Het is ontegenzeggelijk moeilijk om in de Engelse [Nederlandse] taal de juiste woorden te vinden om de verschillende niveaus van Paradijskracht en energie—fysische, mentale, en geestelijke—aan te duiden en te beschrijven. In deze verhandelingen kunnen wij uw algemeen aanvaarde definities van Paradijskracht, energie en kracht niet in alle opzichten volgen. Er heerst bij u zo’n armoede van taal, dat we deze termen in meervoudige betekenissen moeten gebruiken. In deze verhandeling wordt het woord energie bijvoorbeeld gebruikt om alle fasen en vormen van waarneembare beweging, actie en potentiaal aan te duiden, terwijl Paradijskracht wordt gehanteerd als aanduiding van de stadia van energie vóór de zwaartekracht, en kracht voor stadia nà de zwaartekracht.
Ik zal echter trachten de begripsverwarring te verminderen en stel u voor de volgende indeling van kosmische Paradijskracht, wordende energie en universum-kracht—fysische energie—als wenselijk over te nemen:
1. Ruimtepotentie. Dit is de onbetwistbare presentie in de vrije ruimte van het Ongekwalificeerd Absolute. In ruimere zin impliceert dit begrip het Paradijskracht-ruimtepotentiaal van het universum dat inherent is in de functionele totaliteit van het Ongekwalificeerd Absolute, terwijl het in engere zin de totaliteit inhoudt van de kosmische werkelijkheid—de universa—die als eeuwigheid is geëmaneerd uit het Paradijs-Eiland, dat zonder begin, zonder einde, zonder beweging en zonder verandering bestaat.
De verschijnselen die ingeschapen zijn in de onderzijde van het Paradijs omvatten vermoedelijk drie zones van absolute Paradijskracht-presentie en -werking: de steunpunt zone van het Ongekwalificeerd Absolute, de zone van het Paradijs-Eiland zelf, en de tussenliggende zone van bepaalde niet-geïdentificeerde egaliserende en compenserende factoren of functies. Deze drievoudig concentrische zones zijn het centrum van de Paradijs-cyclus der kosmische werkelijkheid.
De ruimtepotentie is een vóórwerkelijkheid; zij is het domein van het Ongekwalificeerd Absolute en reageert alleen op de persoonlijke greep van de Universele Vader, ondanks het feit dat zij vatbaar lijkt voor modificatie door de tegenwoordigheid van de Primaire Meester-Krachtorganisatoren.
Op Uversa wordt de ruimtepotentie absoluta genoemd.
2. Primordiale Paradijskracht. Deze vertegenwoordigt de eerste fundamentele verandering in de ruimtepotentie en is wellicht een van de functies van het Ongekwalificeerd Absolute aan de onderzijde van het Paradijs. Wij weten dat de ruimte-presentie die van de onderzijde van het Paradijs uitgaat, een bepaalde modificatie is van hetgeen naar binnen komt. Maar ongeacht zulke mogelijke verbanden, is de openlijk erkende transmutatie van ruimtepotentie tot primordiale Paradijskracht de primaire differentiërende functie van de spanning-aanwezigheid der levende Paradijskrachtorganisatoren.
Passieve en potentiële Paradijskracht wordt actief en primordiaal in respons op de weerstand die wordt verschaft door de ruimte-tegenwoordigheid van de Primaire Geresulteerde Meester-Krachtorganisatoren. Paradijskracht treedt nu uit het exclusieve domein van het Ongekwalificeerd Absolute tevoorschijn tot in de gebieden van meervoudige respons—respons op bepaalde primaire bewegingen, op gang gebracht door de God van Actie, en daarna op bepaalde compenserende bewegingen die van het Universeel Absolute uitgaan. Primordiale Paradijskracht is klaarblijkelijk reactief op transcendentale veroorzaking al naargelang de absoluutheid.
