◄ 62:5
Verhandeling 62
62:7 ►

De dageraad-rassen van de vroege mens

6. De evolutie van het menselijke bewustzijn

62:6.1

Wij, de Levendragers op Urantia, hadden de lange periode van waakzaam wachten meegemaakt vanaf de dag dat we voor het eerst levensplasma in de wateren van de planeet hadden geïmplanteerd, en het spreekt vanzelf dat het verschijnen van de eerste werkelijk intelligente en met wil toegeruste wezens ons grote vreugde en de allerhoogste voldoening bracht.

62:6.2

Wij hadden de tweeling zich mentaal zien ontwikkelen door onze waarnemingen van het functioneren van de zeven assistent-bewustzijnsgeesten die ten tijde van onze aankomst op de planeet aan Urantia waren toegewezen. Tijdens de gehele lange evolutionaire ontwikkeling van het leven op de planeet, hadden deze onvermoeibare dienaren van het bewustzijn steeds een toename geregistreerd van hun vermogen om contact te maken met de zich stap voor stap ontplooiende hersencapaciteit van de progressief hogere dierlijke schepsels.

62:6.3

In het begin kon alleen de geest van intuïtie functioneren in het instinctieve reflexgedrag van het primordiale dierenleven. Toen zich hogere typen differentieerden, kon de geest van begrip deze schepselen de gave van spontane gedachtenassociatie schenken. Later zagen wij de geest van moed in werking: evoluerende dieren ontwikkelden werkelijk een primitieve vorm van beschermend zelfbewustzijn. Nadat de zoogdiergroepen verschenen waren, aanschouwden wij hoe de geest van kennis zich in toenemende mate manifesteerde. En de evolutie van de hogere zoogdieren bracht het functioneren van de geest van overleg met zich mee, en hieruit volgde de groei van het kudde-instinct en het begin van primitieve sociale ontwikkeling.

62:6.4

Gedurende de evolutie van de dageraad-zoogdieren, de midden-zoogdieren en de Primaten, hadden wij het toenemende dienstbetoon van de eerste vijf assistent-geesten waargenomen. Maar de twee laatsten, de hoogste dienaren van het bewustzijn, waren nog nooit in staat geweest om in het evolutionaire bewustzijn van het Urantia-type te functioneren.

62:6.5

Stelt u zich onze vreugde voor toen op een bepaalde dag—de tweeling was ongeveer tien jaar oud—de geest van godsverering voor het eerst contact maakte met het bewustzijn van het meisje en kort daarna met dat van de jongen. Wij wisten dat iets dat nauw verwant was aan menselijk bewustzijn zijn hoogtepunt naderde, en toen zij zich ongeveer een jaar later ten gevolge van nadenken en doelgerichte besluitvorming, ten slotte voornamen om van huis weg te vluchten en naar het noorden te trekken, begon de geest van wijsheid te functioneren op Urantia, in het bewustzijn van deze twee nu erkende menselijke wezens.

62:6.6

Onmiddellijk trad er een nieuwe wijze van mobilisatie van de zeven assistent-bewustzijnsgeesten in werking. Wij waren vol verwachting, wij beseften dat het lang verwachte uur naderde en we wisten dat we op de drempel stonden van de verwerkelijking van onze langdurige inspanningen om wilsschepselen te ontwikkelen op Urantia.


◄ 62:5
 
62:7 ►