◄ 195:9
Verhandeling 195
196:0 ►

Na Pinksteren

10. De toekomst

195:10.1

Het Christendom heeft deze wereld werkelijk een grote dienst bewezen, maar wat nu het meest nodig is, is Jezus. De wereld heeft er behoefte aan Jezus opnieuw op aarde te zien leven in de ervaring van uit de geest geboren stervelingen die de Meester doeltreffend aan alle mensen openbaren. Het is nutteloos om over een wederopleving van het eerste Christendom te praten: ge moet voorwaarts gaan vanwaar ge u bevindt. De moderne cultuur moet geestelijk worden gedoopt met een nieuwe openbaring van Jezus’ leven en verlicht worden door een nieuw verstaan van zijn evangelie van eeuwige redding. En wanneer Jezus op deze wijze zal worden verhoogd, zal hij alle mensen tot zich trekken. De discipelen van Jezus moeten meer dan overwinnaars zijn, ja, overvloeiende bronnen van inspiratie en verdiept leven voor alle mensen. Religie is slechts een verheven humanisme totdat zij goddelijk wordt door de ontdekking van de realiteit van de tegenwoordigheid van God in de persoonlijke ervaring.

195:10.2

De schoonheid en verhevenheid, de menselijkheid en goddelijkheid, de eenvoud en het unieke van het leven van Jezus op aarde, vormen zo’n treffend, aantrekkelijk beeld van mensenredding en Godsopenbaring, dat het de theologen en filosofen van alle tijden er daadwerkelijk van moet weerhouden geloofsbelijdenissen te durven opstellen of theologische stelsels van geestelijke slavernij te durven scheppen uit zulk een trancendente schenking van God in de vorm van een mens. In Jezus heeft het universum een sterveling voortgebracht in wie de geest der liefde triomfeerde over de materiële belemmeringen van de tijd, en het feit van zijn fysische oorsprong te boven kwam.

195:10.3

Houdt immer dit voor ogen: God en de mensen hebben elkaar nodig. Zij zijn wederzijds noodzakelijk voor het volledig en finaal verwerven van eeuwige persoonlijkheidservaring in de goddelijke bestemming van universum-finaliteit.

195:10.4

‘Het koninkrijk Gods is binnen ulieden’ was waarschijnlijk de belangrijkste uitspraak die Jezus ooit gedaan heeft, naast de verklaring dat zijn Vader een levende, liefdevolle geest is.

195:10.5

Bij het winnen van zielen voor de Meester zal niet de eerste mijl van dwang, verplichting of conventie, de mens en zijn wereld transformeren, maar veeleer de tweede mijl van vrijwillige dienstbaarheid en vrijheidlievende toewijding, die betekent dat de hand naar de broeder wordt uitgestoken zoals Jezus dit deed, om deze broeder in liefde vast te grijpen en hem onder geestelijke leiding voorwaarts te stuwen naar het hogere, goddelijke doel van het sterfelijke bestaan. Het Christendom is zelfs nu bereid om de eerste mijl te gaan, maar de mensheid verkwijnt en strompelt voort in morele duisternis, omdat er zo weinigen zijn die de tweede mijl echt gaan—zo weinig belijdende volgelingen van Jezus, die werkelijk leven en liefhebben zoals hij zijn discipelen leerde te leven en lief te hebben en te dienen.

195:10.6

De oproep tot de avontuurlijke onderneming om een nieuwe, getransformeerde, menselijke samenleving op te bouwen door middel van de geestelijke wedergeboorte van Jezus’ broederschap van het koninkrijk, moet allen die in hem geloven met enthousiasme vervullen, zozeer als niet meer is voorgekomen sinds de dagen toen zij rondgingen op aarde als zijn metgezellen in het vlees.

195:10.7

Geen enkel sociaal systeem of politiek regime dat de realiteit van God ontkent, kan op een constructieve, duurzame wijze bijdragen aan de vooruitgang van de menselijke civilisatie. Maar het Christendom zoals het thans is onderverdeeld en geseculariseerd, vormt op zich het grootste struikelblok voor haar verdere vooruitgang; dit geldt speciaal met betrekking tot het Oosten.