Primordiale Paradijskracht wordt soms aangeduid als pure energie; op Uversa noemen wij haar segregata.
3. Wordende energieën. De passieve tegenwoordigheid van de primaire krachtorganisatoren is voldoende om het ruimtepotentiaal te transformeren tot primordiale Paradijskracht, en op zulk een geactiveerd ruimteveld beginnen deze zelfde krachtorganisatoren nu hun eerste actieve werkzaamheden. Primordiale Paradijskracht moet door twee afzonderlijke fasen van transmutatie in de gebieden van energie-manifestatie heen, alvorens als universum-kracht tevoorschijn te kunnen komen. Deze twee niveaus van wordende energie zijn:
a. Machtige Energie. Dit is de krachtig-directieve, uit massale beweging voortkomende energie die een machtige spanning heeft en krachtdadig kan reageren—gigantische energiesystemen in beweging gezet door de activiteiten van de primaire krachtorganisatoren. Deze primaire of machtige energie is aanvankelijk niet duidelijk responsief op de aantrekkingskracht van het Paradijs, ofschoon zij waarschijnlijk wel een aggregaat-massale of ruimte-gerichte respons oplevert op de collectieve groep der absolute invloeden die werkzaam zijn vanuit de onderzijde van het Paradijs. Wanneer energie zover aan de dag treedt dat zij responsief begint te worden op de circulaire absolute zwaartekrachtsgreep van het Paradijs, maken de primaire krachtorganisatoren plaats voor hun secundaire partners, die vervolgens gaan functioneren.
b. Zwaartekracht-energie. De nu verschijnende energie die responsief is op de zwaartekracht, draagt het potentieel van universum-kracht in zich en wordt de actieve stamvader van alle materie in het universum. Deze secundaire of zwaartekracht-energie is het produkt van de verdere ontwikkeling van de energie die het resultaat is van de druk-aanwezigheid van de Geassocieerde Transcendentale Meester-Krachtorganisatoren en van de spanningrichtingen die dezen instellen. In respons op het werk van deze Paradijskrachtbewerkers, gaat ruimte-energie snel over van het machtige tot het zwaartekracht-stadium, waardoor zij direct responsief wordt op de circulaire greep van de (absolute) zwaartekracht van het Paradijs, terwijl zich ook een zeker vermogen tot gevoeligheid openbaart voor de aantrekking van de lineaire zwaartekracht die inherent is aan de materiële massa van de elektronische en post-elektronische stadia van energie en materie, die dan spoedig verschijnen. Wanneer de respons op de zwaartekracht is verschenen, kunnen de Geassocieerde Meester-Krachtorganisatoren zich terugtrekken uit de cyclonen van energie in de ruimte, mits de Universum-Krachtdirigenten kunnen worden aangesteld op dit werkterrein.
Wij weten helemaal niet zeker wat de precieze oorzaken zijn van de vroege stadia van de evolutie van Paradijskracht, maar wij herkennen de intelligente werking van de Ultieme op beide niveaus van de manifestatie van wordende energie. Op Uversa worden machtige en zwaartekracht-energieën, wanneer zij samen worden beschouwd, aangeduid als ultimata.
4. Universum-kracht. Ruimte-Paradijskracht is veranderd in ruimte-energie en vandaar in de energie die door zwaartekracht wordt beheerst. Aldus is de fysische energie zo rijp gemaakt, dat zij in kanalen van kracht kan worden geleid en dienstbaar kan worden gemaakt aan de veelsoortige doelstellingen van de Scheppers van het universum. Dit werk wordt voortgezet door veelzijdige dirigenten, centra en controleurs van de fysische energie in het grootuniversum—de georganiseerde en bewoonde scheppingen. Deze Universum-Krachtdirigenten nemen de min of meer volledige controle op zich over eenentwintig van de dertig fasen van energie die het huidige energiesysteem van de zeven superuniversa vormen. Dit domein van kracht-energie-materie is het gebied van de intelligente werkzaamheden van de Zevenvoudige, die functioneert onder de albeheersing in tijd en ruimte van de Allerhoogste.
