◄ 53:7
Verhandeling 53
53:9 ►

De opstand van Lucifer

8. De Zoon Des Mensen op Urantia

53:8.1

Lucifer en Satan doorkruisten het stelsel Satania vrijelijk tot de voltooiing van de zelfschenkingsmissie van Michael op Urantia. Zij waren voor het laatst samen op uw wereld ten tijde van hun gecombineerde aanval op de Zoon des Mensen.

53:8.2

Wanneer voordien de Planetaire Vorsten, de ‘Zonen van God’ periodiek verzameld waren, ‘kwam Satan ook,’ bewerende dat hij alle geïsoleerde werelden van de gevallen Planetaire Vorsten vertegenwoordigde. Maar deze vrijheid wordt hem op Jerusem sinds Michaels laatste zelfschenking niet meer toegestaan. Tengevolge van de poging van Lucifer en Satan om Michael te corrumperen toen hij in het vlees der zelfschenking was, is in heel Satania alle sympathie voor hen verdwenen, dat wil zeggen, buiten de geïsoleerde werelden van zonde.

53:8.3

De zelfschenking van Michael heeft de opstand van Lucifer in heel Satania beëindigd, behalve op de planeten van de afvallige Planetaire Vorsten. En dit was de betekenis van Jezus’ persoonlijke ervaring, kort voor zijn dood in het vlees, toen hij op een dag tegen zijn discipelen uitriep: ‘En ik zag Satan als bliksem uit de hemel vallen.’ Deze was met Lucifer naar Urantia gekomen voor de laatste, cruciale strijd.

53:8.4

De Zoon des Mensen was vol vertrouwen dat hij zou slagen, en hij wist dat zijn triomf op uw wereld de status van zijn eeuwenoude vijanden voor altijd zou regelen, niet alleen in Satania maar ook in de twee andere stelsels waar zonde haar intrede had gedaan. Er was overleving voor stervelingen en veiligheid voor engelen toen uw Meester, in antwoord op de voorstellen van Lucifer, kalm en met goddelijke zekerheid sprak: ‘Ga achter mij, Satan.’ Dit was, in principe, het werkelijke einde van de opstand van Lucifer. De rechtbanken op Uversa hebben weliswaar inzake het appèl van Gabriël waarbij hij verzoekt de opstandelingen te vernietigen, hun beslissing tot tenuitvoerlegging nog niet uitgesproken, maar een dergelijke beslissing zal in de volheid der tijden ongetwijfeld worden genomen, aangezien de eerste stap in de behandeling van deze zaak reeds is gezet.

53:8.5

Caligastia werd door de Zoon des Mensen tot kort voor diens dood erkend als de formele Vorst van Urantia. Jezus sprak: ‘Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de vorst dezer wereld neergeworpen worden.’ Toen de voltooiing van zijn levenswerk nog nader was gekomen, kondigde hij aan: ‘De vorst dezer wereld is geoordeeld.’ En het is deze zelfde onttroonde en tot schande gekomen Vorst, die eens werd aangeduid als de ‘God van Urantia.’

53:8.6

Het laatste wat Michael deed voordat hij Urantia verliet, was dat hij Caligastia en Daligastia genade aanbood, maar zij versmaadden zijn tedere voorstel. Het staat Caligastia, uw afvallige Planetaire Vorst, nog steeds vrij om op Urantia zijn misdadige plannen na te streven, maar hij heeft absoluut geen macht om het bewustzijn van mensen binnen te dringen en evenmin kan hij hun zielen benaderen om deze te verleiden of te corrumperen, tenzij zij werkelijk verlangen naar de vloek van zijn boze tegenwoordigheid.

53:8.7

Vóór de zelfschenking van Michael trachtten deze heersers der duisternis hun gezag op Urantia in stand te houden, en weerstonden zij hardnekkig de lagere, ondergeschikte hemelse persoonlijkheden. Maar sinds de dag van Pinksteren zijn deze verraderlijke Caligastia, en zijn even verachtelijke medewerker Daligastia, slaafs onderworpen in de tegenwoordigheid van de goddelijke majesteit der Gedachtenrichters van het Paradijs en de beschermende Geest van Waarheid, de geest van Michael, die is uitgestort over alle vlees.

53:8.8

Zelfs nu dit zo is, moet echter worden gezegd dat geen enkele gevallen geest ooit de macht heeft gehad om het bewustzijn van de kinderen Gods binnen te dringen of hun ziel te kwellen. Noch Satan noch Caligastia heeft ooit de geloofszonen Gods kunnen beroeren of benaderen; geloof is een doelmatig pantser tegen zonde en ongerechtigheid. Het is waar: ‘Hij die uit God geboren is, bewaart zichzelf, en de boze heeft geen vat op hem.’

53:8.9

In het algemeen worden zwakke, verdorven stervelingen, wanneer men aanneemt dat zij onder de invloed staan van duivels en demonen, uitsluitend beheerst door hun eigen inherente, lage aanleg, omdat zij worden meegevoerd door hun eigen natuurlijke neigingen. Aan de duivel is veel kwaad toegeschreven dat hem niet toebehoort. Caligastia is betrekkelijk machteloos geweest sinds het kruis van Christus.


◄ 53:7
 
53:9 ►