◄ 67:0
Verhandeling 67
67:2 ►

De planetaire opstand

1. Het verraad van Caligastia

67:1.1

Caligastia had reeds driehonderdduizend jaar de verantwoording gedragen voor Urantia toen Satan, de assistent van Lucifer, hem een van zijn periodieke inspectiebezoeken kwam brengen. Toen Satan op de planeet arriveerde, leek hij in het geheel niet op uw karikaturen van zijn snode majesteit. Hij was, en is, een zeer briljante Lanonandek-Zoon. ‘En verbaast u niet, want Satan zelf is een briljant schepsel des lichts.’

67:1.2

In de loop van deze inspectie stelde Satan Caligastia op de hoogte van de ‘Vrijheidsverklaring’ welke Lucifer van plan was te proclameren, en zoals we nu weten, stemde de Vorst erin toe de planeet te verraden zodra de opstand zou worden aangekondigd. De loyale persoonlijkheden in het universum bezien Vorst Caligastia vooral met diepe minachting wegens deze tevoren beraamde schennis van het in hem gestelde vertrouwen. De Schepper-Zoon bracht deze verachting onder woorden toen hij zei: ‘Gij zijt net zoals uw leider, Lucifer, en ge hebt op zondige wijze zijn ongerechtigheid voortgezet. Vanaf het begin van zijn zelfverheerlijking was hij een vervalser, omdat hij niet in de waarheid bleef.’

67:1.3

In het gehele bestuurlijke werk van een plaatselijk universum wordt geen enkele hoge vertrouwenspositie als heiliger beschouwd, dan die welke wordt toevertrouwd aan een Planetaire Vorst die de verantwoordelijkheid op zich neemt voor het welzijn en de leiding van de evoluerende stervelingen op een pas bewoonde wereld. En van alle vormen van kwaad is er geen die de status van de persoonlijkheid meer ontwricht, dan schennis van vertrouwen en trouweloosheid jegens vrienden die zich op u verlaten. Door het begaan van deze doelbewuste zonde verwrong Caligastia zijn persoonlijkheid zo volledig, dat zijn bewustzijn sindsdien zijn evenwicht nooit meer geheel heeft hervonden.

67:1.4

Men kan zonde van vele kanten beschouwen, maar vanuit het filosofische standpunt in het universum is zonde de houding van een persoonlijkheid die zich bewust verzet tegen de kosmische realiteit. Dwaling kan worden beschouwd als een verkeerde opvatting of een verdraaiing van de werkelijkheid. Het kwaad is een gedeeltelijk besef van, of verkeerde aanpassing aan, universum-realiteiten. Maar zonde is een doelbewust verzet tegen de goddelijke realiteit—een bewuste keuze om de geestelijke vooruitgang tegen te werken—terwijl ongerechtigheid bestaat in een openlijke, aanhoudende trotsering van de erkende werkelijkheid en een mate van desintegratie van de persoonlijkheid inhoudt, die grenst aan kosmische krankzinnigheid.

67:1.5

Dwaling wijst op het ontbreken van verstandelijke scherpzinnigheid; kwaad op gebrek aan wijsheid; zonde op rampzalige geestelijke armoede; ongerechtigheid evenwel wijst op het wegvallen van persoonlijkheidsbeheersing.

67:1.6

En wanneer de zonde zo dikwijls is verkozen en zo vaak is herhaald, kan zij tot een gewoonte worden. Gewoonte-zondaren kunnen licht tot ongerechtigheid vervallen, kunnen volledig in opstand komen tegen het universum en al zijn goddelijke realiteiten. Hoewel allerlei zonden kunnen worden vergeven, betwijfelen wij of degene die volhardt in ongerechtigheid ooit oprecht berouw over zijn wandaden zal voelen of vergiffenis van zijn zonden zal aanvaarden.


◄ 67:0
 
67:2 ►