◄ 144:8
Verhandeling 144
145:0 ►

Op Gilboa en in de Dekapolis

9. De dood van Johannes de Doper

144:9.1

Johannes de Doper werd in de avond van 10 januari a.d.28, op last van Herodes Antipas ter dood gebracht. De volgende dag hoorden enkelen van de discipelen van Johannes die naar Machaerus waren gekomen, van zijn executie; zij gingen naar Herodes en vroegen om zijn lichaam, en legden dit in een graf. Later begroeven zij het te Sebaste, de woonplaats van Abner. De volgende dag, 12 januari, vertrokken zij naar het noorden, naar het kamp van de apostelen van Johannes en Jezus bij Pella, en deelden zij Jezus de dood van Johannes mee. Toen Jezus hun verslag hoorde, liet hij de menigte gaan, riep de vierentwintig bij elkaar en zei: ‘Johannes is dood. Herodes heeft hem onthoofd. Beleg vanavond een gemeenschappelijke vergadering en regel jullie aangelegenheden dienovereenkomstig. Er zal nu geen uitstel meer zijn. Het uur is gekomen om het koninkrijk openlijk en met kracht te verkondigen. Morgen trekken wij Galilea in.’

144:9.2

Dus reisden Jezus en de apostelen in de vroege morgen van 13 januari a.d. 28, vergezeld door ongeveer vijfentwintig discipelen, naar Kafarnaüm; die nacht logeerden ze in het huis van Zebedeüs.


◄ 144:8
 
Verhandeling 145 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.