◄ 119:3
Verhandeling 119
119:5 ►

De zelfschenkingen van Christus Michael

4. De vierde zelfschenking

119:4.1

Het was aan het slot van een der periodieke appèls van Uversa die ieder millennium worden gehouden, dat Michael het bestuur van Nebadon verder in handen legde van Immanuel en Gabriël; en omdat wij ons herinnerden wat er in het verleden na een dergelijke handeling was gebeurd, bereidden wij ons er natuurlijk allen op voor dat wij zouden zien hoe Michael zou verdwijnen op zijn vierde missie van zelfschenking. Wij behoefden niet lang te wachten, want kort daarna betrad hij het verzendingsveld van Salvington en verdween uit ons gezicht.

119:4.2

Op de derde dag nadat hij voor deze zelfschenking was verdwenen, troffen wij in de universum-uitzendingen naar Uversa het volgende opmerkelijke nieuwsbericht aan uit het serafijnse hoofdkwartier van Nebadon: ‘Wij berichten de onaangekondigde aankomst van een onbekende serafijn, vergezeld van één enkele supernafijn en Gabriël van Salvington. Deze niet-geregistreerde serafijn heeft de kenmerken van de Nebadon-orde en draagt geloofsbrieven bij zich van de Ouden der Dagen op Uversa, gewaarmerkt door Immanuel van Salvington. Deze serafijn blijkt na toetsing te behoren tot de allerhoogste orde van engelen in een plaatselijk universum en is reeds aangesteld bij het korps van de onderwijs-adviseurs.’

119:4.3

Tijdens deze zelfschenking als serafijn was Michael gedurende een periode van meer dan veertig jaar, standaard universum-tijd, niet aanwezig op Salvington. Deze tijd was hij als serafijns onderwijs-adviseur, als privé-secretaris, zoals ge het zoudt kunnen noemen, toegevoegd aan zesentwintig verschillende hoofdleraren, die op tweeëntwintig verschillende werelden werkzaam waren. Zijn laatste, afsluitende taak was die van toegevoegd adviseur en helper bij een zelfschenkingsmissie van een Leraar-Zoon van de Triniteit, op wereld 462 in stelsel 84 van constellatie 3 in het universum Nebadon.

119:4.4

In de zeven jaar die deze aanstelling duurde, was deze Leraar-Zoon van de Triniteit nooit geheel zeker van de identiteit van zijn serafijnse metgezel. Wel is waar dat alle serafijnen in die tijd met bijzondere belangstelling en nauwkeurigheid werden gadegeslagen. Wij wisten allen heel goed dat onze geliefde Soeverein ergens in het universum verbleef, verhuld als een serafijn, maar we konden nooit zeker zijn van zijn identiteit. Totdat hij verbonden werd aan de zelfschenkingsmissie van deze Leraar-Zoon van de Triniteit, werd hij nooit met zekerheid geïdentificeerd. Gedurende dit hele tijdperk werden de allerhoogste serafijnen echter aldoor met speciale zorg omringd, opdat niet een van ons tot de ontdekking zou komen dat hij ongemerkt gastheer was geweest van de Soeverein van het universum op een missie van zelfschenking als schepsel. En zo geldt, wat engelen betreft, voor immer dat hun Schepper en Regeerder ‘op alle punten is beproefd en getoetst in de gelijkenis van een serafijnse persoonlijkheid.’

119:4.5

Naargelang deze opeenvolgende zelfschenkingen steeds meer de natuur van de lagere levensvormen van het universum kregen, raakte Gabriël steeds meer betrokken bij deze incarnatie-ondernemingen, waarbij hij functioneerde als verbindingspersoon uit het universum tussen de geschonken Michael en de waarnemend regeerder van het universum, Immanuel.

119:4.6

Michael heeft nu de zelfschenkingservaring doorgemaakt van drie orden van zijn geschapen universum-Zonen: de Melchizedeks, de Lanonandeks, en de Materiële Zonen. Vervolgens verwaardigt hij zich om zich te personaliseren in de gelijkenis van een vorm van engel-leven, als allerhoogste serafijn, voordat hij zijn aandacht richt op de verscheidene fasen van de opgaande loopbaan van de laagste vorm van zijn wilsschepselen, de evolutionaire stervelingen in tijd en ruimte.


◄ 119:3
 
119:5 ►