◄ 90:3
Verhandeling 90
90:5 ►

Het sjamanisme—medicijnmannen en priesters

4. De gezondheidszorg onder de sjamanen

90:4.1

Het gehele leven van de mensen in de oudheid was profylactisch; hun religie was in niet geringe mate een techniek om ziekte te voorkomen. En ongeacht de dwalingen in hun opvattingen, waren zij oprecht in hun uitvoering ervan; zij hadden een onbeperkt vertrouwen in hun behandelingswijzen en dat is op zich al een zeer effectieve remedie.

90:4.2

Het geloof dat nodig was om baat te kunnen vinden bij de dwaze hulp van een van deze oude sjamanen was tenslotte niet wezenlijk verschillend van het vertrouwen dat nodig is om genezen te worden door hun latere opvolgers die ziekte niet-wetenschappelijk behandelen.

90:4.3

De meer primitieve stammen waren erg bang voor zieken, en eeuwenlang werden dezen angstvallig vermeden en schandelijk veronachtzaamd. Toen de evolutie van het sjamanisme priesters en medicijnmannen voortbracht die zich bereid verklaarden ziekten te behandelen, betekende dit een grote stap voorwaarts in menslievendheid. Vervolgens werd het de gewoonte dat de gehele stam samendrong in het ziekenvertrek om de sjamaan bij te staan bij het wegjammeren van de ziekteverwekkende geesten. Het was niet ongebruikelijk dat een vrouw optrad als de sjamaan die de diagnose stelde, terwijl een man de behandeling gaf. De gebruikelijke methode om de diagnose van een ziekte te stellen was het onderzoeken van de ingewanden van een dier.

90:4.4

Ziekte werd behandeld door monotoon gezang, jammeren, handoplegging, door op de patiënt te ademen en op vele andere manieren. In latere tijden nam men op wijde schaal zijn toevlucht tot de tempelslaap, tijdens welke genezing verondersteld werd plaats te vinden. De medicijnmannen poogden uiteindelijk echte chirurgie toe te passen in verband met de tempelslaap; tot de eerste operaties behoorde het doorboren van de schedel om de geest die hoofdpijn veroorzaakte, te laten ontsnappen. De sjamanen leerden fracturen en ontwrichtingen te behandelen en steenpuisten en abcessen te openen; de vrouwelijke sjamanen werden bedreven in de verloskunde.

90:4.5

Het was een gebruikelijke behandelmethode om iets magisch in te wrijven op een ge- infecteerde of besmette plek van het lichaam, het tovermiddel weg te gooien, en zich dan zogenaamd beter te voelen. Men geloofde dat indien iemand toevallig het weggeworpen tovermiddel opraapte, deze onmiddellijk de infectie of besmetting zou krijgen. Het heeft lang geduurd voordat kruiden en andere echte medicijnen werden ingevoerd. Massage heeft zich ontwikkeld in samenhang met bezwering, de geest werd uit het lichaam gemasseerd, hetgeen vooraf werd gegaan door pogingen om er medicijnen in te wrijven, precies zoals de moderne mens probeert massage-olie in te wrijven. Het koppen en uitzuigen van de aangetaste delen werden, evenals het aderlaten, als nuttig beschouwd om van een ziekteverwekkende geest af te komen.

90:4.6

Daar water een machtig fetisj was, werd het bij de behandeling van vele kwalen toegepast. Lange tijd geloofde men dat de geest die de ziekte veroorzaakte, door transpiratie kon worden uitgedreven. Stoombaden werden hoog aangeslagen; natuurlijke hete bronnen kwamen al spoedig tot bloei als primitieve kuuroorden. De vroege mens ontdekte dat warmte pijn kon verlichten; hij maakte gebruik van zonlicht, verse dierlijke organen, hete klei en hete stenen, en veel van deze methoden worden nog steeds toegepast. Men maakte ritmische bewegingen om te proberen de geesten te beïnvloeden; de tomtoms waren overal ter wereld in gebruik.

90:4.7

Bij sommige volken dacht men dat ziekte door een boosaardige samenzwering tussen geesten en dieren werd veroorzaakt. Dit leidde tot het geloof dat er voor iedere door dieren veroorzaakte ziekte een weldoend plantaardig geneesmiddel bestond. De rode mensen waren vooral verknocht aan de opvatting dat planten alomvattende geneesmiddelen waren; zij goten altijd een druppel bloed in het wortelgat dat ontstond wanneer een plant werd uitgetrokken.

90:4.8

Vasten, speciale diëten en tegengif werden vaak als genezende maatregelen toegepast. Menselijke afscheidingen die beslist als magisch werden gezien, werden hoog aangeslagen: bloed en urine behoorden bijgevolg tot de vroegste medicijnen en werden al spoedig aangelengd met wortels en verschillende zouten. De sjamanen geloofden dat ziekteveroorzakende geesten door vies ruikende en slecht smakende medicijnen uit het lichaam konden worden gedreven. Purgeren werd al zeer vroeg een routine-behandeling en het nuttige effect van rauwe cacao en kinine behoorde tot de vroegste farmaceutische ontdekkingen.

90:4.9

De Grieken waren de eersten die werkelijk rationele methoden ontwikkelden om zieken te behandelen. De medische kennis van zowel de Grieken als de Egyptenaren stamde uit de vallei van de Eufraat. Olie met wijn was een zeer vroeg medicijn voor de behandeling van wonden; wonderolie en opium werden reeds door de Sumeriërs gebruikt. Veel van deze oude, doeltreffende geheime geneesmiddelen verloren hun kracht wanneer zij bekend werden: geheimzinnigheid is altijd zeer belangrijk geweest voor het welslagen van praktijken van bedrog en bijgeloof. Alleen feiten en waarheid zoeken het volle licht van het begrip en verheugen zich in de verlichting en verheldering van het natuurwetenschappelijk onderzoek.


◄ 90:3
 
90:5 ►