Kort na de inspectie door Satan, toen het planetair bestuur aan de vooravond stond van de verwezenlijking van grote dingen op Urantia, had Caligastia, op een dag toen het op de noordelijke continenten midwinter was, een langdurige beraadslaging met zijn medewerker Daligastia, waarna deze laatste de tien raden van Urantia voor een buitengewone zitting bijeenriep. Deze bijeenkomst werd geopend met de verklaring dat Vorst Caligastia op het punt stond zichzelf uit te roepen tot de absolute soeverein van Urantia, en eiste dat alle bestuursgroepen zouden aftreden door hun functies en macht over te dragen aan Daligastia, die als gevolmachtigde zou optreden tijdens de reorganisatie van de planetaire regering en de daaruit voortvloeiende herverdeling van deze functies van het bestuurlijke gezag.
De presentatie van deze verbazingwekkende eis werd gevolgd door de meesterlijke oproep van Van, de voorzitter van de hoge raad voor de coördinatie. Deze eminente bestuurder en bekwame jurist brandmerkte de door Caligastia voorgestelde gang van zaken als een daad die grensde aan planetaire rebellie, en deed een beroep op degenen die met hem aan de conferentie deelnamen, zich van iedere medewerking te onthouden totdat bij Lucifer, de Soeverein van het Stelsel Satania, in beroep kon worden gegaan; hierbij kreeg hij de steun van de gehele staf. Dienovereenkomstig werd in beroep gegaan op Jerusem, en meteen kwamen er opdrachten terug waarbij Caligastia werd aangewezen als opperste soeverein van Urantia en waarin bevolen werd zijn mandaten met absolute en onvoorwaardelijke trouw op te volgen. In antwoord nu op deze verbazingwekkende boodschap hield de edele Van zijn onvergetelijke, zeven uren durende toespraak, waarin hij Daligastia, Caligastia en Lucifer formeel aanklaagde wegens minachting van de soevereiniteit van het universum Nebadon; hij deed daarbij een beroep op de Meest Verhevenen van Edentia om hem te steunen en zijn standpunt te bevestigen.
Intussen waren de circuits van het stelsel verbroken: Urantia was geïsoleerd. Iedere groep van hemels leven op de planeet ontdekte plotseling en zonder voorafgaande waarschuwing, dat zij geïsoleerd was, volslagen afgesneden van alle raad en advies van buiten.
Daligastia riep Caligastia formeel uit tot ‘God van Urantia en oppermachtig over allen.’ Door deze proclamatie werd duidelijk waar het in feite om ging; iedere groep trok zich dan ook in eigen kring terug en begon daar haar beraadslagingen, discussies die uiteindelijk het lot van iedere bovenmenselijke persoonlijkheid op de planeet zouden bepalen.
Er waren serafijnen en cherubijnen en andere hemelse wezens betrokken in de beslissingen die in deze bittere strijd, dit langdurige en zondige conflict, werden genomen. Vele bovenmenselijke groepen die toevallig op Urantia aanwezig waren toen deze wereld werd geïsoleerd, werden hier vastgehouden en waren gedwongen, evenals de serafijnen en hun metgezellen, te kiezen tussen zonde en gerechtigheid—tussen de wegen die Lucifer bewandelde en de wil van de onzienlijke Vader.
Meer dan zeven jaar duurde deze strijd. Niet voordat iedere persoonlijkheid die erbij betrokken was een finale beslissing had genomen, wilden de autoriteiten van Edentia tussenbeide komen of ingrijpen, en dit deden zij dan ook niet. Pas toen werden Van en zijn loyale medewerkers in het gelijk gesteld en van hun langdurige verontrusting en ondragelijke spanning verlost.