◄ 192:3
Verhandeling 192
193:0 ►

Verschijningen in Galilea

4. De bijeenkomst bij het meer

192:4.1

Door geheel Galilea verspreidden zich geruchten over de verschijningen van Jezus, en iedere dag kwamen meer gelovigen naar het huis van Zebedeus om inlichtingen te vragen over de opstanding van de Meester en om de waarheid te weten te komen over deze befaamde verschijningen. In het begin van de week maakte Petrus bekend dat er de volgende Sabbat, ‘s middags om drie uur, een bijeenkomst zou plaatsvinden bij het meer.

192:4.2

Dientengevolge kwamen er op zaterdag, 29 april, om drie uur, meer dan vijfhonderd gelovigen uit de omstreken van Kafarnaüm bij elkaar in Betsaïda om de eerste openbare prediking van Petrus na de opstanding aan te horen. De apostel was op zijn best en toen hij zijn pakkende redevoering beëindigd had, waren er nog maar weinigen van zijn toehoorders die betwijfelden of de Meester uit de dood verrezen was.

192:4.3

Petrus eindigde zijn preek met de woorden: ‘Wij bevestigen dat Jezus van Nazaret niet dood is; wij verklaren dat hij uit het graf verrezen is; wij verkondigen dat wij hem gezien hebben en met hem hebben gesproken.’ Net toen hij deze geloofsverklaring had afgelegd, verscheen naast hem, ten aanschouwen van al deze mensen, de Meester in morontia-gedaante, en sprak tot hen op welbekende toon: ‘Vrede zij met u en mijn vrede laat ik u.’ Na zo aan hen verschenen te zijn en tot hen gesproken te hebben, verdween hij uit hun gezicht. Dit was de vijftiende morontia-verschijning van de verrezen Jezus.

192:4.4

Wegens bepaalde uitlatingen van de Meester tot de elf apostelen tijdens hun onderhoud met hem op de berg der wijding, hadden de apostelen de indruk gekregen dat hun Meester kort daarna in het openbaar aan een groep gelovigen uit Galilea zou verschijnen, en dat zij daarna naar Jeruzalem moesten terugkeren. Dienovereenkomstig vertrokken de elf vroeg in de ochtend van de volgende dag, zondag 30 april, uit Betsaïda naar Jeruzalem. Op hun tocht langs de Jordaan predikten en onderrichtte zij bij talrijke gelegenheden, zodat ze pas laat op woensdag, 3 mei, ten huize van de familie Marcus aankwamen.

192:4.5

Dit was een droeve thuiskomst voor Johannes Marcus. Slechts enkele uren tevoren was zijn vader, Elia Marcus, plotseling gestorven aan een hersenbloeding. Ofschoon de gedachte dat de wederopstanding der doden zeker was, wat de apostelen zeer troostte in hun verdriet, rouwden zij tegelijkertijd om het verlies van hun goede vriend, die hen altijd standvastig gesteund had, ook toen ze grote moeilijkheden en teleurstelling ondervonden. Johannes Marcus deed alles wat hij kon om zijn moeder te troosten en namens zijn moeder nodigde hij de apostelen uit om hun woning als hun thuis te blijven beschouwen. En de elf apostelen hadden tot na de dag van Pinksteren hun hoofdkwartier in deze bovenzaal.

192:4.6

De apostelen waren met opzet na het vallen van de avond Jeruzalem binnengegaan om niet door de Joodse machthebbers gezien te worden. Ook verschenen ze niet in het openbaar bij de begrafenis van Elia Marcus. De gehele volgende dag bleven ze in rustige afzondering in deze bovenzaal, waar zich zoveel had afgespeeld.

192:4.7

Op donderdagavond hadden de apostelen een prachtige bijeenkomst in deze bovenzaal en allen, met uitzondering van Tomas, Simon Zelotes, en de Alfeüs-tweelingbroers, verbonden zich plechtig dat zij erop uit zouden trekken om het nieuwe evangelie van de verrezen Heer in het openbaar te gaan prediken. Reeds waren de eerste schreden gezet op de weg die zou leiden tot het veranderen van het evangelie van het koninkrijk—zoonschap bij God en broederschap met de mensen—in de verkondiging van de opstanding van Jezus. Natanael verzette zich tegen deze verlegging van het zwaartepunt in de boodschap die zij openlijk zouden gaan verkondigen, maar hij was niet opgewassen tegen Petrus’ welsprekendheid, en evenmin kon hij op tegen het enthousiasme van de discipelen, vooral de vrouwelijke gelovigen.

192:4.8

En zo, onder het krachtige leiderschap van Petrus en nog vóór de Meester was opgevaren naar de Vader, maakten zijn goedbedoelende vertegenwoordigers een aanvang met het subtiele proces om langzaam maar zeker de religie van Jezus te veranderen in een andere, gemodificeerde vorm van religie over Jezus.


◄ 192:3
 
Verhandeling 193 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.