◄ 92:4
Verhandeling 92
92:6 ►

De verdere evolutie van religie

5. De grote religieuze leiders

92:5.1

In de evolutionaire religie denkt men zich de goden als bestaande naar de gelijkenis van het beeld van de mens; in de openbaringsreligie wordt de mensen geleerd dat zij zonen van God zijn—zelfs gevormd naar het eindige beeld van goddelijkheid; in de synthese van overtuigingen uit de leringen der openbaring en de voortbrengselen der evolutie, is het Godsbegrip een mengsel van:

92:5.2

1. de eerder bestaande ideeën van de evolutionaire culten;

92:5.3

2. de sublieme idealen der geopenbaarde religie;

92:5.4

3. de persoonlijke gezichtspunten van de grote religieuze leiders, de profeten en leraren van de mensheid.

92:5.5

De meeste grote religieuze tijdperken zijn ingeluid door het leven en het onderricht van een eminente persoonlijkheid: leidersfiguren hebben de grondslag gelegd voor het grootste deel van de waardevolle morele bewegingen uit de geschiedenis. En de mensen zijn altijd geneigd geweest de leider te vereren zelfs ten koste van zijn leringen, om ontzag te hebben voor zijn persoonlijkheid, zelfs wanneer zij het zicht verloren op de waarheden die hij verkondigde. En dit is niet zonder reden: er bestaat een instinctief verlangen in het hart van de evolutionaire mens naar hulp van boven en van gene zijde. Deze hunkering is bedoeld om de mens te doen uitzien naar de verschijning op aarde van de Planetaire Vorst en de latere Materiële Zonen. Op Urantia zijn de mens deze bovenmenselijke leiders en regeerders ontnomen, en daarom tracht hij dit verlies voortdurend te compenseren door zijn menselijke leiders te omhullen met legenden die betrekking hebben op een bovennatuurlijke oorsprong en een mirakuleuze levensloop.

92:5.6

Vele volken hebben gedacht dat hun leiders uit maagden waren geboren; de levensloop van deze leiders wordt rijkelijk met mirakuleuze gebeurtenissen versierd, en hun respectieve volgelingen verwachten altijd dat zij zullen terugkeren. In centraal Azië zien de stamleden nog steeds uit naar de wederkomst van Djengis Chan; in Tibet, China en India is het de Boeddha; in de Islam is het Mohammed; bij de Amerikaanse Indianen was het Hesunanin Onamonalonton; bij de Hebreeërs was het in het algemeen de wederkomst van Adam als materieel heerser. In Babylon was de god Marduk een voortzetting van de legende van Adam, de zoon-van-God-idee, de verbindende schakel tussen de mens en God. Na de verschijning van Adam op aarde kwamen zogenaamde Godszonen algemeen voor bij de volken op uw wereld.

92:5.7

Ongeacht het bijgelovige ontzag dat men dikwijls voor hen had, blijft het een feit dat de persoonlijkheden van deze leraren de draaipunten in de tijd waren waarop de hefbomen der geopenbaarde waarheid konden steunen bij het bevorderen van de moraal, de filosofie en de religie der mensheid.

92:5.8

Er zijn vele honderden religieuze leiders geweest in de miljoen jaren van de menselijke geschiedenis op Urantia, van Onagar tot Goeroe Nanak. In de loop van deze tijd is er vele malen eb en vloed opgetreden in de stroming van religieuze waarheid en geestelijk geloof en bij iedere wederopleving van de religie op Urantia is er in het verleden een verband geweest met het leven en de leringen van een religieuze leider. Bij een beschouwing van de leraren van de recente tijden is het wellicht dienstig hen te groeperen volgens de zeven grote religieuze tijdvakken die zich na Adam op Urantia hebben voorgedaan:

92:5.9

1. De Setitische periode. De Setitische priesters, zoals zij herleefden onder het leiderschap van Amosad, werden de grote leraren van het tijdperk na Adam. Zij traden overal in de landen der Andieten op, en hun invloed hield het langst stand bij de Grieken, Sumeriërs en Hindoes. Bij de laatsten zijn zij tot op de huidige dag blijven bestaan als de Brahmanen van het Hindoeïsme. De Setieten en hun volgelingen hebben het door Adam geopenbaarde Triniteitsbegrip nooit geheel verloren.

92:5.10

2. Het tijdvak van de Melchizedek-zendelingen. De religie op Urantia werd in niet geringe mate hernieuwd door de inspanningen van de leraren die werden aangesteld door Machiventa Melchizedek toen deze, bijna tweeduizend jaar voor Christus, in Salem leefde en leerde. Deze zendelingen verkondigden dat geloof de prijs was voor Gods gunst; en hoewel hun onderrichtingen niet onmiddellijk godsdiensten hebben voortgebracht, vormden zij niettemin de fundamenten waarop latere waarheidsleraren de godsdiensten van Urantia zouden bouwen.

