◄ 6:7
Verhandeling 6
7:0 ►

De Eeuwige Zoon

8. Het besef van de Eeuwige Zoon

6:8.1

Wat zijn identiteit, natuur en andere persoonlijkheidskenmerken betreft, is de Eeuwige Zoon geheel de gelijke, het volmaakte complement en de eeuwige tegenhanger van de Universele Vader. In dezelfde zin waarin God de Universele Vader is, is de Zoon de Universele Moeder. En wij allen, hoog en laag, vormen hun universele gezin.

6:8.2

Om het karakter van de Zoon naar waarde te schatten, dient ge de openbaring van het g oddelijke karakter van de Vader te bestuderen: zij zijn voor immer en onscheidbaar één. Als goddelijke persoonlijkheden zijn zij voor de denkende wezens van lagere orden praktisch niet van elkaar te onderscheiden. Voor hen die hun oorsprong hebben in de scheppingsdaden van de Godheden zelf, is het niet zo moeilijk hen afzonderlijk te onderkennen. Wezens die geboren zijn in het centrale universum en op het Paradijs, nemen de Vader en de Zoon niet alleen waar als één persoonlijke eenheid die het universum beheerst, maar ook als twee afzonderlijke persoonlijkheden, die in welomschreven bestuurlijke domeinen van het universum werkzaam zijn.

6:8.3

Als personen moogt ge u de Universele Vader en de Eeuwige Zoon als afzonderlijke individuen voorstellen, want dit zijn zij inderdaad; maar in het bestuur van de universa zijn zij zo verstrengeld en onderling verbonden, dat het niet altijd mogelijk is tussen hen te onderscheiden. Wanneer men in de aangelegenheden van de universa de Vader en de Zoon in verwarrende onderlinge associaties ontmoet, is het niet altijd nuttig te trachten hun handelingen van elkaar te scheiden. Houdt alleen voor ogen dat God de initiërende gedachte is, en de Zoon het uitdrukkingsvolle woord. In ieder plaatselijk universum is deze onafscheidelijkheid gepersonaliseerd in de goddelijkheid van de Schepper-Zoon, die voor de schepselen van tien miljoen bewoonde werelden zowel de Vader als de Zoon vertegenwoordigt.

6:8.4

De Eeuwige Zoon is oneindig, maar men kan hem benaderen door de personen van zijn Paradijs-Zonen, en door het geduldige dienstbetoon van de Oneindige Geest. Zonder de dienst van zelfschenkingen van de Paradijs-Zonen en het liefdevolle dienstbetoon van de schepselen van de Oneindige Geest, zouden wezens van materiële oorsprong nauwelijks kunnen hopen de Eeuwige Zoon te bereiken. Evenzeer is waar dat met de hulp en leiding van deze hemelse instanties, de zich van God bewuste sterveling zeker het Paradijs zal bereiken en eens persoonlijk in de tegenwoordigheid van deze majesteitelijke Zoon der Zonen zal staan.

6:8.5

Ook al is de Eeuwige Zoon het patroon van wat de persoonlijkheid van de sterveling kan bereiken, toch zult ge het gemakkelijker vinden om de realiteit van de Vader en van de Geest te vatten, omdat de Vader de daadwerkelijke schenker is van uw menselijke persoonlijkheid, en de Oneindige Geest de absolute bron is van uw sterfelijke bewustzijn. Maar wanneer ge opklimt langs het pad van geestelijke vooruitgang naar het Paradijs, zal de persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon steeds werkelijker voor u worden en zal de realiteit van zijn oneindige geestelijke bewustzijn duidelijker waarneembaar worden voor uw bewustzijn, dat dan steeds geestelijker wordt.

6:8.6

Het idee van de Eeuwige Zoon kan nooit helder stralen in uw materiële bewustzijn of in het morontiale bewustzijn daarna. Pas wanneer ge tot geest wordt en uw opklimming als geest-wezen begint, zal uw begrip van de persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon even levendig beginnen te worden als uw voorstelling van de persoonlijkheid van de Schepper-Zoon die van het Paradijs afkomstig is, en in eigen persoon en als een persoon eens is geïncarneerd en op Urantia heeft geleefd als mens onder de mensen.

6:8.7

Gedurende de gehele periode waarin ge ervaring opdoet in het plaatselijk universum, moet de Schepper-Zoon, wiens persoonlijkheid wèl begrijpelijk is voor de mens, de compensatie vormen voor uw onvermogen om de volle betekenis te verstaan van de meer uitsluitend geestelijke, maar niettemin persoonlijke, Eeuwige Zoon van het Paradijs. Wanneer ge verder gaat door Orvonton en Havona, wanneer ge het levendige beeld van de Schepper-Zoon van uw plaatselijk universum en de sterke herinneringen aan hem achter u laat, zal het voorbijgaan van deze materiële en morontiale ervaring worden gecompenseerd door steeds meer omvattende denkbeelden over en een intenser begrip van de Eeuwige Zoon van het Paradijs, wiens realiteit en nabijheid voortdurend zal toenemen naarmate ge het Paradijs dichter nadert.

6:8.8

De Eeuwige Zoon is een grootse en glorieuze persoonlijkheid. Ook al gaat het de vermogens van het sterfelijke en materiële bewustzijn te boven om de actualiteit van de persoonlijkheid van zulk een oneindig wezen te begrijpen, twijfelt niet, hij is een persoon. Ik weet waarover ik spreek. Welhaast ontelbare malen heb ik in de tegenwoordigheid van deze goddelijke Eeuwige Zoon gestaan, en ben ik daarna uitgetrokken naar het universum om zijn minzame bevelen uit te voeren.

6:8.9

[Op schrift gesteld door een Goddelijke Raadsman die is aangewezen om deze verklaring waarin de Eeuwige Zoon van het Paradijs wordt beschreven, te formuleren.]


◄ 6:7
 
Verhandeling 7 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.