OP zondag 18 september, kondigde Andreas ’s ochtends aan dat er voor de komende week geen werkplan gemaakt zou worden. Behalve Natanael en Tomas gingen alle apostelen naar huis om hun familie te bezoeken of bij vrienden te logeren. Deze week was voor Jezus een periode van bijna volledige rust, maar Natanael en Tomas waren druk bezig met hun gesprekken met Rodan, een Griekse filosoof uit Alexandrië. Deze Griek was kortgeleden een discipel van Jezus geworden door het onderricht van een van de medewerkers van Abner, die een missie naar Alexandrië had geleid. Rodan was nu ernstig bezig om zijn filosofie over het leven in harmonie te brengen met de nieuwe religieuze leer van Jezus, en hij was naar Magadan gekomen in de hoop dat de Meester deze problemen uitvoerig met hem zou willen bespreken. Hij wilde zich ook verzekeren van een gezaghebbende versie van het evangelie uit de eerste hand, hetzij van Jezus zelf, hetzij van een van diens apostelen. Ofschoon de Meester zich onttrok aan zulk een bespreking met Rodan, ontving hij hem hoffelijk en droeg hij Natanael en Tomas onmiddellijk op om te luisteren naar al hetgeen hij te zeggen had en op hun beurt met hem over het evangelie te spreken.