92:5.11

3. Het tijdperk na Melchizedek. Hoewel zowel Amenemope als Ichnaton in deze periode onderricht gaven, was het eminente religieuze genie van het tijdvak na Melchizedek de leider van een groep Levantijnse Bedoeïnen en de grondlegger van de Hebreeuwse godsdienst, Mozes. Mozes onderrichtte het monotheïsme. Hij sprak: ‘Hoor, Israel, de Heer onze God is een enig God’. ‘De Here is God; er is niemand anders.’ Hij streefde er voortdurend naar om bij zijn volk de resten van de geestculten uit te roeien en schreef zelfs voor mensen die deze uitoefenden de doodstraf voor. Het monotheïsme van Mozes werd door zijn opvolgers versneden, maar in latere tijden keerden zij tot vele van zijn leringen terug. De grootheid van Mozes berust in zijn wijsheid en scherpzinnigheid. Andere mensen hebben grootsere voorstellingen van God gehad, maar geen ander mens is er ooit zo goed in geslaagd om als eenling grote aantallen mensen te bewegen zulke vooruitstrevende meningen aan te nemen.

92:5.12

4. De zesde eeuw voor Christus. In deze eeuw, een van de grootste tijdperken van religieus ontwaken die Urantia ooit heeft meegemaakt, stonden er vele mensen op om waarheid te verkondigen. Onder hen moeten hier worden genoemd Gautama, Confucius, Lao-tse, Zarathustra en de leraren van het Jaïnisme. De leringen van Gautama zijn wijd en zijd over Azië verbreid, en hij wordt door miljoenen als de Boeddha vereerd. Confucius betekende voor de Chinese zedenleer wat Plato heeft betekend voor de Griekse filosofie, en hoewel de leringen van beiden een religieuze weerslag hadden, waren zij strikt genomen geen van beiden religieuze leraren; Lao-tse zag meer van God in Tao dan Confucius in de mensheid of Plato in zijn ideeënleer. Hoewel Zarathustra sterk beïnvloed was door de heersende opvattingen inzake het bestaan van twee soorten geesten, goede en kwade, verheerlijkte hij terzelfdertijd duidelijk de idee van één eeuwige Godheid en van de uiteindelijke overwinning van het licht over de duisternis.

92:5.13

5. De eerste eeuw na Christus. Als religieus leraar begon Jezus van Nazaret zijn loopbaan met de cultus die door Johannes de Doper was ingesteld, en ging hij vooruit zover hij kon, tegen de vastengebruiken en de vormendienst in. Naast Jezus waren Paulus van Tarsus en Philo van Alexandrië de grootste leraren van dit tijdperk. Hun godsdienstige denkbeelden hebben in de evolutie van het geloof dat de naam van Christus draagt, een dominante rol gespeeld.

92:5.14

6. De zesde eeuw na Christus. Mohammed stichtte een godsdienst die boven vele geloofsovertuigingen van zijn tijd was verheven. Hij protesteerde tegen de sociale eisen die door de godsdiensten van vreemdelingen werden opgelegd en tegen de onsamenhangendheid in het religieuze leven van zijn eigen volk.

92:5.15

7. De vijftiende eeuw na Christus. Deze periode was getuige van twee religieuze bewegingen: de ontwrichting van de eenheid van het Christendom in het Westen en de synthese van een nieuwe godsdienst in het Oosten. In Europa had het geïnstitutionaliseerde Christendom een graad van starheid bereikt waardoor verdere groei onverenigbaar was geworden met eenheid. In het Oosten werden de gecombineerde leerstellingen van de Islam, het Hindoeïsme en het Boeddhisme door Nanak en zijn volgelingen samengevoegd tot het Sikhisme, een van de meest geavanceerde godsdiensten van Azië.

92:5.16

De toekomst van Urantia zal zonder twijfel worden gekenmerkt door het optreden van leraren van religieuze waarheid—het Vaderschap van God en de broederschap van alle schepselen. Het is echter te hopen dat de vurige, oprechte inspanningen van deze toekomstige profeten minder gericht zullen zijn op het verhogen van de barrières tussen de godsdiensten en meer op het versterken der religieuze broederschap van geestelijke godsverering onder de vele volgelingen van de verschillende intellectuele theologieën welke zo kenmerkend zijn voor Urantia van Satania.


◄ 92:4
 
92:6 ►