◄ 194:1
Verhandeling 194
194:3 ►

De uitstorting van de Geest van Waarheid

2. De betekenis van Pinksteren

194:2.1

Jezus leefde op aarde en onderrichtte een evangelie, dat de mens verloste van het bijgeloof dat hij een kind was van de duivel en hem verhief tot de waardigheid van een geloofszoon van God. De boodschap van Jezus, zoals hij deze in zijn tijd predikte en leefde, was een doeltreffend middel ter oplossing van ’s mensen geestelijke moeilijkheden ten tijde dat hij deze tot uitdrukking bracht. En nu hij de wereld persoonlijk heeft verlaten, zendt hij in zijn plaats zijn Geest van Waarheid die bedoeld is om in de mens te wonen en, voor iedere nieuwe generatie, deze boodschap van Jezus opnieuw over te brengen, zodat iedere nieuwe groep stervelingen die op aarde verschijnt een nieuwe, eigentijdse versie van het evangelie zal hebben, precies zulke persoonlijke verlichting en groepsleiding, die zal blijken de steeds nieuwe, en gevarieerde geestelijke moeilijkheden van de mens doeltreffend te kunnen oplossen.

194:2.2

De eerste opdracht van deze geest is natuurlijk om waarheid te bevorderen en te individualiseren, want het begrijpen van waarheid is immers de hoogste vorm van menselijke vrijheid. Vervolgens is het het doel van deze geest om het gevoel van verweesdheid van de gelovige teniet te doen. Omdat Jezus onder de mensen is geweest, zouden alle gelovigen een gevoel van verlatenheid ervaren indien de Geest van Waarheid niet in het hart van de mensen was komen wonen.

194:2.3

Deze schenking van de geest van de Zoon bereidde het bewustzijn van alle normale mensen doeltreffend voor op de daarop volgende universum-schenking van de geest van de Vader (de Richter) aan het gehele mensdom. In zekere zin is deze Geest van Waarheid de geest van de Universele Vader en de Schepper-Zoon beiden.

194:2.4

Maakt niet de fout te verwachten dat ge u sterk verstandelijk bewust wordt van de uitgestorte Geest van Waarheid. De geest schept nooit een besef van zichzelf, alleen een besef van Michael, de Zoon. Van het begin af aan leerde Jezus dat de geest niet van zichzelf zou spreken. Daarom kan het bewijs van uw gemeenschap met de Geest van Waarheid niet worden gevonden in uw bewustheid van deze geest, maar veeleer in uw ervaring van een sterkere verbondenheid met Michael.

194:2.5

De geest kwam ook om de mensen te helpen zich de woorden van de Meester te herinneren en die te begrijpen, en eveneens om licht te werpen op zijn leven op aarde en dit opnieuw te interpreteren.

194:2.6

Vervolgens is de Geest van Waarheid gekomen om de gelovige bij te staan in het getuigen van de realiteiten van het onderricht van Jezus en van het leven zoals hij het in het vlees heeft geleid, en zoals hij het nu weer opnieuw en van voren af aan leidt in de individuele gelovige van iedere voorbijgaande generatie der van de geest vervulde zonen van God.

194:2.7

Aldus blijkt dat de Geest van Waarheid werkelijk komt om alle gelovigen in alle waarheid binnen te leiden, in de zich steeds uitbreidende kennis van de ervaring van de levende, groeiende geestelijke bewustheid van de realiteit van het eeuwige, opklimmende zoonschap bij God.

194:2.8

Jezus leidde een leven dat een openbaring is van de mens onderworpen aan de wil van de Vader, niet een voorbeeld dat enig mens moet trachten letterlijk na te volgen. Dit leven in het vlees, samen met zijn dood aan het kruis en de daarop volgende opstanding, werd weldra tot een nieuw evangelie over de losprijs die aldus betaald was om de mens vrij te kopen uit de klauwen van de boze—uit de veroordeling van een beledigde God. Maar ook al werd het evangelie ernstig misvormd, toch blijft het een feit dat deze nieuwe boodschap over Jezus ook vele fundamentele waarheden en leringen van zijn eerdere evangelie van het koninkrijk met zich mee heeft gedragen. En vroeg of laat zullen deze verborgen waarheden van het vaderschap van God en de broederschap der mensen opduiken en de civilisatie der gehele mensheid doeltreffend transformeren.

