de evolutie der huwelijkszeden werd van huwelijksgasten verwacht dat zij ’s nachts achter elkaar door de slaapkamer liepen, en zo wettige getuigen werden van de voltrekking van het huwelijk.

83:4.9

Het toevalselement waardoor ondanks alle proeven vóór het huwelijk bepaalde huwelijken slecht uitvielen, leidde de primitieve mens ertoe een bescherming tegen de mislukking van het huwelijk te verzekeren: bracht hem ertoe op zoek te gaan naar priesters en toverkunst. Deze ontwikkeling culmineerde rechtstreeks in het moderne kerkelijke huwelijk. Maar lange tijd werd het huwelijk algemeen erkend als bestaande uit de besluiten van de contracterende ouders—later van het paar—terwijl gedurende de laatste vijfhonderd jaar kerk en staat zich rechtsbevoegdheid hebben toegeëigend en zich nu aanmatigen om mensen gehuwd te verklaren.


◄ 83:3
 
83:5 ►