◄ 92:3
Verhandeling 92
92:5 ►

De verdere evolutie van religie

4. De schenking van openbaring

92:4.1

Openbaring is evolutionair, doch altijd progressief. In de loop der eeuwen van de geschiedenis van een wereld worden de religieuze openbaringen steeds uitgebreider en geven zij steeds meer informatie. Het is de zending der openbaring om de opeenvolgende evolutionaire religies te rangschikken en te censureren. Doch wil de openbaring de religies van de evolutie verheffen en versterken, dan moet in deze goddelijke visitaties onderricht worden gegeven dat niet al te ver af staat van het denken en de reacties van de tijd waarin zij worden aangeboden. Hierom moet openbaring altijd in contact blijven met de evolutie, en doet zij dit ook. Openbaringsreligie moet altijd beperkt worden door de mate van ontvankelijkheid van de mens.

92:4.2

Maar ongeacht hun ogenschijnlijke onderlinge verbintenis of oorsprong, worden de religies der openbaring altijd gekenmerkt door een geloof in een Godheid die een finale waarde is, en door een of ander idee over het overleven van de identiteit der persoonlijkheid na de dood.

92:4.3

De evolutionaire religie berust op sentimenten, niet op logica. Het is ’s mensen reactie op zijn geloof in een hypothetische wereld van schimmen en geesten—de menselijke geloofsreflex—opgeroepen door het besef van, en de vrees voor het onbekende. De openbaringsreligie wordt de mens voorgelegd door de werkelijke geestelijke wereld; zij is de respons van de bovenverstandelijke kosmos op de honger van de sterveling naar geloof in, en vertrouwen op de universele Godheden. In de evolutionaire religie ziet ge het beeld van de omwegen die de mensheid heeft afgelegd bij haar tastend zoeken naar waarheid; openbaringsreligie is die waarheid zelve.

92:4.4

Er zijn vele momenten geweest van religieuze openbaring, maar slechts vijf die van epochale betekenis zijn geweest. Dit waren de volgende:

92:4.5

1. Het Dalamatisch onderricht. Het ware begrip van de Eerste Bron en Centrum werd op Urantia voor het eerst verkondigd door de honderd lichamelijke leden van de staf van Vorst Caligastia. Deze zich uitbreidende openbaring van de Godheid ging gedurende meer dan driehonderdduizend jaren voort, totdat zij plotseling werd beëindigd door de planetaire afscheiding en de ontwrichting van het onderrichtend regime. Met uitzondering van het werk van Van, ging de invloed van de Dalamatische openbaring verloren voor vrijwel de gehele wereld. Zelfs de Nodieten hadden deze waarheid tegen de tijd van de komst van Adam vergeten. Van allen die de leringen van de honderd hadden ontvangen, hielden de rode mensen er het langst aan vast, maar het idee van de Grote Geest was nog maar een vaag denkbeeld in de godsdienst der Amerikaanse Indianen toen het door contact met het Christendom zeer werd verhelderd en versterkt.

92:4.6

2. Het onderricht uit Eden. Adam en Eva zetten het begrip van de Vader van allen opnieuw uiteen voor de evolutionaire volken. De ontwrichting van het eerste Eden bracht de loop der Adamische openbaring tot stilstand voordat zij nog geheel was begonnen. Maar het ontijdig afgebroken onderricht van Adam werd door de Setitische priesters voortgezet, en sommige van deze waarheden zijn nooit geheel voor de wereld verloren gegaan. De richting waarin de religie in de Levant zich ontwikkelde, werd door de leringen van de Setieten geheel gewijzigd. Maar rond 2500 v.Chr. had de mensheid de openbaring die in de tijd van Eden was gegeven grotendeels uit het oog verloren.

92:4.7

3. Melchizedek van Salem. Deze in een noodsituatie optredende Zoon van Nebadon heeft de derde openbaring van waarheid op Urantia gebracht. In zijn onderricht stonden vertrouwen en geloof centraal. Hij onderrichtte vertrouwen in de almachtige weldadigheid van God en verkondigde dat geloof de daad was waardoor de mensen Gods gunst verwierven. Zijn leringen vermengden zich langzamerhand met de opvattingen en gebruiken van verscheidene evolutionaire religies en ontwikkelden zich uiteindelijk tot de theologische stelsels die bij het aanbreken van het eerste millennium na Christus op Urantia bestonden.

92:4.8

4. Jezus van Nazaret. Christus Michael schonk Urantia voor de vierde maal het begrip van God als de Universele Vader, en deze leer heeft sindsdien in het algemeen steeds stand gehouden. De essentie van zijn onderricht was liefde en dienstbaarheid, de liefdevolle vrijwillige aanbidding door een geschapen zoon, van God, zijn Vader, in erkentelijkheid voor en als antwoord op diens liefderijk dienstbetoon; de vrijwillige diensten die zulke geschapen zonen aan hun broeders bewijzen, in het vreugdevolle besef dat zij met dit dienstbetoon ook God de Vader dienen.

92:4.9

5. De Urantia-Verhandelingen. De verhandelingen, waarvan dit er een is, vormen de meest recente schenking van waarheid aan de stervelingen van Urantia. Deze verhandelingen onderscheiden zich van alle voorgaande openbaringen, want zij zijn niet het werk van een enkele persoonlijkheid uit het universum, maar een schenking die is samengesteld door vele wezens. Geen enkele openbaring, behalve het bereiken van de Universele Vader, kan echter ooit volledig zijn. Alle andere hemelse vormen van bijstand betreffen niet meer dan een gedeelte, zijn voorbijgaand en in praktische zin aangepast aan de plaatselijke omstandigheden in tijd en ruimte. Hoewel een bekentenis als deze mogelijkerwijs afbreuk doet aan de directe kracht en het gezag van alle openbaringen, is op Urantia de tijd aangebroken dat het raadzaam is zulke openhartige verklaringen af te leggen, zelfs wanneer de toekomstige invloed en autoriteit van deze meest recente openbaringen van waarheid aan de sterfelijke volkeren op Urantia daardoor verzwakt zouden worden.


◄ 92:3
 
92:5 ►