◄ Verhandeling 184
  Deel 4 ▲
Verhandeling 186 ►
Verhandeling 185

Het gerechtelijk onderzoek door Pilatus

Pontius Pilatus  •  Jezus verschijnt voor Pilatus  •  Het persoonlijke onderzoek door Pilatus  •  Jezus voor Herodes  •  Jezus gaat terug naar Pilatus  •  Het laatste beroep van Pilatus  •  Het laatste onderhoud met Pilatus  •  De tragische capitulatie van Pilatus

KORT na zes uur in de ochtend op deze vrijdag, 7 april a.d.30, werd Jezus voorgeleid voor Pilatus, de Romeinse procurator die Judea, Samaria en Idumea bestuurde, onder de rechtstreekse supervisie van de legaat van Syrië. Gebonden werd de Meester door de tempelwachters voor de Romeinse landvoogd geleid, vergezeld door ongeveer vijftig van zijn aanklagers, waaronder het hof van het Sanhedrin (voornamelijk Sadduceeën), Judas Iskariot, de hogepriester Kajafas, en door de Apostel Johannes. Annas verscheen niet voor Pilatus.

185:0.2

Pilatus was op en gereed om deze groep bezoekers in de vroege ochtend te ontvangen, want degenen die de avond tevoren zijn toestemming hadden verkregen om de Romeinse soldaten in te zetten bij de arrestatie van de Zoon des Mensen, hadden hem medegedeeld dat Jezus vroeg voor hem zou worden voorgeleid. Dit verhoor zou plaatsvinden vóór het praetorium, een aanbouw aan het fort Antonia waar Pilatus en zijn echtgenote verblijf hielden wanneer zij in Jeruzalem waren.

185:0.3

Ofschoon Pilatus Jezus grotendeels ondervroeg binnen de muren van het praetorium, werd het openbare verhoor buiten gehouden, op de trappen die naar de hoofdingang leidden. Dit was een concessie aan de Joden die weigerden een niet-Joods gebouw binnen te gaan waar zuurdesem zou kunnen worden gebruikt op deze dag van voorbereiding voor het Pascha. Indien zij hier binnen zouden gaan, zouden zij niet alleen ceremonieel onrein worden, en daardoor worden uitgesloten van deelname aan het namiddagfeest van dankzegging, maar zouden zij zich ook moeten onderwerpen aan reinigingsceremoniën na zonsondergang, voordat zij zouden mogen deelnemen aan de Paasmaaltijd.

185:0.4

Ofschoon deze Joden geen enkel gewetensbezwaar hadden terwijl zij samenspanden om de gerechtelijke moord op Jezus te bewerkstelligen, waren zij niettemin zeer nauwgezet waar het deze kwesties van ceremoniële reinheid en traditionele voorschriften betrof. En deze Joden zijn niet de enigen die hoge, heilige verplichtingen van goddelijke aard niet hebben erkend, terwijl ze angstvallig letten op zaken die van zeer gering belang zijn voor het menselijk welzijn, in de tijd en in de eeuwigheid.


 
 
185:1 ►
Het Urantia Boek