◄ 69:0
Verhandeling 69
69:2 ►

Primitieve menselijke instellingen

1. Fundamentele menselijke instellingen

69:1.1

Alle menselijke instellingen voorzien in de een of andere sociale behoefte uit het verleden of in het heden, ondanks het feit dat als zij zich te sterk ontwikkelen, er onvermijdelijk afbreuk wordt gedaan aan de waarde van het individu, omdat dan de persoonlijkheid wordt overschaduwd en het initiatief afneemt. De mens dient zijn instellingen te beheersen, in plaats van toe te laten dat hij zelf door deze voortbrengselen van de zich ontwikkelende beschaving wordt overheerst.

69:1.2

Er zijn drie soorten algemene menselijke instellingen:

69:1.3

1. De instellingen ten behoeve van het levensonderhoud. Deze instellingen omvatten de gebruiken die ontstaan uit de honger naar voedsel en de daarmee verbonden instincten van zelfbehoud. Hieronder vallen nijverheid, bezit, veroveringsoorlogen en het gehele apparaat der regelgeving in de samenleving. Vroeg of laat zorgt het vrees-instinct voor het ontstaan van deze overlevingsinstellingen door middel van taboes, conventies en religieuze sancties. Doch vrees, onwetendheid en bijgeloof hebben een grote rol gespeeld bij het eerste ontstaan en de latere ontwikkeling van alle menselijke instellingen.

69:1.4

2. De instellingen ten behoeve van de voortplanting. Dit zijn de instellingen in de samenleving die voortspruiten uit de geslachtelijke honger, het moederinstinct en de hogere, zachtere gevoelens van de volkeren. Zij omvatten de sociale beveiliging van huis en school, het gezinsleven, het onderwijs, de ethiek en de religie. Zij behelzen eveneens de huwelijksgebruiken, de verdedigingsoorlog, en het bouwen van haardsteden.

69:1.5

3. De instellingen ter voldoening van het individu. Dit zijn de gebruiken die voortvloeien uit de neiging tot ijdelheid en de gevoelens van trots, en zij omvatten het dragen van speciale kleding en persoonlijke opschik, sociale gewoonten, oorlogen uit eerzucht, dansen, vermaak, spelen en andere vormen van zintuiglijke bevrediging. De civilisatie heeft heeft echter nooit onderscheidende instellingen voor de voldoening van het individu ontwikkeld.

69:1.6

Deze drie groepen sociale gebruiken zijn onderling nauw verbonden en in de kleinste onderdelen van elkaar afhankelijk. Op Urantia vertegenwoordigen zij een complexe organisatie die functioneert als één enkel sociaal mechanisme.


◄ 69:0
 
69:2 ►