◄ 65:0
Verhandeling 65
65:2 ►

Het opperbestier over de evolutie

1. Functies van de levendragers

65:1.1

Levendragers zijn begiftigd met mogelijkheden tot persoonlijkheidsmetamorfosen die slechts weinig orden van schepselen bezitten. Deze Zonen van het plaatselijk universum kunnen in drie verschillende bestaansfasen functioneren. Gewoonlijk vervullen zij hun taak als Zonen van de midden-fase, hetgeen hun oorspronkelijke status is. Het is een Levendrager in die fase van zijn bestaan echter niet mogelijk om in de elektro-chemische domeinen te functioneren als vervaardiger van eenheden van levend bestaan uit fysische energie en materiële deeltjes.

65:1.2

De Levendragers zijn in staat op de drie volgende niveaus te functioneren, en doen dit ook metterdaad:

65:1.3

1. het elektro-chemische, fysische niveau;

65:1.4

2. de gebruikelijke midden-fase van schijnbaar morontiaal bestaan;

65:1.5

3. het gevorderde, halfgeestelijke niveau.

65:1.6

Wanneer de Levendragers zich voorbereiden om de implantatie van leven te ondernemen, en wanneer zij de plaatsen hiervoor hebben uitgezocht, roepen ze de commissie der aartsengelen voor de transmutatie van Levendragers bijeen. Deze commissie bestaat uit tien orden van uiteenlopende persoonlijkheden, waaronder de fysische controleurs en hun medewerkers, en wordt voorgezeten door het hoofd der aartsengelen die in deze hoedanigheid optreedt als gevolmachtigde van Gabriël, met toestemming van de Ouden der Dagen. Als deze wezens op de juiste wijze met elkaar in circuit worden gebracht, kunnen zij zulke modificaties in de Levendragers tot stand brengen, dat zij in staat zijn rechtstreeks op de fysische niveaus van de elektro-chemie te functioneren.

65:1.7

Nadat de levenspatronen zijn geformuleerd en de materiële organisaties naar behoren zijn voltooid, worden direct de bovenmateriële krachten werkzaam die betrokken zijn bij de propagatie van leven, en is er leven tot stand gebracht. Hierop worden de Levendragers onmiddellijk teruggebracht tot hun normale midden-fase van persoonlijkheidsbestaan, en in deze staat kunnen zij de levende eenheden manipuleren en de evoluerende organismen bewerken, zelfs nu ze in het geheel niet meer beschikken over de mogelijkheid om nieuwe patronen van levende materie te organiseren—te scheppen.

65:1.8

Wanneer de biologische evolutie een bepaalde loop heeft volbracht en er in de hoogste tot ontwikkeling komende organismen vrije wil van het menselijke type is verschenen, moeten de Levendragers de planeet verlaten of anders een gelofte van onthouding afleggen; dat wil zeggen, zij moeten zich verbinden af te zien van alle pogingen om de loop der organische evolutie verder te beïnvloeden. En wanneer dergelijke geloften vrijwillig worden afgelegd door die Levendragers die verkiezen op de planeet te blijven als toekomstige adviseurs van degenen aan wie de verzorging van de pas ontwikkelde wilsschepselen zal worden toevertrouwd, wordt een commissie van twaalf bijeengeroepen welke wordt voorgezeten door het hoofd van de Avondsterren, handelend op gezag van de Soeverein van het Stelsel en met toestemming van Gabriël; direct worden deze Levendragers dan overgebracht naar de derde fase van hun persoonlijkheidsbestaan—het niveau van halfgeestelijk bestaan. En sinds de tijd van Andon en Fonta heb ik steeds in deze derde fase van bestaan op Urantia gefunctioneerd.

65:1.9

Wij zien uit naar de tijd dat het universum in licht en leven bestendigd zal zijn, naar een mogelijke vierde stadium van bestaan waarin wij geheel geestelijk zullen zijn, maar de techniek waardoor wij deze begerenswaardige, gevorderde staat zullen bereiken is ons nooit geopenbaard.


◄ 65:0
 
65:2 ►