Op Uversa betitelen wij het gebied van de universum-kracht gravita.
5. Havona-energie. Dit relaas heeft in zijn opzet de lijn gevolgd naar het Paradijs, want het volgt de transmuterende ruimte-Paradijskracht niveau na niveau, tot waar de energie-kracht van de universa in tijd en ruimte actief is. Wanneer wij de lijn naar het Paradijs verder voortzetten, treffen wij vervolgens een preëxistente fase van energie aan, die kenmerkend is voor het centrale universum. Hier lijkt de evolutionaire cyclus om te draaien: energie-kracht lijkt nu weer Paradijskracht te worden, maar nu Paradijskracht die van geheel andere aard is dan ruimtepotentie en primordiale kracht. Havona-energiesystemen zijn niet tweeledig, maar drieënig. Dit is het existentiële energiedomein van de Vereend Handelende Geest, functionerend namens de Paradijs-Triniteit.
Op Uversa staan deze energieën van Havona bekend als triata.
6. Transcendentale energie. Dit energiesysteem opereert op en vanuit het bovenste niveau van het Paradijs en wel uitsluitend in verband met de absoniete volkeren. Op Uversa wordt het tranosta genoemd.
7. Monota. Energie is nauw verwant aan goddelijkheid wanneer het Paradijs-energie is. Wij zijn geneigd te geloven dat monota de levende, niet-geest energie van het Paradijs is—een eeuwigheidscomplement van de levende geest-energie van de Oorspronkelijke Zoon—en om deze reden het niet-geestelijke energiesysteem van de Universele Vader.
Wij kunnen de natuur van Paradijs-geest niet onderscheiden van Paradijs-monota; ogenschijnlijk zijn zij gelijk. Ze hebben verschillende namen, maar wij kunnen u niet veel meedelen over een realiteit waarvan de geestelijke en niet-geestelijke manifestaties zich slechts in naam van elkaar onderscheiden.
Wij weten dat eindige schepselen de ervaring van het vereren van de Universele Vader kunnen bereiken door het dienstbetoon van God de Zevenvoudige en de Gedachtenrichters, maar wij betwijfelen of enige subabsolute persoonlijkheid, zelfs een krachtdirigent, de oneindigheid der energie van de Eerste Grote Bron en Centrum kan begrijpen. Eén ding is zeker: indien de krachtdirigenten al bedreven zijn in de techniek van de metamorfose van ruimte-Paradijskracht, maken zij dit geheim niet aan de rest van ons bekend. Ik ben van mening dat zij de functie van de krachtorganisatoren niet geheel begrijpen.
Deze krachtdirigenten zijn zelf energiekatalysatoren; dat wil zeggen dat zij door hun tegenwoordigheid bewerkstelligen dat energie segmenteert, zich organiseert of zich in formaties van eenheden samenvoegt. Dit alles houdt in dat er iets inherent moet zijn in energie, waardoor zij in de tegenwoordigheid van deze kracht-entiteiten zo gaat functioneren. De Melchizedeks van Nebadon duiden het verschijnsel van de transmutatie van kosmische Paradijskracht tot universum-kracht reeds lang aan als één van de zeven ‘oneindigheden van goddelijkheid.’ Wat dit punt aangaat, zult ge tijdens de opklimming in uw plaatselijk universum niet verder komen.
Ondanks ons onvermogen om de oorsprong, natuur en transmutaties van kosmische Paradijskracht volledig te begrijpen, zijn wij wel geheel op de hoogte van alle fasen van het gedrag der wordende energie sinds de tijden dat zij direct en onmiskenbaar ging reageren op de werking van de zwaartekracht van het Paradijs—ongeveer toen de krachtdirigenten van de superuniversa begonnen te functioneren.