195:10.8

Kerkelijk gezag is ten enenmale onverenigbaar met dat levende geloof, de groeiende geest en de ervaring uit de eerste hand van de geloofskameraden van Jezus in de broederschap der mensen in de geestelijke vereniging van het koninkrijk des hemels. Het loffelijke verlangen om de tradities over prestaties in het verleden te bewaren, leidt dikwijls tot het verdedigen van verouderde vormen van godsverering. Het goedbedoelde verlangen om oude denksystemen te onderhouden, is een afdoend beletsel voor het bevorderen van nieuwe, adequate middelen en methoden om de geestelijke verlangens van het zich uitbreidende en vorderende denken van de moderne mens te bevredigen. Zo staan ook de Christelijken kerken van de twintigste eeuw als grote, maar geheel onbewuste, obstakels de onmiddellijke opmars van het echte evangelie—het onderricht van Jezus van Nazaret—in de weg.

195:10.9

Velen die het ernstig menen en graag hun trouw zouden willen betonen aan de Christus van het evangelie, vinden het heel moeilijk om enthousiast hun steun te geven aan een kerk die zo weinig van de geest van zijn leven en onderricht aan de dag legt, en waarvan hun ten onrechte is geleerd dat hij haar heeft gesticht. Jezus heeft de zogenoemde Christelijke kerk niet gesticht, maar op alle manieren die bij zijn natuur passen, heeft hij haar onderhouden als de beste huidige exponent van zijn levenswerk op aarde.

195:10.10

Indien de Christelijke kerk het slechts zou aandurven het programma van de Meester te omhelzen, zouden duizenden ogenschijnlijk onverschillige jonge mensen naar voren stormen om zich aan te sluiten bij zo’n geestelijke onderneming, en zij zouden niet aarzelen dit grootse avontuur tot het einde toe door te zetten.

195:10.11

Het Christendom ziet zich in ernstige mate geconfronteerd met het noodlot dat tot uitdrukking wordt gebracht in een van haar eigen slagzinnen: `Een huis dat tegen zichzelf is verdeeld kan niet standhouden.’ De niet-Christelijke wereld zal moeilijk kunnen capituleren voor een in sekten verdeelde Christenheid. In de levende Jezus ligt de enige hoop op een mogelijke eenwording van het Christendom. De ware kerk—de broederschap van Jezus—is onzichtbaar, geestelijk, en wordt gekenmerkt door eenheid, niet noodzakelijkerwijs door eenvormigheid. Eenvormigheid is het kenteken van de fysische wereld van mechanistische aard. Geestelijke eenheid is de vrucht van de geloofseenheid met de levende Jezus. De zichtbare kerk moet weigeren de vooruitgang van de onzichtbare, geestelijke broederschap van het koninkrijk Gods nog langer in de weg te staan. En deze broederschap is bestemd om een levend organisme te worden, in tegenstelling tot een geïnstitutionaliseerde sociale organisatie. Zij kan heel goed gebruik maken van zulke sociale organisaties, maar moet zich er niet door laten verdringen.

195:10.12

Maar zelfs het Christendom van de twintigste eeuw moet niet worden veracht. Het is het voortbrengsel van het gezamenlijke morele genie van de Godkennende mensen van vele volkeren in vele eeuwen en is waarlijk een van de grootste krachten ten goede geweest op aarde: daarom moet niemand licht over het Christendom denken, ondanks de gebreken die het eigen zijn of die het heeft opgedaan. Het Christendom weet nog steeds het bewustzijn van nadenkende mensen te bewegen door krachtige morele emoties.

195:10.13

Er bestaat echter geen excuus voor de kerk wanneer zij zich inlaat met handel en politiek; zulke onheilige allianties zijn een schandelijk verraad van de Meester. En zij die de waarheid echt liefhebben, zullen niet licht vergeten dat deze machtige geïnstitutionaliseerde kerk dikwijls de euvele moed heeft gehad om pasgeboren geloof te verstikken en de brengers van waarheid die toevallig niet in orthodox gewaad gehuld waren, te vervolgen.

195:10.14

Het is maar al te waar dat zo’n kerk niet zou zijn blijven bestaan, als er geen mensen geweest waren die aan zo’n vorm van godsverering de voorkeur gaven. Vele geestelijk luie zielen begeren een oude, autoritaire godsdienst met ritueel en heilige tradities. De evolutie van de mens en zijn geestelijke vooruitgang zijn nauwelijks voldoende om alle mensen in staat te stellen het religieuze gezag af te schaffen. En de onzichtbare broederschap van het koninkrijk kan deze familiegroepen van verschillende sociale klassen en soorten temperament heel goed insluiten, indien zij maar bereid zijn waarlijk door de geest geleide zonen van God te worden. In deze broederschap van Jezus is echter geen plaats voor sectarische rivaliteit, groepsverbittering, of claims van morele superioriteit en geestelijke onfeilbaarheid.