194:2.9

Deze vergissingen van het intellect verhinderden echter geenszins de grote vooruitgang van de gelovige in groei in de geest. In nog geen maand na de schenking van de Geest van Waarheid maakten de apostelen meer individuele geestelijke vooruitgang dan gedurende de bijna vier jaar van hun persoonlijke, liefdevolle omgang met de Meester. Evenmin vormde deze substitutie van het feit van de opstanding van Jezus voor de reddende evangelie- waarheid van het zoonschap bij God een belemmering voor de snelle verbreiding van hun onderricht: integendeel, deze overschaduwing van Jezus’ boodschap door de nieuwe leringen over zijn persoon en opstanding, leek de prediking van het goede nieuws zeer te vergemakkelijken.

194:2.10

De uitdrukking ‘de doop door de geest’, die in die tijd zo algemeen in gebruik kwam, betekende niet meer dan de bewuste aanvaarding van deze gave van de Geest van Waarheid en de persoonlijke erkenning van deze nieuwe geestelijke kracht als een versterking van alle geestelijke invloeden die eerder door Godkennende zielen werden ervaren.

194:2.11

Sinds de schenking van de Geest van Waarheid staat de mens bloot aan het onderricht en de leiding van een drievoudige geest-gift: de geest van de Vader, de Gedachtenrichter; de geest van de Zoon, de Geest van Waarheid; de geest van de Geest, de Heilige Geest.

194:2.12

Tot op zekere hoogte staat de mensheid bloot aan de dubbele invloed van het zevenvoudige appèl van de geest-invloeden van het universum. De vroege evolutionaire rassen der stervelingen staan bloot aan het groeiende contact met de zeven assistent-bewustzijnsgeesten van de Moeder-Geest van het plaatselijk universum. Naargelang de mens de hogere treden van intelligentie en geestelijke visie bereikt, komen uiteindelijk de zeven hogere geest-invloeden boven hem zweven en in hem wonen. En deze zeven geesten van de voortschrijdende werelden zijn:

194:2.13

1. de geschonken geest van de Universele Vader—de Gedachtenrichters;

194:2.14

2. de geest-tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon—de geestelijke zwaartekracht van het universum van universa en het zekere kanaal voor alle geest-gemeenschap;

194:2.15

3. de geest-tegenwoordigheid van de Oneindige Geest—het universele geest-bewustzijn der ganse schepping, de geestelijke bron van de verstandelijke verwantschap van alle progressieve verstandelijke wezens;

194:2.16

4. de geest van de Universele Vader en de Schepper-Zoon—de Geest van Waarheid, algemeen beschouwd als de geest van de Universum-Zoon;

194:2.17

5. de geest van de Oneindige Geest en de Moeder-Geest van het Universum—de Heilige Geest, algemeen beschouwd als de geest van de Universum-Geest;

194:2.18

6. de bewustzijnsgeest van de Moeder-Geest van het Universum—de zeven assistent-bewustzijnsgeesten van het plaatselijk universum;

194:2.19

7. de geest van de Vader, de Zonen, en de Geesten—de nieuwe-naam-geest van de opklimmende stervelingen van de gebieden, na de fusie van de uit de geest geboren ziel van de sterveling met de Gedachtenrichter uit het Paradijs, en nadat vervolgens de goddelijkheid en verheerlijking van de status van het Paradijs-Korps der Volkomenheid is bereikt.

194:2.20

En zo heeft de schenking van de Geest van Waarheid aan de wereld en haar volkeren de laatste geest-gave gebracht die bedoeld is als hulp in de opklimmende zoektocht naar God.


◄ 194:1
 
194:3 ►