◄ 147:6
Verhandeling 147
147:8 ►

Het tussentijdse bezoek aan Jeruzalem

7. Terug in Kafarnaüm

147:7.1

Op maandag 3 mei, omstreeks het middaguur, kwamen Jezus en de twaalf per boot uit Tarichea te Betsaïda aan. Ze reisden per boot om zich te bevrijden van degenen die met hen meereisden. Doch reeds de volgende dag hadden de anderen, waaronder ook de officiële spionnen uit Jeruzalem, Jezus weer gevonden.

147:7.2

Op dinsdagavond gaf Jezus een van zijn gebruikelijke lessen van vragen en antwoorden, toen de leider van de zes spionnen tegen hem zei: ‘Ik had vandaag een gesprek met een van de discipelen van Johannes die hier is om uw onderricht te volgen, en het was ons volkomen onbegrijpelijk waarom u uw discipelen nooit opdraagt te vasten en te bidden zoals wij Farizeeën vasten en zoals Johannes dat ook van zijn volgelingen vroeg.’ Verwijzend naar een uitspraak van Johannes, antwoordde Jezus deze vraagsteller: ‘Vasten de vrienden van de bruidegom terwijl de bruidegom bij hen is? Zolang de bruidegom bij hen blijft, kunnen ze moeilijk vasten. De tijd zal echter aanbreken dat de bruidegom bij hen weggenomen zal worden, en in die tijd zullen zij ongetwijfeld vasten en bidden. Bidden is natuurlijk voor de kinderen des lichts, maar vasten behoort niet tot het evangelie van het koninkrijk des hemels. Ik moge u in gedachten brengen dat een verstandige kleermaker niet een nieuw, nog niet gekrompen stuk stof op een oud kledingstuk naait, want als het nat zou worden en zou krimpen, zou het een ergere scheur veroorzaken. Evenmin doen mensen nieuwe wijn in oude wijnzakken, want de nieuwe wijn zou de leren zakken doen barsten, met het gevolg dat zowel de wijn als de zakken verloren zouden gaan. Een verstandig man doet nieuwe wijn in nieuwe leren wijnzakken. Derhalve leggen mijn discipelen wijsheid aan de dag wanneer zij niet teveel van de oude orde naar de nieuwe leer van het evangelie van het koninkrijk overbrengen. U die uw leraar verloren hebt, doet er wellicht goed aan om een tijd te vasten. Vasten moge een passend onderdeel zijn van de wet van Mozes, maar in het komende koninkrijk zullen de zonen van God vrijheid van vrees ervaren en vreugde in de goddelijke geest.’ En toen de discipelen van Johannes deze woorden hoorden werden zij vertroost, terwijl de Farizeeën zelf des te meer in verwarring werden gebracht.

147:7.3

Daarna waarschuwde de Meester zijn toehoorders dat zij niet moesten denken dat alle oude onderricht in zijn geheel vervangen moest worden door nieuwe leerstellingen. Jezus sprak: ‘Dat wat oud is en ook waar, moet blijven. Evenzo moet hetgeen nieuw is doch onjuist, worden verworpen. Ge moet echter het geloof en de moed hebben om hetgeen nieuw is en ook waar, te aanvaarden. Herinner u dat er geschreven staat: “Verzaak niet een oude vriend, want de nieuwe valt niet met hem te vergelijken. Zoals nieuwe wijn, zo is ook een nieuwe vriend: wanneer hij oud wordt, zult ge hem met vreugde drinken.”’


◄ 147:6
 
147:8 ►