195:10.15

Deze veelsoortige Christelijke groeperingen mogen dan wel dienen om onderdak te bieden aan talrijke verschillende typen mensen die onder de uiteenlopende volkeren in de Westerse civilisatie voor gelovigen willen doorgaan, maar deze verdeeldheid van de Christenheid vormt een ernstige zwakheid wanneer zij tracht het evangelie van Jezus aan de Oosterse volken te brengen. Deze volkeren begrijpen nog niet dat er een religie van Jezus is, die onderscheiden en enigszins los is van het Christendom dat steeds meer een religie over Jezus is geworden.

195:10.16

De grote hoop voor Urantia ligt in de mogelijkheid van een nieuwe openbaring van Jezus, met een nieuwe, meer omvattende presentatie van zijn reddende boodschap, die de talrijke families van zijn huidige belijdende volgelingen geestelijk zou verenigen in liefdevolle dienstbaarheid.

195:10.17

Zelfs het wereldlijke onderwijs zou kunnen bijdragen aan deze grote geestelijke renaissance, indien het meer aandacht zou schenken aan het werk om jonge mensen te leren hoe zij plannen kunnen maken voor hun leven en voor de ontwikkeling van hun karakter. Alle onderwijs en opvoeding moet ten dienste staan van de zorg voor, en bevordering van, het allerhoogste doel van het leven, de ontwikkeling van een majesteitelijke, evenwichtige persoonlijkheid. Er bestaat een grote behoefte aan het onderricht van morele discipline, in plaats van het vele bevredigen van de eigen verlangens. Op zulk een grondslag kan religie de bijdrage van haar geestelijke aansporing leveren aan de verruiming en verrijking van het sterfelijke leven, en zelfs aan de zekerheid en verhoging van het eeuwige leven.

195:10.18

Het Christendom is een geïmpro-viseerde godsdienst en daarom moet het in lage versnellingen te werk gaan. Geestelijke prestaties in hoge versnellingen moeten wachten tot de nieuwe openbaring en de meer algemene aanvaarding van de werkelijke religie van Jezus. Maar het Christendom is een machtige godsdienst, in aanmerking genomen dat door de alledaagse leerlingen van een gekruisigde timmerman het onderricht op gang werd gebracht dat de Romeinse wereld binnen driehonderd jaar veroverde, en dat vervolgens triomfeerde over de barbaren die Rome ten val brachten. Dit zelfde Christendom veroverde—absorbeerde en verhief—de gehele stroming van de Hebreeuwse theologie en de Griekse filosofie. En toen deze Christelijke religie in een meer dan duizend jaar lange slaaptoestand raakte door een overdosis aan mysteriën en paganisme, bracht het zichzelf vervolgens opnieuw tot leven en veroverde het praktisch de hele Westelijke wereld opnieuw. Het Christendom bevat genoeg van het onderricht van Jezus om het onsterfelijk te doen zijn.

195:10.19

Indien het Christendom maar meer van Jezus’ onderricht kon vatten, zou het zeer veel meer kunnen doen om de moderne mens te helpen zijn nieuwe, steeds complexere problemen op te lossen.

195:10.20

Het Christendom lijdt groot nadeel omdat het in het denken van de gehele wereld is geïdentificeerd met een onderdeel van het sociale stelsel, het industriële leven, en de morele normen van de Westerse civilisatie; aldus lijkt het dan ook alsof het Christendom ongewild een maatschappij heeft gesteund die wankelt onder de schuld dat zij wetenschap zonder idealisme tolereert, politiek zonder principes, rijkdom zonder werk, genietingen zonder zelfbeheersing, kennis zonder karakter, macht zonder geweten, en industrie zonder ethiek.

195:10.21

Voor het moderne Christendom valt te hopen dat het zal ophouden de sociale stelsels en het industriële beleid van de Westerse civilisatie te ondersteunen, terwijl het zich nederig buigt voor het kruis dat het zo moedig verheerlijkt, om daar opnieuw van Jezus van Nazaret de grootste waarheden te leren die de sterfelijke mens ooit te horen kan krijgen—het levende evangelie van het vaderschap van God en de broederschap der mensen.


◄ 195:9
 
Verhandeling 196 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.