◄ 16:7
Verhandeling 16
16:9 ►

De zeven Meester-Geesten

8. Urantia-persoonlijkheid

16:8.1

De Universele Vader schenkt persoonlijkheid aan wezens van talrijke orden, zoals zij functioneren op diverse niveaus van universum-actualiteit. De mensen van Urantia zijn begiftigd met persoonlijkheid van het eindig-sterfelijke type, functionerend op het niveau van de opklimmende zonen van God.

16:8.2

Ofschoon wij het niet op ons kunnen nemen om persoonlijkheid te definiëren, kunnen wij wel trachten te vertellen hoe wij de bekende factoren verstaan die het samenstel vormen van de materiële, mentale en geestelijke energieën, wier onderlinge associatie het mechanisme vormt waarin en waarop en waarmee de Universele Vader de persoonlijkheid die hij verleent, doet functioneren.

16:8.3

Persoonlijkheid is een unieke schenking van oorspronkelijke aard, welks bestaan onafhankelijk is van, en voorafgaat aan de schenking van de Gedachtenrichter. Niettemin verbreedt de aanwezigheid van de Richter wel degelijk de kwalitatieve manifestatie van persoonlijkheid. Wanneer de Gedachtenrichters uitgaan van de Vader zijn zij identiek van natuur, maar persoonlijkheid is divers, oorspronkelijk en exclusief; bovendien wordt de manifestatie van persoonlijkheid verder bepaald en beperkt door de natuur en de kwaliteiten van de geassocieerde energieën van materiële, mentale en geestelijke aard die het organisme-voertuig vormen voor de manifestatie van persoonlijkheid.

16:8.4

Persoonlijkheden kunnen gelijksoortig zijn, doch zij zijn nooit gelijk. Personen van een bepaalde groep, type, orde, of patroon kunnen op elkaar lijken, en doen dit ook, maar zij zijn nooit identiek. Persoonlijkheid is dat hoofdkenmerk van een individueel wezen dat wij kennen en dat ons in staat stelt dit wezen op een bepaald moment in de toekomst te identificeren, ongeacht de aard en omvang van veranderingen in gestalte, bewustzijn, of geestelijke status. Persoonlijkheid is dat deel van ieder individu dat ons in staat stelt die persoon te herkennen en positief te identificeren als degene die wij eerder gekend hebben, waarbij het er niet toe doet hoezeer hij ook veranderd moge zijn door de modificatie van het voertuig waardoor zijn persoonlijkheid zich uitdrukt en manifesteert.

16:8.5

Geschapen persoonlijkheid onderscheidt zich door twee zich zelf manifesterende en karakteristieke verschijnselen in het reactieve gedrag van stervelingen: zelf-bewustzijn en de daarmee verbonden relatieve vrije wil.

16:8.6

Zelf-bewustzijn bestaat in verstandelijk besef van de actualiteit van persoonlijkheid: het sluit het vermogen in om de werkelijkheid van andere persoonlijkheden te onderkennen. Het wijst op het vermogen tot geïndividualiseerde ervaring in en met kosmische realiteiten, hetgeen gelijk staat aan het bereiken van identiteitsstatus in de persoonlijkheidsbetrekkingen van het universum. Zelf-bewustzijn impliceert de onderkenning van de realiteit van bewustzijnsbijstand en de verwezenlijking van de relatieve onafhankelijkheid van de creatieve, determinerende vrije wil.

16:8.7

De relatieve vrije wil die het zelf-bewustzijn van menselijke persoonlijkheid kenmerkt, is betrokken in:

16:8.8

1. morele besluitvorming, de hoogste wijsheid;

16:8.9

2. geestelijke keuze, het onderscheiden van waarheid;

16:8.10

3. onbaatzuchtige liefde, broederschapsdienstbaarheid;

16:8.11

4. doelbewuste samenwerking, groepsloyaliteit;

16:8.12

5. kosmisch inzicht, het begrijpen van universum-betekenissen;

16:8.13

6. toewijding van de persoonlijkheid, van ganser harte toegewijd zijn aan het doen van de wil van de Vader;

16:8.14

7. godsverering, het oprechte streven naar goddelijke waarden en oprechte liefde voor de goddelijke Schenker van waarden.

16:8.15

Menselijke persoonlijkheid van het Urantia-type kan beschouwd worden als functionerend in een fysisch mechanisme dat bestaat uit de planetaire modificatie van het Nebadon-type organisme, dat behoort tot de elektrochemische orde van levensactivering en is begiftigd met kosmisch bewustzijn van de Nebadon-orde uit de Orvonton-reeks van het patroon dat via ouders wordt gereproduceerd. De schenking van de goddelijke gave van persoonlijkheid aan zulk een sterfelijk mechanisme dat met bewustzijn is begiftigd, verleent het de waardigheid van kosmisch burgerschap en stelt zulk een sterfelijk schepsel in staat meteen reactief te worden op de constitutieve onderkenning der drie fundamentele bewustzijnsrealiteiten van de kosmos:

16:8.16

1. de mathematische of logische herkenning van uniformiteit in fysische veroorzaking;

16:8.17

2. de beredeneerde erkenning van de verplichting tot moreel gedrag;

16:8.18

3. het geloofsvatten van de broederschapsverering van de Godheid, verbonden met het liefdevol dienen der mensheid.

16:8.19

De volledige functie van zulk een persoonlijkheidsgave is de beginnende bewustwording van verwantschap met de Godheid. Zulk een zelfheid, waarin een voorpersoonlijk fragment van God de Vader woont, is naar waarheid en in feite een geestelijke zoon van God. Deze mens onthult niet alleen het vermogen om de gave van de goddelijke tegenwoordigheid te ontvangen, maar vertoont ook reactieve respons op het persoonlijkheidszwaartekrachtcircuit van de Paradijs-Vader van alle persoonlijkheden.


◄ 16:7
 
16:9 ►