◄ 95:0
Verhandeling 95
95:2 ►

Het onderricht van Melchizedek in de Levant

1. De religie van Salem in Mesopotamië

95:1.1

Tegen 2000 voor Christus hadden de religies van Mesopotamië de leringen van de Setieten ongeveer geheel uit het oog verloren en stonden zij grotendeels onder de invloed van de primitieve geloofsopvatiingen van twee groepen indringers, de Semitische Bedoeïnen die langzaam vanuit de westelijke woestijn waren binnengekomen, en de barbaarse ruiters die vanuit het noorden waren binnengevallen.

95:1.2

Maar de gewoonte van de vroegere Adamische volken om de zevende dag van de week in ere te houden, verdween in Mesopotamië nooit helemaal. Alleen werd gedurende het tijdvak van Melchizedek de zevende dag gezien als de dag die het meeste ongeluk bracht. Deze was beladen met taboes: het was onwettig om op reis te gaan, om voedsel te koken of een vuur aan te maken op de boze zevende dag. De Joden namen naar Palestina veel van de Mesopotamische taboes met zich terug die zij op de Babylonische naleving van de zevende dag, de Shabbattum, hadden zien rusten.

95:1.3

Hoewel de leraren uit Salem veel bijdroegen tot het verfijnen en verheffen van de godsdiensten van Mesopotamië, slaagden zij er niet in de verschillende volken tot de permanente erkenning van één God te brengen. Dit onderricht behaalde meer dan honderdvijftig jaar lang het overwicht en week toen geleidelijk voor het oudere geloof in een veelheid van godheden.

95:1.4

De leraren uit Salem verminderden het aantal Mesopotamische goden sterk en brachten op een bepaald moment de belangrijkste godheden terug tot zeven: Bel, Shamash, Nabu, Anu, Ea, Marduk en Sin. Op het hoogtepunt van het nieuwe onderricht verhieven zij drie van deze goden tot de oppermacht over alle anderen, de Babylonische triade: Bel, Ba en Anu, de goden van de aarde, de zee en de lucht. In verschillende streken ontstonden er nog andere triaden die alle deden denken aan het triniteitsonderricht van de Andieten en Sumeriërs, en die gebaseerd waren op het geloof van de Salemieten in Melchiedeks embleem van de drie cirkels.

95:1.5

De leraren uit Salem konden de populariteit van Ishtar, de moeder der goden en de geest van seksuele vruchtbaarheid, nooit helemaal de baas worden. De verering van deze godin werd door hen wel zeer verfijnd, maar de Babyloniërs en hun buren waren nooit geheel boven hun verhulde vormen van verering van de seksualiteit uitgegroeid. Overal in Mesopotamië was het voor alle vrouwen de gewoonte geworden om zich tenminste eenmaal, vroeg in hun leven, te onderwerpen aan de omhelzing van vreemden. Men dacht dat dit een toewijding was die Ishtar eiste, en men geloofde dat de vruchtbaarheid voor een belangrijk deel afhing van dit seksuele offer.

95:1.6

Aanvankelijk boekte de leer van Melchizedek zeer bevredigende voortgang, totdat Nabodad, de leider van de school in Kish, besloot een georganiseerde aanval te doen op de heersende gebruiken van de tempelhoererij. De zendelingen uit Salem slaagden er met deze poging niet in deze sociale hervorming tot stand te brengen, en in de schipbreuk van deze mislukking gingen al hun belangrijkere geestelijke en filosofische leringen ten onder.

95:1.7

Deze nederlaag van het evangelie van Salem werd onmiddellijk gevolgd door een grote toename van de cultus van Ishtar, een ritueel dat Palestina reeds was binnengedrongen in de vorm van Ashtoreth, Egypte als Isis, Griekenland als Aphrodite, en de noordelijke stammen als Astarte. Het was in verband met deze opbloei van de verering van Ishtar dat de Babylonische priesters zich opnieuw wendden tot sterrenwichelarij—de astrologie beleefde zijn laatste grote Mesopotamische herleving, waarzeggerij werd populair en eeuwenlang degenereerde het priesterdom steeds verder.

95:1.8

Melchizedek had zijn volgelingen gemaand om te onderrichten over de ene God, de Vader en Maker van alles en allen, en slechts het evangelie te prediken van goddelijke genade door geloof alleen. Maar leraren van nieuwe waarheid hebben vaak de fout begaat om teveel te proberen, om te trachten langzame evolutie door plotselinge revolutie te vervangen. De zendelingen van Melchizedek in Mesopotamië verhieven een moreel vaandel dat te hoog was voor het volk; zij probeerden teveel te bereiken en hun edele zaak ging in een nederlaag ten onder. Hun was opgedragen om een welomlijnd evangelie te prediken, om de waarheid van de realiteit van de Universele Vader te verkondigen, maar zij raakten verstrikt in de ogenschijnlijk achtenswaardige zaak van de hervorming van de zeden, en zo raakte hun grote missie op een zijspoor en ging bijna geheel verloren in verijdeling en vergetelheid.

95:1.9

Binnen één generatie hield het hoofdkwartier van Salem te Kish op te bestaan en het verspreiden van het geloof in één God kwam in heel Mesopotamië nagenoeg geheel tot stilstand. Maar resten van de scholen van Salem bleven bestaan. Kleine groepen, her en der verspreid, bleven geloven in de ene Schepper en streden tegen de afgoderij en immoraliteit van de Mesopotamische priesters.

95:1.10

Het waren de zendelingen uit Salem uit de periode nadat hun onderricht was verworpen, die een groot aantal van de psalmen uit het Oude Testament hebben geschreven; zij griften deze in steen, waar ze door latere Hebreeuwse priesters gedurende hun gevangenschap werden gevonden om vervolgens te worden opgenomen in de verzameling gezangen die aan Joodse dichters werden toegeschreven. Deze schone psalmen uit Babylon zijn niet geschreven in de tempels van Bel-Marduk: zij waren het werk van de nakomelingen van de vroegere zendelingen uit Salem en vormden een opvallend contrast met de magische samenraapsels van de Babylonische priesters. Het boek Job geeft een tamelijk goede weergave van het onderricht in de school van Salem in Kish en in heel Mesopotamië.

95:1.11

Veel van de religieuze cultuur van Mesopotamië kwam in de Hebreeuwse literatuur en liturgie terecht via Egypte, door het werk van Amenemope en Ichnaton. Het is opmerkelijk dat bij de Egyptenaren het onderrricht over sociale verplichtingen bewaard bleef, dat afkomstig was van de vroegere Anditische Mesopotamiërs en bij de latere Babyloniërs die de vallei van de Eufraat bezetten, op zulk een grote schaal verloren ging.


◄ 95:0
 
95:2 ►