◄ 138:8
Verhandeling 138
138:10 ►

De opleiding der boodschappers van het Koninkrijk

9. Vijf maanden op de proef gesteld

138:9.1

Deze enigszins monotone periode van beurtelings vissen en persoonlijk werk, bleek een afmattende ervaring voor de twaalf apostelen, doch zij doorstonden de proef. Met al hun gemopper, getwijfel en kortstondige ontevredenheid, hielden ze zich toch aan hun geloften van toewijding en trouw aan de Meester. Het was hun persoonlijke omgang met Jezus gedurende deze maanden waarin ze op de proef werden gesteld, die hem zo geliefd bij hen maakte, dat zij hem allen (behalve Judas Iskariot) trouw en toegedaan bleven zelfs in de donkere uren waarin hij terecht moest staan en gekruisigd werd. Echte mannen konden een vereerde leraar, met wie ze zo nauw hadden samengeleefd en die zich zo aan hen had gewijd, eenvoudig niet werkelijk in de steek laten. Tijdens de donkere uren van de dood van de Meester werden in het hart van deze apostelen alle rede, oordeelsvermogen en logica aan de kant gezet, terwille van deze ene buitengewone, menselijke emotie—het allerhoogste gevoel van vriendschapsloyaliteit. Door deze vijf maanden waarin zij met Jezus werkten, werd iedere apostel persoonlijk ertoe gebracht om hem als zijn beste vriend ter wereld te beschouwen. En door dit menselijke gevoel, en niet door zijn verheven onderricht of wonderbaarlijke daden, werden zij bijeengehouden tot na zijn opstanding en de hervatting van de verkondiging van het evangelie van het koninkrijk.

138:9.2

Deze maanden van rustig werken vormden niet alleen voor de apostelen een zware proeftijd, een proef die zij overleefden, maar deze periode waarin geen activiteiten in het openbaar werden ondernomen, vormde ook voor de familie van Jezus een zware beproeving. Tegen de tijd dat Jezus klaar was om aan zijn openbare optreden te beginnen, had praktisch zijn gehele familie (met uitzondering van Ruth) hem laten vallen. Bij slechts enkele gelegenheden trachtten zij later met hem in contact te komen, en dan alleen met de bedoeling hem te overreden met hen naar huis terug te keren, want zij geloofden bijna dat hij niet goed bij zinnen was. Zij konden eenvoudig de diepte van zijn filosofie niet doorgronden, noch zijn leer begrijpen; het was allemaal te veel voor degenen die van zijn eigen vlees en bloed waren.

138:9.3

De apostelen verrichtten hun persoonlijke werk in Kafarnaüm, Betsaida-Julias, Chorazin, Gerasa, Hippos, Magdala, Kana, Betlehem in Galilea, Jotapata, Rama, Safed, Gischala, Gadara, en Abila. Behalve in deze stadjes werkten ze ook in vele dorpen en op het platteland. Aan het eind van deze periode hadden de twaalf tamelijk bevredigende plannen uitgewerkt inzake de zorg voor hun respectieve families. De meesten van de apostelen waren getrouwd, en sommigen hadden meerdere kinderen, doch zij hadden zodanige regelingen getroffen voor het levensonderhoud van hun gezinsleden thuis, dat zij, met een klein beetje bijstand uit d e gezamenlijke middelen van de apostelen, hun volle energie konden geven aan het werk van de Meester, zonder dat zij zich zorgen hoefden te maken over het financiële welzijn van hun families.


◄ 138:8
 
138:10 ►