HET Korps der Sterfelijke Volkomenen vormt de thans bekende bestemming van de opklimmende stervelingen uit de tijd die met Richters zijn gefuseerd. Tot dit korps behoren echter ook nog ook andere groepen. Het primaire korps van volkomenen bestaat uit de volgende groeperingen:
1. Ingeborenen van Havona;
2. Zwaartekracht-Boodschappers;
3. Verheerlijkte Stervelingen;
4. Geadopteerde Serafijnen;
5. Verheerlijkte Materiële Zonen;
6. Verheerlijkte Middenschepselen.
Tezamen vormen deze zes groepen verheerlijkte wezens dit unieke lichaam met een eeuwige bestemming. Wij menen hun toekomstig werk te kennen, doch zijn er niet zeker van. Ofschoon het Korps der Sterfelijke Volkomenheid thans op het Paradijs wordt gemobiliseerd, en ofschoon de leden ervan nu op zulk een uitgebreide schaal de universa in de ruimte dienen en de werelden bestu- ren die bestendigd zijn in licht en leven, moeten de universa die zich nu in de buiten-ruimte organise- ren wel hun toekomstige bestemming zijn. Dit is tenminste hetgeen op Uversa wordt verondersteld.
Het korps is georganiseerd conform de werkverbanden van de werelden in de ruimte en in overeenstemming met de associatieve ervaring die gedurende de lange, veelbewogen loopbaan naar omhoog is verworven. Alle schepselen in opklimming die tot dit korps worden toegelaten, worden op voet van gelijkheid ontvangen, doch deze verheven gelijkheid heft de individualiteit of de persoonlijke identiteit geenszins op. Wanneer wij contact hebben met een volkomene, kunnen wij direct zien of hij een sterveling in opklimming is, een ingeborene van Havona, een geadopteerde serafijn, een middenschepsel of een Materiële Zoon.
Gedurende het huidige universum-tijdperk keren de volkomenen terug naar de universa in de tijd om daar te dienen. Zij worden achtereenvolgens in de verschillende superuniversa aangesteld, doch arbeiden nooit in het superuniversum waaruit zij afkomstig zijn, totdat zij in alle zes andere superscheppingen hebben gediend. Aldus kunnen zij zich de zevenvoudige voorstelling van de Allerhoogste eigen maken.
Een of meer compagnieën van de sterfelijke volkomenen doen voortdurend dienst op Urantia. Er is geen terrein van dienst in het universum waar zij niet zijn aangesteld; zij functioneren universeel en afwisselend in gelijke perioden van taakvervulling en vrij dienstbetoon.
Wij hebben geen idee van de aard van de toekomstige organisatie van deze buitengewone groepering, doch de volkomenen vormen thans een lichaam met volkomen zelfbestuur. Zij kiezen hun eigen permanente, periodieke leiders en bestuurders, ook de leiders der aanstellingen. Hun beleid kan door geen enkele invloed van buiten beïnvloed worden, en hun eed van trouw leggen zij alleen af aan de Paradijs-Triniteit.
De volkomenen hebben hun eigen hoofdkwartieren op het Paradijs, in de superuniversa, in de plaatselijke universa, en in alle hoofdwerelden der onderafdelingen. Zij zijn een afzonderlijke orde in de evolutionaire schepping. Wij besturen hen niet rechtstreeks en hebben ook geen zeggenschap over hen, en toch zijn zij absoluut loyaal en werken zij altijd mee met al onze plannen. Zij zijn inderdaad de beproefde en betrouwbare zielen uit tijd en ruimte—het evolutionaire zout van het universum—en nemen steeds toe in getal en zijn voor immer bestand tegen het kwaad en veilig voor zonde.