◄ 173:2
Verhandeling 173
173:4 ►

Maandags in Jeruzalem

3. De gelijkenis van de twee zonen

173:3.1

Toen de chicanerende Farizeeën daar zo voor Jezus stonden en zich in zwijgen hulden, keek hij op hen neer en zei: ‘Aangezien gij in twijfel verkeert aangaande de missie van Johannes, en u vijandig opstelt ten opzichte van het onderricht en de werken van de Zoon des Mensen, luistert dan terwijl ik u een gelijkenis vertel: Een zekere gerespecteerde grootgrondbezitter had twee zonen, en daar hij verlangde dat zijn twee zonen hem zouden helpen bij het beheer van zijn uitgestrekte landgoederen, ging hij naar één van hen toe en zei, “Zoon, ga vandaag in mijn wijngaard werken.” Deze zorgeloze zoon antwoordde zijn vader, “Ik ga niet”; maar achteraf had hij spijt en ging toch. Toen de vader zijn oudste zoon had gevonden, zei hij eveneens tot deze, “Zoon, ga in mijn wijngaard werken.” Deze huichelachtige en trouweloze zoon antwoordde, “Goed vader, ik zal gaan.” Maar toen zijn vader was vertrokken, ging hij niet. Nu zou ik u willen vragen, wie van deze zonen deed werkelijk wat zijn vader verlangde?’

173:3.2

De mensen zeiden eenstemmig, ‘De eerste zoon.’ Daarop zei Jezus: ‘Zo is het; en nu zeg ik u dat de tollenaars en hoeren, ook al lijkt het alsof zij geen gehoor willen geven aan de oproep om zich te bekeren, het verkeerde van hun handelwijze zullen inzien en het koninkrijk Gods zullen binnengaan vóór u, die met veel vertoon doet alsof ge de Vader in de hemel dient, terwijl ge de werken van de Vader weigert te doen. Gij Farizeeën en schriftgeleerden, gij hebt niet behoord tot degenen die Johannes geloofden, doch veeleer de tollenaars en zondaren; evenmin gelooft gij in mijn leer, maar het gewone volk hoort mijn woorden met blijdschap aan.’

173:3.3

Jezus koesterde geen minachting voor de Farizeeën en Sadduceeën persoonlijk. Het ging hem om hun stelsels van onderricht en hun praktijken die hij in diskrediet trachtte te brengen. Hij stond vijandig tegenover niemand, maar hier deed zich de onvermijdelijke botsing voor tussen een nieuwe, levende religie van de geest en de oudere godsdienst van ceremoniën, tradities en autoriteit.

173:3.4

De twaalf apostelen stonden al die tijd dichtbij de Meester, maar zij namen op geen enkele manier deel aan het gebeuren. Ieder van de twaalf reageerde op zijn eigen persoonlijke manier op de gebeurtenissen van deze laatste dagen die het einde vormden van het dienstbetoon van Jezus in het vlees, en ieder hield zich aan ’s Meesters uitdrukkelijke opdracht om zich gedurende deze Paasweek te onthouden van alle onderricht en prediking in het openbaar.


◄ 173:2
 
173:4 ►