◄ 80:1
Verhandeling 80
80:3 ►

De expansie der Andieten in het Westen

2. Klimatologische en geologische veranderingen

80:2.1

De vroege expansie van het violette ras in Europa werd tot staan gebracht door bepaalde tamelijk plotselinge klimatologische en geologische veranderingen. Toen de noordelijke ijsvelden zich terugtrokken, draaiden de regen-aanvoerende winden van het westen naar het noorden, waardoor de grote open graslanden van de Sahara langzaam aan een kale woestijn werden. Deze droogte joeg de kleingebouwde, donkerogige, maar langhoofdige, bruinharige bewoners van het grote Saharaplateau uiteen.

80:2.2

De zuiverder indigo-elementen trokken naar het zuiden, naar de wouden van centraal Afrika waar zij sindsdien altijd zijn gebleven. De meer vermengde groepen verspreidden zich in drie richtingen: de hoger ontwikkelde stammen in het westen trokken naar Spanje en vandaar naar de aangrenzende delen van Europa, waar zij de kern van de latere langhoofdige donkerharige volken van het Middellandse Zee-gebied werden. Het minst progressieve deel ten oosten van het Saharaplateau trok naar Arabië en vandaar, door noordelijk Mesopotamië en India, naar het ver gelegen Ceylon. De centrale groep trok naar het noorden en oosten, naar het Nijldal en Palestina.

80:2.3

Het is dit secundaire Sangik-substratum dat een zekere verwantschap suggereert tussen de moderne volken die van de Dekan tot in Iran en Mesopotamië, en langs de beide kusten van de Middellandse Zee ver uiteen leven.

80:2.4

Rond de tijd van deze klimatologische veranderingen in Afrika raakte Engeland los van het continent en rees Denemarken op uit de zee, terwijl de landengte van Gibraltar, die het westelijk bekken van de Middellandse Zee beschermde, door een aardbeving bezweek, waardoor deze binnenzee snel rees tot het niveau van de Atlantische Oceaan. Weldra verzonk de Siciliaanse landbrug, waardoor de Middellandse Zee één water werd en met de Atlantische Oceaan verbonden raakte. Door deze geweldige natuurramp raakten tientallen menselijke nederzettingen overstroomd en werd het grootste verlies geleden aan mensenlevens in de gehele geschiedenis van uw wereld.

80:2.5

Deze overstroming van het Middellandse Zee-bekken sneed onmiddellijk de westwaartse bewegingen van de Adamieten af, terwijl de grote toevloed van Saharabewoners hen er toe leidde uitwegen te zoeken voor hun groeiende aantallen ten noorden en oosten van Eden. Toen de afstammelingen van Adam vanuit de valleien van de Tigris en de Eufraat naar het noorden trokken, stootten zij op de bergen en de toen vergrote Kaspische Zee. Vele generaties lang jaagden de Adamieten, hoedden zij hun kudden en bewerkten zij de grond rond hun nederzettingen die over geheel Turkestan verspreid raakten. Geleidelijk breidden deze prachtige mensen hun gebied uit tot in Europa. Maar nu trekken de Adamieten Europa vanuit het oosten binnen, en treffen daar de cultuur van de blauwe mens aan die duizenden jaren achterligt op die van Azië, aangezien deze streek bijna geheel zonder contact met Mesopotamië is geweest.


◄ 80:1
 
80:3 ►