◄ 80:7
Verhandeling 80
80:9 ►

De expansie der Andieten in het Westen

8. De Donau-Andonieten

80:8.1

De Anditische volken uit de vallei van de Eufraat trokken in noordelijke richting naar Europa, waar zij zich met de blauwe mens vermengden, en in westelijke richting naar de gebieden rond de Middellandse Zee, waar zij zich vermengden met de resten van de gemengde Saharabewoners en de zuidelijke blauwe mensen. Deze twee takken van het blanke ras werden ver van elkaar gescheiden door de in de bergen gevestigde breedhoofdige overlevenden van de vroegere Andonieten-stammen die deze centrale streken reeds lang bewoonden, en zijn dat nu nog.

80:8.2

Deze afstammelingen van Andon waren over het grootste deel van de bergachtige gebieden van centraal en zuidoost Europa verbreid. Zij werden vaak versterkt door nieuwkomers uit Klein-Azië, een gebied dat zij met aanzienlijke mankracht bezet hielden. De oude Hittieten stamden rechtstreeks af van het Andonitische geslacht; hun bleke huid en brede hoofden waren typerend voor dat volk. Deze kenmerken werden ook gedragen door het voorgeslacht van Abraham en droegen veel bij tot de karakteristieke gelaatstrekken van zijn latere Joodse afstammelingen, die hoewel zij een cultuur en godsdienst bezaten die van de Andieten afkomstig was, een geheel andere taal spraken. Hun taal was onmiskenbaar Andonitisch.

80:8.3

De stammen die huizen bewoonden op palen of op houten pieren waren gebouwd boven de meren van Italië, Zwitserland en zuidelijk Europa, waren de zich uitbreidende uitlopers van de migraties uit Afrika, de eilanden in de Egeïsche Zee, en vooral de Donaustreken.

80:8.4

De inwoners van de Donaustreken waren Andonieten, landbouwers en veehouders die Europa waren binnengekomen via het Balkan-schiereiland en langzaam door de Donauvallei naar het noorden trokken. Zij maakten aardewerk en bebouwden het land, en gaven er de voorkeur aan in de valleien te leven. De noordelijkste vestiging van de Donaumensen lag bij Luik in België. Deze stammen gingen snel achteruit naarmate zij zich verder van het centrum en de bron van hun cultuur verwijderden. Het beste aardewerk werd gemaakt in de oudste nederzettingen.

80:8.5

De Donau-Andieten werden aanbidders der moedergodin tengevolge van de inspanningen van de zendelingen uit Kreta. Deze stammen vermengden zich later met groepen Andonische zeelieden die per schip van de kust van Klein-Azië kwamen en eveneens de moedergodin aanbaden. Een groot deel van centraal Europa werd zo reeds vroeg gekoloniseerd door deze gemengde typen der breedhoofdige, blanke rassen, die de moedergodin vereerden en hun doden in een godsdienstige rite cremeerden, want het was de gewoonte der aanhangers van de cultus van de moedergodin om hun gestorvenen in stenen hutten te verbranden.


◄ 80:7
 
80:9 ►